Plaatsing van looselay LVT
Hoe looselay LVT correct plaatsen?
De manier waarop LVT wordt geplaatst, hangt echter af van de specifieke toepassing. Verhoogde vloeren, waaronder bijvoorbeeld kabels liggen die te allen tijde toegankelijk moeten zijn, vragen looselay LVT.
Voor welke toepassing?
Looselay LVT is een vorm van LVT die los (zonder lijm) op de ondergrond mag worden gelegd. Het product behoudt namelijk zijn stabiliteit dankzij een soort antisliplaag. Op die manier kan de vloerbekleding snel geplaatst worden, maar looselay LVT kan tegelijkertijd gemakkelijk verwijderd worden. Daarom wordt vaak geopteerd voor dit type LVT in kantoren waar de kabels onder de vloer te allen tijde bereikbaar moeten zijn.
Voorbereiding ondergrond
Voorafgaand aan de plaatsing van looselay LVT moet worden verzekerd dat de ondergrond glad, slag- en stootvast, permanent droog, barstvrij en schoon is. Bovendien mogen er in de ondergrond geen oneffenheden zijn, want die zouden zichtbaar zijn door de LVT. Indien nodig moet de ondergrond dan ook geëgaliseerd worden met een egaline of reparatiemortel. Zorg er wel voor dat die producten steeds correct gemengd worden, anders zou er een verkleuring kunnen optreden op de LVT. Daarenboven moet de ondergrond eerst worden voorbereid met een voorstrijkmiddel of primer vooraleer de egalisatie mag worden aangebracht.
Uiteraard moet de ondergrond voldoende droog zijn vooraleer die mag worden bedenkt met looselay LVT. In regel moet de ondergrond steeds een week droogtijd krijgen, plus een extra week per centimeter dikte.
Stap voor stap plaatsen
Voor de installatie moet eerst worden gecontroleerd of de muur recht genoeg is om daartegen de eerste rij LVT te plaatsen. Indien dat niet het geval is, moet een (rechte) lijn worden geplaatst op minimaal 10 cm van de muur om aan de hand daarvan de eerste rij te installeren. Wanneer dan aan een volgende rij kan worden begonnen, moet bij een plankformaat steeds worden verzekerd dat er minstens 30 cm afstand wordt gehouden tussen de kopse naden.
In kleine ruimtes met een oppervlakte tot 16 m² kan looselay LVT volledig los worden geplaatst, maar bij iets grotere ruimtes – tussen 16 m² en 64 m² – wordt de vloerbekleding idealiter rondom de kamer gefixeerd. Een vloer met een oppervlakte groter dan 64 m² moet zowel rondom als in vlakken (van ongeveer 5 m²) worden gefixeerd.
LVT op vloerverwarming
LVT mag ook op vloerverwarming (en -koeling) worden aangebracht, op voorwaarde dat de oppervlaktetemperatuur niet hoger gaat dan 27 °C. Daarnaast moeten bij de installatie de correcte richtlijnen worden gevolgd.
Indien LVT wordt geplaatst in een renovatie bovenop een reeds bestaande vloerverwarming, moet de verwarming 48 uur voor de installatie worden uitgeschakeld. Indien het echter gaat om een nieuwbouw, moet de vloerverwarming eerst worden aangezet nadat de afwerkvloer werd gelegd. De verwarming moet daarna geleidelijk aan opwarmen, met een stijging van 5 °C per dag. Wanneer de vloerverwarming zijn hoogste stand heeft bereikt, moet deze zeven dagen draaien op die instelling. Op die manier wordt verzekerd dat de ondervloer volledig droog is vooraleer de LVT wordt geplaatst.
Wanneer de ondervloer daarna volledig is afgekoeld, kan de LVT geïnstalleerd worden. De vloerverwarming mag dan wel pas na drie dagen opnieuw worden ingeschakeld, en dat met een maximale temperatuur van 27 °C.