HET LEGIONELLABESLUIT
WETTELIJKE VERPLICHTINGEN INZAKE LEGIONELLA
Sinds 2007 geldt in Vlaanderen het legionellabesluit. Dat heeft tot doel om legionellabesmettingen te voorkomen en zo de volksgezondheid te vrijwaren. Het legionellabesluit schrijft onder meer een beheersplan en periodieke controles voor, alsook de toepassing van de BBT (Best Beschikbare Technieken) bij nieuwe of vernieuwde installaties.

TOEPASSINGSGEBIED
Publieke gebouwen
Het legionellabesluit en de bijbehorende BBT zijn van toepassing op de meeste publiek toegankelijke gebouwen en installaties die een risico voor het publiek kunnen vormen. Daaronder vallen alle nieuwe, publiek toegankelijke inrichtingen waar het publiek blootgesteld kan worden aan een of meerdere aerosolproducerende installaties zoals douches, jacuzzi’s …, maar ook renovaties van dergelijke inrichtingen zijn onderhevig aan het legionellabesluit.
Gaat het om een publiek gebouw waar er aerosolproducerende installaties aanwezig zijn, maar deze enkel toegankelijk zijn voor medewerkers, dan geldt het legionellabesluit echter niet. In dat geval moet echter wel nog steeds voldaan worden aan de federale welzijnswet.
Residentiële gebouwen
Residentiële gebouwen, inclusief de meeste appartementsgebouwen, vallen officieel niet onder het legionellabesluit. Hiervoor moet er met andere woorden geen beheersplan opgesteld worden, al wordt ten stelligste aangeraden om ook hier de voorschriften van de BBT op te volgen.
Vlaams besluit
Het legionellabesluit is in wezen een Vlaams besluit. Aangezien er in de andere gewesten geen gelijkaardige wetgeving bestaat – er gelden enkel voorschriften voor koeltorens en openbare zwembaden – wordt het ook daar regelmatig als referentie gehanteerd.

HOOG VS MATIG RISICO
In het legionellabesluit wordt een onderscheid gemaakt tussen hoogrisico-inrichtingen (ziekenhuizen, rusthuizen …) en matigrisico-inrichtingen (scholen, sporthallen, hotels, zwembaden, vakantiewoningen …). De algemene voorschriften zijn voor deze inrichtingen niet heel erg verschillend. In beide gevallen is bijvoorbeeld de BBT van toepassing, mits een aantal strengere eisen voor hoogrisico-inrichtingen.
Het verschil tussen beide types berust vooral op de inschatting van en reactie op een risico. Bij inrichtingen met hoog risico bereikt men bv. de fase van waakzaamheid als 30% van de stalen concentraties ≥ 1.000 KVE/l vertonen, van verhoogde waakzaamheid bij 30% ≥ 10.000 KVE/l en van melding wanneer het niveau van verhoogde waakzaamheid in drie opeenvolgende controles aangehouden wordt. Bij inrichtingen met matig risico bestaat het niveau van waakzaamheid niet.
Meer informatie over het legionellabesluit en de mogelijke maatregelen is beschikbaar via www.zorg-en-gezondheid.be.