MEISJES KIEZEN NOG TE WEINIG VOOR NIJVERHEIDSONDERWIJS

VTI Brugge pakt meisjestekort aan

Uit cijfermateriaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen blijkt dat meisjes die in het technisch onderwijs stappen over het algemeen in de 'zachte sector' terechtkomen. Voor nijverheidsrichtingen zoals Bouw, Hout en Auto wordt daarentegen opvallend weinig gekozen, en dat terwijl vrouwelijke werknemers in de corresponderende sectoren net zeer welkom zijn. Het VTI in Brugge wil via een aantal initiatieven een einde maken aan misvattingen over nijverheidsonderwijs, en hoopt hiermee binnenkort meer studentes aan te trekken.

ONDERVERTEGENWOORDIGD

In het technisch onderwijs valt bij de inschrijvingen al jaren een patroon waar te nemen; terwijl in de zachte sector het aandeel jongens in het niet valt ten opzichte van de meisjes, zijn in het nijverheidsonderwijs net de meisjes sterk in de minderheid. Dat is bv. het geval in de richting Auto, waar volgens cijfermateriaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen het aantal inschrijvingen in de derde graad de afgelopen elf jaar een minimum bedroeg van 31 en een maximum van slechts 54 studentes per schooljaar, terwijl de richting in die periode minimaal 1.909 jongens telde. Het aantal meisjes varieerde wel, maar was op geen enkel moment noemenswaardig gestegen. Bovendien zijn meisjes in deze richting nog sterker ondervertegenwoordigd ten opzichte van het aantal jongens dan in andere richtingen. Waar in de richting Bouw de studentes bijvoorbeeld gemiddeld zo'n 7% uitmaken van het totale aantal leerlingen, is dat in de richting Auto slechts ongeveer 2%. Toch is deze niet de minst populaire studierichting; het allerlaagste aantal meisjesinschrijvingen vinden we namelijk terug bij Koeling en Warmte, al ligt daar ook het aandeel jongens veel lager. Toch is het aantal meisjes er opvallend beperkt; de laatste twee schooljaren had er zich zelfs geen enkel meisje ingeschreven.

NIET LANGER EEN MANNENWERELD

In het VTI van Brugge is men zich sterk bewust van het probleem. Volgens Tim Desendere van het leerlingensecretariaat in de school zijn verkeerde en vooral verouderde ideeën rond nijverheidsonderwijs de hoofdoorzaak van het tekort aan meisjes: “De mensen associëren het nog te vaak met jongens en met 'vuil werk', maar die gedachte sluit allang niet meer aan bij de moderne gang van zaken. In de afdeling Autotechnieken is het bijvoorbeeld niet zo dat je echt nog onder een auto moet kruipen. De meeste dingen zijn nu computergestuurd, en dat zorgt voor een grotere toegankelijkheid. Voor wie minder graag praktisch bezig is, zijn er trouwens ook de sterk theoretische richtingen zoals Industriële Wetenschappen en Elektromechanica. Daar zijn vooral wiskunde en techniek heel belangrijk. En dan zijn er voor wie graag creatief bezig is, natuurlijk ook nog richtingen zoals Grafische Media en Multimedia." Volgens Desendere spelen leerkrachten uit het basisonderwijs een grote rol bij de initiële studiekeuze van hun leerlingen: “Ongetwijfeld zouden zij voor een positieve evolutie kunnen zorgen, mochten ze openstaan voor alle mogelijkheden die het nijverheidsonderwijs biedt. Helaas blijkt maar al te vaak dat hun visie te nauw of beperkt is, waardoor de drempel voor kinderen en hun ouders groot blijft."

VROUWEN GEVRAAGD

Hoewel weinig meisjes voor technisch onderwijs durven te kiezen, blijkt er op de werkvloer wel een opmerkelijke vraag te zijn naar vrouwelijke werknemers. Lieselot Christiaen, leerkracht Bouw en Wiskunde in het VTI, verduidelijkt: “Vaak zijn vrouwen net iets creatiever en communicatiever dan mannen, werken ze preciezer en zijn ze ook goed in het leiden van een team. Net om deze redenen maken vrouwelijke sollicitanten vaak meer kans op een technische job dan hun mannelijke concurrenten. De sector heeft echt nood aan vrouwen; sommige vacatures vragen zelfs specifiek om sollicitantes. Meisjes uit het technisch onderwijs moeten dus allesbehalve vrezen dat ze later nergens aan de slag zullen kunnen." Christiaen spreekt uit ervaring, want zelf studeerde ze zes jaar lang Industriële Wetenschappen in het VTI in Brugge. In het hoger onderwijs koos ze voor een opleiding Industriële Bouwkunde, gevolgd door nog eens vier jaar Ingenieur Landmeten. Voor ze in het VTI Brugge begon met lesgeven, werkte ze als landmeter en als technisch verantwoordelijke in een bedrijf. “Als je de indeling van een technisch bedrijf bekijkt, zie je dat heel wat hogere functies door vrouwen ingevuld worden", aldus Christiaen. “ Zelf heb ik op geen enkel moment het gevoel gehad dat ik moest knokken om mijn plaats tussen de mannen te verdienen
noch tijdens mijn opleiding, noch op de werkvloer."

TIJD VOOR VERANDERING

Het tekort aan meisjes in nijverheidsonderwijs lijkt een hardnekkig probleem, maar in het VTI in Brugge blijft men niet bij de pakken zitten. “We willen de cijfers absoluut de hoogte in krijgen, want we zijn er rotsvast van overtuigd dat we hier heel wat toffe richtingen hebben die meisjes een toekomst kunnen bieden", zegt Desendere. Om meer meisjes aan te spreken en ook ouders beter te informeren, ontwierp de school dit jaar een gloednieuwe infobrochure, die focust op hoe meisjes zich ten volle kunnen ontplooien in nijverheidsrichtingen en die ook enthousiaste studentes uit verschillende techniekrichtingen van het VTI aan het woord laat. Daarnaast organiseert de school ook regelmatig infoavonden en werden alle meisjes er recentelijk in de bloemetjes gezet naar aanleiding van de Wereldvrouwendag. “Het doet mij veel plezier om te zien dat de meisjes uit deze richtingen eens extra in de watten worden gelegd", zegt Christiaen. “In feite zouden er overal veel meer campagnes georganiseerd moeten worden om de instroom van meisjes te bevorderen. Men spreekt wel over het tekort aan vrouwen in hogere technische studies, maar dat het in het secundair onderwijs eveneens een probleem is, wordt nog te vaak over het hoofd gezien. Gelukkig heb ik de indruk dat er de laatste tijd wat schot in de zaak komt en terecht, want de sector kan er alleen maar door bloeien."