Onvoldoende nazorg aluminium kent grote gevolgen
Wie de zaken op hun beloop laat en de aluminium profielen nooit of verkeerd reinigt, krijgt te kampen met vaak onherstelbare schade. Gevelelementen in aluminium hebben onder normale omstandigheden een zeer lange levensduur. Deze levensduur hangt echter af van de kwaliteit en frequentie van reinigings- en onderhoudsbeurten.

Wat veroorzaakt de vervuiling?
Aluminium raamprofielen zijn afgewerkt met een lak- en/of anodisatielaag. Het is die afwerkingslaag die de duurzaamheid en esthetiek van het aluminium profiel bepaalt.
Er bestaan verscheidene types verontreiniging die kunnen inwerken op deze afwerkingslaag:

- Atmosferische verontreiniging: zout, stof, zand, roet, pollen ...
- Industriële verontreiniging: roetdeeltjes, allerhande vluchtige chemicaliën, fijn stof ...
- Verontreiniging door bouwmaterialen: cement, slijpstof (indien afkomstig van staal ontstaat galvanische corrosie), kalk, gips ...
Deze verontreiniging hecht zich vrij gemakkelijk aan het oppervlak vast. Vervolgens zijn het de weersomstandigheden die ervoor zorgen dat de verontreiniging zich permanent kan 'invreten' in het oppervlak:
- Regenwater: zorgt voor de geconcentreerde afvoer van vervuiling (lopers, donkere strepen ...).
- Uv-licht: tast de harsen in de afwerkingslaag aan.
- Warmte: bij rechtstreekse bezonning kan de oppervlaktetemperatuur van de profielen sterk oplopen. Hierdoor wordt de vervuiling a.h.w. in de oppervlaktelaag 'gebakken'.

Concrete symptomen
De symptomen zijn velerlei (het plaatselijke verlies van de glansgraad, delaminatie van de coatinglaag, kleurdegradatie, strepen, vlekken, corrosie, verkrijting ...) en kunnen zich naargelang van de aard van de vervuiling vrij snel (enkele maanden) of na lange tijd (enkele jaren) manifesteren. Ook de omgeving waar het gebouw ingeplant is, speelt hier een belangrijke rol. Bij gebouwen aan de kust of in stedelijke en/of industriële gebieden, krijgen de aluminium profielen uiteraard heel wat meer te verduren dan op het platteland.
Het verschil tussen een gereinigd en geconserveerd profiel en een niet-gereinigd profiel kan soms opmerkelijk zijn
Preventie op de werf
Een groot aantal van de problemen kent zijn oorzaak al tijdens de werffase. We geven u enkele courante praktijkvoorbeelden die u kunt vermijden met enige oplettendheid en goede afspraken.
Plaatsen van het schrijnwerk
Bij een nieuwbouw wordt het schrijnwerk doorgaans ergens halverwege het bouwproces geplaatst, net na de afwerking van de ruwbouw. Een nog (te) natte ruwbouw impliceert echter de aanwezigheid van cement- en betonwater (dat salpeterzouten bevat) ... Mochten die stoffen, na plaatsing van het schrijnwerk, langs de profielen naar beneden druipen, dan moeten die zo snel mogelijk verwijderd worden. Cement- en betonwater zijn immers agressieve alkalische emulsies en een cementsluier op een aluminium profiel is achteraf moeilijk te verwijderen. Let hiervoor op en wijs de architect en bouwheer op het risico.
Afwerking van het schrijnwerk
Dan is er nog het afwerken van het schrijnwerk. Hierbij moet men er nauwlettend op toezien dat siliconen of purschuimrestanten die per ongeluk op het schrijnwerk terechtkomen, onmiddellijk grondig verwijderd moeten worden.
Laat men die zitten of, nog erger, wrijft men die open met een doek, dan zal dit na verloop van tijd kleurverschillen opleveren. Het aluminium achter de siliconenlaag is immers iets beter beschermd tegen vuil en weersinvloeden dan de rest van het oppervlak.
Oplevering schrijnwerk
Uiteraard is het de bedoeling dat de ramen en deuren bij de oplevering ervan netjes en proper zijn. Zorg ervoor dat de architect en de bouwheer dit goed gecontroleerd hebben. Benadruk duidelijk dat alle aannemers die na u in het bouwproces komen, de netheid en esthetiek van het schrijnwerkdienen te respecteren.
Stukadoor

Nadat ramen en deuren geplaatst zijn, komt meestal de stukadoor om het plakwerk te verzorgen. De stukadoor dient erop te letten dat hij de raamprofielen netjes aftapet zodat er geen restjes pleister op de profielen of op het glas terechtkomen. Ook pleister is immers een alkalisch materiaal dat zich op lange termijn in het oppervlak zal 'vreten', met doffe plekken tot gevolg. Gebeurt dit toch, dan moet de stukadoor deze spatten onmiddellijk met de gepaste reinigingsmiddelen verwijderen. De grootste schade betreft niet enkel de pleister, maar de primer die de stukadoor gebruikt. Het belangrijkste advies hier betreft het volledig afplakken van het glas en aluminium schrijnwerk.
Vloerder
Hetzelfde geldt voor de vloerder: ook hij moet ervoor zorgen dat er geen cementspatten op de profielen of op het glas terechtkomen en daar achterblijven. Verder moet de vloerder er ook op toezien dat de naad tussen de vloer en het aluminium profiel mooi afgekit is met een neutrale silicone. Dat moet gebeuren om te vermijden dat later bij het kuisen zurige schoonmaakmiddelen op de scherpe hoek van het profiel of in de voeg onder het profiel terechtkomen. Worden de residuen van deze schoonmaakmiddelen na het kuisen niet weggespoeld, dan kunnen ze van daaruit de coatinglaag op het aluminium beginnen aantasten.
Aanleg terras
Dezelfde richtlijnen als bij het binnenshuis vloeren komen ook terug bij het aanleggen van een terras. Een extra aandachtspunt is hier het slijpen van de terrastegels. Het spreekt voor zich dat de aannemer ervoor moet zorgen dat er geen slijpstof op de profielen of op het glas terechtkomt. Het slijpen dient dus zo ver mogelijk van de ramen te gebeuren. Indien er weinig slijpresten op het glas zitten, kunnen deze wel nog verwijderd worden.
Opgelet: vervuiling aan de buitenkant is nefaster dan vervuiling aan de binnenkant, omdat de weersomstandigheden (regen, bezonning, ...) zich nu ook gaan moeien en door hun invloed de aantasting zullen bespoedigen.
Voegen van de gevelsteen
Ook bij het opvoegen van de gevelsteen moet de aannemer oppassen dat hij geen vlekken achterlaat op de profielen. Aangezien het voegen meestal de laatste stap in het bouwproces is, is het voor de betrokken aannemer een belangrijk aandachtspunt om de gevel inclusief ramen en deuren zo netjes mogelijk achter te laten.
Geschillen rond aansprakelijkheid
Werven waar alles perfect volgens het boekje verloopt, zijn eerder zeldzaam. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er vaak schadegevallen voorkomen waarbij het moeilijk is om vast te stellen bij wie de schuld nu precies ligt. In feite is het de taak van de bouwheer en/of de architect om op regelmatige basis, dus nadat elke aannemer zijn deel van het werk oplevert, de werf te controleren.
Het is raadzaam om als vakman bij dit controlemoment aanwezig te zijn. Samen kunt u dan vaststellen of er al dan niet problemen zijn. Besteed ook voldoende aandacht aan moeilijk zichtbare of toegankelijke plekken. Wanneer er dan achteraf moeilijkheden opduiken, kunt u steeds terugverwijzen naar het controlemoment.
Belangrijk is hier nog bij te vermelden dat alle partijen bij de ontwerpfase dienen mee te denken over de bereikbaarheid van het schrijnwerk met oog op de latere reiniging. Het is op die manier dat men nog voor de start van de werken kan uitmaken welke zones het moeilijkst te bereiken zullen zijn, en dus het slechtst onderhouden zullen worden.
Mochten er problemen vastgesteld worden tijdens de werken, dan is het bovendien ook zaak om dit zo snel mogelijk - ook schriftelijk - te melden, zodoende worden eventuele discussies vermeden en krijgt het probleem een datum.
Met dank aan: FAC, Novatio, Ask Renovatie en NeroQom