“INDUSTRIEBOUW MET EEN TWIST"
Industriële gebouwen krijgen al eens smalend het stempel 'schoenendoos' opgekleefd. Doorgaans primeert de functie op de uitstraling van het gebouw. Al onderscheiden loodsen, fabrieken of logistieke centra met een Talboom signatuur zich in hun architectuur wel eens van de middenmoot. Het geïntegreerde studiebureau uit Puurs zet dan ook sterk in op het zoeken naar toegevoegde waarde.
“TOEGEVOEGDE WAARDE CREËREN IN COMPLEXE INDUSTRIËLE GEBOUWEN"
Talboom Group is een van de toonaangevende studiebureaus actief op de Belgische markt. Met zijn familiale karakter onderscheidt het bureau uit Puurs zich van de andere spelers op zijn niveau. Talboom Group is een derdegeneratiebedrijf, gerund door Jan Filip Talboom, dat groeide uit het onafhankelijke landmetersbedrijf van grootvader Jan Talboom senior. Het team telt intussen 120 medewerkers, verdeeld over drie businessunits: Pharmachem, Gebouwen en Infra & milieu. De businessunit Gebouwen onder leiding van architect, Dominique Wallez, groepeert een team van architecten, interieurarchitecten, stabiliteitsingenieurs, ingenieurs HVAC en ingenieurs elektriciteit. Samen met hun collega's uit de andere businessunits kunnen ze iedere opdrachtgever een geïntegreerd verhaal garanderen: van de stedenbouwkundige gebiedsontwikkeling tot en met de oplevering van het meest complexe gebouw. “Een van de doelstellingen in de samenwerking met onze klanten is het bieden van toegevoegde waarde", aldus Dominique Wallez. “Die toegevoegde waarde kan heel ruim geïnterpreteerd worden, van het zoeken naar budgetvriendelijke oplossingen om een hoogstaand design te bouwen, tot een aangename gebruikersbeleving in het gebouw. We slagen daarin het best in complexe industriële gebouwen."
Om een gebouw te realiseren, doorloopt het team van Talboom, samen met de opdrachtgever, een vast stramien. “De klant heeft altijd een behoefte waarmee hij bij ons komt. In onderling overleg filteren we een programma uit die behoefte en verfijnen die gaandeweg tot een plan van eisen. We nemen alle randvoorwaarden mee tijdens de concept- en de ontwerpfase", aldus architect, Dominique Wallez, hoofd van de businessunit Gebouwen. Talboom Group werkt doorgaans voor prijsbewuste opdrachtgevers. “We maken er een punt van de noden van de klant binnen zijn budget in te vullen. Daarom denken we al van in een heel vroeg stadium vanuit het budget. Wanneer eenmaal het programma met de oppervlakte en functies op punt staat, kleven we hier een bouwkost op. Vervolgens werken we pas de bouwkundige structuur uit binnen dit geraamde bedrag en komen we niet voor verrassingen te staan. We slagen erin bijna alle projecten in om de meerwerken binnen een marge van 3% te houden. Het geheim hierachter is een uitstekende en up-to-date prijzendatabank. Daarnaast bewaken we het budget nauwgezet doorheen het bouwtraject. We betrekken de opdrachtgever hier ook in en maken hem bewust van financiële consequenties die zijn keuzes kunnen hebben. Het is net de kracht van Talboom Group dat we in grote industriële gebouwen met een relatief beperkt budget toch leuke architecturale dingen kunnen doen. Dit net dankzij de doorgedreven conceptstudie en de verregaande werfopvolging", verduidelijken Dominique Wallez en collega, Nancy Keppens.
RODE DRAAD
Ook voor het ontwerpproces doorlopen de ontwerpers bij Talboom een beproefd patroon. “De inplanting van een gebouw begint bij het logistieke proces. De logistieke flow moet zo georganiseerd zijn dat eventuele vrachtwagens altijd eenvoudig kunnen manoeuvreren en parkeren. Maar ook de toegang tot het gebouw moet aan de voorzijde zitten, zodat bezoekers heel intuïtief hun weg vinden op het terrein. De oriëntatie van het gebouw is ondergeschikt aan deze logistieke organisatie. In een volgend ontwerpstadium kijken we naar de gebouwenstructuur. Daarin besteden we aandacht aan een logische interne flow, de energetische prestaties, de uitstraling, de integratie van de technieken en een comfortabele werkomgeving voor de medewerkers. Het is vaak een hele uitdaging om die puzzel binnen de verschillende wettelijke verplichtingen uitgewerkt te krijgen. Rond het gebouw proberen we zo veel mogelijk groen te integreren."
Opmerkelijk in die aanpak is dat niet alleen de ingenieurs en de architect van bij de start van de ontwerpoefening mee aan tafel zitten, maar ook de interieurarchitect. “Zodra er over de gebouwstructuur wordt nagedacht, denk ik mee over het interieur. Niet alleen over de inrichting, maar ook over de organisatie. Een doordacht gebouw groeit van binnen naar buiten", vertelt Nancy Keppens. In die interieurbeleving kijkt Talboom ook naar de belichting, zowel de daglichtinval als het gebruik van kunstverlichting. Maar ook de invloed van zonne-inval en hoe hieraan geremedieerd kan worden. “We proberen het gebouw maximaal te optimaliseren binnen de wensen van de klant en zo overbodige kosten uit te sparen. Het doordacht toepassen van isolatie en zonwering kan bijvoorbeeld voldoende zijn om een koelinstallatie te vermijden, terwijl de zonwering misschien toch nodig was om schermreflectie te vermijden", vult Dominique Wallez aan. Een andere manier van kostenoptimaal werken is het zoeken naar oplossingen om designarchitectuur op een betaalbare manier te realiseren.
DUURZAAMHEID
Aandacht voor duurzaamheid is een natuurlijke reflex voor het ontwerpteam bij Talboom. “We zetten al jaren in op een goede isolatie van de industriële gebouwen die we ontwerpen. Het is de goedkoopste manier om te besparen op verwarming en koeling. In logistieke gebouwen, bijvoorbeeld, streven we altijd naar K30. Het vraagt niet veel moeite of budget om die doelstelling te bereiken, en ze verhoogt ook nog eens het comfort van de medewerkers", stelt Dominique Wallez. Nog met de werkkwaliteit van de medewerkers in het achterhoofd zoekt Talboom naar manieren om daglicht in een gebouw binnen te halen. “Medewerkers kunnen niet de hele dag in een donker lokaal werken. Daarom proberen we altijd daglicht aan te trekken. Dat doen we op een doordachte manier: met koepels of een lichtstraat verhogen we het risico op oververhitting. Wanneer mogelijk, werken we met alternatieven zoals een sheddak of een variant hierop. Dat laat toe om kwaliteitsvol noorderlicht aan te trekken. Bovendien kunnen we het zuidgerichte vlak benutten voor de plaatsing van PV-panelen. Zo slaan we twee vliegen in één klap. Een andere constante in het zoeken naar duurzaamheid is het bestuderen van de mogelijkheid om geothermie toe te passen in een project. “Dat is niet vanzelfsprekend in ons land met zijn heel diverse ondergrond. Maar we geloven sterk in de mogelijkheden van geothermie. We hebben zelfs al projecten met dieptegeothermie lopen in India, in samenwerking met de nationale oliemaatschappij. We geven zelfs als enige op de markt een garantie bij de geothermische koudewarmteopslag, zowel naar berekend vermogen als naar levensduur."
OMGEKEERDE INNOVATIE
Geïntegreerd ontwerpen lijkt vanzelfsprekend: zet de architect en ingenieurs in een vroeg stadium samen en het komt wel goed. Maar het vraagt toch een weloverdachte aanpak en een goede coördinatie. “Om daartoe te komen, duiden we voor iedere opdracht een projectmanager aan. Voor kleinere projecten kan dat de architect binnen het team zijn, voor grotere opdrachten houdt iemand zich specifiek met het coördineren en motiveren van de verschillende disciplines bezig. Het doel is om een gestroomlijnd project te krijgen, waarbij ieder teamlid op de hoogte is van de verwachtingen van de opdrachtgever en zoekt naar de meest optimale oplossingen om dit te bereiken." De ontwerpers zijn beducht voor een pioniersrol in het toepassen van nieuwe materialen of technieken. “Maar innovatie is ook het toepassen van bestaande materialen op een vernieuwende manier. Voor de stelplaats van De Lijn in Tielt-Winge zochten we de look van gelijmde baksteen, maar dan op een traditionele manier gemetseld. We hebben de mogelijke oplossingen op de markt bestudeerd. Voor het daglicht in de tank- en wasstraat hebben we gebruikgemaakt van polycarbonaatplaten. Vormelijk was het mooier de hoeken rond te maken. Dus hebben we de fabrikant uitgedaagd om die platen op maat te maken."
Out-of-the-boxkantoren en -loodsen (B-tech, Puurs)
Voor B-Tech bewees Talboom dat het een designarchitectuur op een kostenverantwoorde manier kan bouwen. De isolatieproducent uit Puurs had behoefte aan nieuwe kantoren en logistieke hallen, en die mochten ook gezien worden. Het concept vertrekt van de magazijnen die als een onthullende schelp rond de monolietkantoorblokken zijn opgetrokken. De loodsen en kantoren zijn onder één dak van 15.000 m² ondergebracht. De zijwanden van de loods zijn uitgevoerd in een ritmisch spel van drie types golfplaten: gesloten, open en opaal. Dat leidt tot een boeiend lichtspel in de loodsen. Het kantoor kreeg een energievriendelijke gevelbekleding in hout. Studiebureau Talboom kreeg, naast de studies stabiliteit en technieken, ook de projectleiding toevertrouwd. “De grote uitdaging daarin was het ontwerp van het ontwerpende architectenbureau URA Yves Malysse & Kiki Verbeeck op een betaalbare manier te bouwen. Dat was een zoektocht naar de juiste materialen en behandelingswijzen", licht Nancy Keppens toe. De loods in golfplaten is bewust niet verwarmd, omdat er geen mensen werken. De uitstraling van de architectuur werd ook in het interieur doorgetrokken.
Doordachte stelplaats voor de lijn (Tielt-Winge)
De nieuwe stelplaats van De Lijn in Tielt-Winge is een mooi voorbeeld van een complex industriegebouw dat Talboom realiseerde. De ontwerpers kregen de volledige opdracht toegewezen van De Lijn: van architectuur over gebouwen- en garagetechnieken tot en met de infrastructuur. Ook het projectmanagement zit bij Talboom. Het project behelst een dienstgebouw en onderhoudscentrum (2.802 m²), een tank- en wasstraat (572 m²) en de buitenaanleg (14.183 m²). De omgevingsaanleg omvat ook een busperron voor de reizigers en de plaatsing van zicht- en geluidsschermen om overlast in de groene, glooiende omgeving te beperken. “In het project hebben we de grenzen van onze creativiteit en inventiviteit kunnen aftasten. Zo hebben we mogen meedenken naar een veilige oplossing om onderhoudswerken aan het dak van de bus uit te voeren. We hebben de bekende stellingen verfijnd met een verschuifbaar platform. Veiligheid en een economische uitvoering stonden hierin centraal. Een bewijs van de toegevoegde waarde die Talboom biedt, is de gestructureerde integratie van de gebouwen- en garagetechnieken. Die vormen één overzichtelijk geheel. Op esthetisch vlak hebben we de geplande industriële armaturen vervangen door ledverlichting. Die is in de vorm van een barcode of kriskras geplaatst."
Open, groen gebouwencomplex (VUB, Brussel)
Een referentie in uitvoering zijn de nieuwe gebouwen voor de Vrije Universiteit Brussel op de campus Etterbeek. Studiebureau Talboom won er, samen met CONIX RDBM Architects, een ontwerpwedstrijd voor een uitgebreid complex van leslokalen, kantoren, aula's, een concertzaal en meer dan 600 studentenkamers. Het ontwerp vormt een open en groene toegang tot de campus. Het ontwerp is niet alleen duurzaam en doordacht in de omgeving ingeplant, het zet ook sterk in op energiezuinigheid. Architect, Dominique Wallez: “De gebouwen halen hun energie voor warmte uit een stadsverwarming. Het net op de site wordt daartoe vernieuwd en uitgebreid. Het koelen van de aula's annex concertzaal gebeurt met behulp van warmtepompen. En een D-systeem staat in voor de ventilatie van de gebouwen. Verder hebben we op technisch vlak ingezet op een laag E-peil. Geen evidente opdracht, want een student leeft dag en nacht. Dat vertaalt zich onder meer in een flexibele lichtsturing voor de aula's, het gebruik van energiezuinige verlichting en het toepassen van fotovoltaïsche panelen. Onze stabiliteitsingenieurs dachten mee in een maximaal geprefabriceerde gebouwenstructuur."