MEER INVESTERINGEN EN MINDER VERKEERSDODEN

Ben Weyts: “Als je iets wil doen aan de mobiliteit, dan moet je investeren. In dat opzicht denk ik dan ook dat een van mijn grootste realisaties in eerste instantie de verhoging van de budgetten is. In deze budgettair barre tijden heeft iedereen het namelijk over besparingen. Toch zijn we erin geslaagd om te zorgen voor een gevoelige verhoging van de budgetten. Van 2017 tot 2019 voorzien we bijvoorbeeld een investering van 5,8 miljard euro in mobiliteit. Dat is een historisch hoog bedrag en bovendien een stijging van een derde van het oorspronkelijke budget. Die budgetten losweken uit de schulden van de overheid vind ik op zich een belangrijke realisatie. Daarnaast zetten we ook in op kleine en grote infrastructuurwerken, want als ik spreek over een budget van bijna 6 miljard euro, dan heb ik het nog niet gehad over de werken die we plannen op de Ring rond Brussel en de Ring rond Antwerpen. Dan moet je weten dat we dachten aan een budget van ongeveer 3,5 miljard euro voor de Oosterweelverbinding. Neem daar dan nog eens de werken rond de Ring van Brussel bij, waar we toch ook al aan een miljard euro zitten, dan spreken we van een investeringsvolume van meer dan 10 miljard. Als er überhaupt een toverwoord bestaat voor het aanpakken van de filevorming, dan is het in de eerste plaats wel investeren, en dat doen we nu meer dan ooit."
Zijn dat ook de realisaties waar u het meest fier op bent?
“Die investeringen zijn gewoon de basis voor latere investeringen. Toch zijn ze broodnodig, want zonder hebben we niets. Daarnaast ben ik misschien toch fierder op de verkeersveiligheid. Toen ik op kantoor kwam als Vlaams minister in 2014, keken we voor het eerst in tien jaar tijd aan tegen een stijging van het aantal verkeersdoden in Vlaanderen. Ik noem dat nog altijd de schande van de 400 verkeersdoden. We hebben echter dat moment gegrepen om te mobiliseren met de oprichting van het Vlaams Huis voor Verkeersveiligheid en daarnaast een Vlaams verkeersveiligheidsplan met verschillende pijlers met de focus op zowel preventie als repressie. Die ingrepen hebben ertoe geleid dat we op korte termijn een shift hebben kunnen bewerkstelligen waarbij het aantal verkeersdoden in 2016 gedaald is met 15%. In 2015 was er ook al een daling, maar heel licht. In het eerste kwartaal van dit jaar was er daarbovenop nog eens een daling met 10%. Dat zijn hoopvolle cijfers als je weet dat mensen zich vaak boos maken over trajectcontroles die ik invoer of boetes die uitgeschreven worden. Dan is het hartverwarmend als je die positieve cijfers/resultaten kan voorleggen. Daarvoor doe ik het wel. Het ergste zou zijn als ik al die kritiek moet slikken en er in de cijfers niets verandert. Gelukkig is de realiteit anders. Op die resultaten ben ik dus het fierst, vooral omdat je echt moet durven in te gaan tegen de trend van de populariteit, want echt populair word je met maatregelen als trajectcontroles niet."
Door onze ingrepen is het aantal verkeersdoden in 2016 met 15% gedaald. Daarvoor doe ik het wel. Die cijfers zijn hartverwarmend"
Investeringen hebben dus wel degelijk impact op de verkeersveiligheid?
“Ik denk dat vooral het mobiliserende effect door de oprichting van het Vlaams Huis voor Verkeersveiligheid en de communicatie daarrond met de schande van de 400 verkeersdoden, verkeersveiligheid ... de grootste impact had. Mensen gaan daardoor ook meer opletten, want er zijn meer controles, zowel alcoholcontroles als flitscontroles. Maar wie zal zeggen wat de rechtstreekse oorzaak is? Daar moet je bescheiden in zijn. Mijn impressie is wel dat dat begint te leven. Het is echter meer dan enkel repressie. We werken evenzeer aan een verkeersveiligheidscultuur via preventie, maatschappelijke mobilisatie ... Maar als ik eerlijk ben, dan denk ik dat wij Vlamingen die harde hand een beetje nodig hebben. En die harde hand is er en ze werkt."