WANNEER KEUREN?
Moet er steeds een keuring gebeuren of zijn er uitzonderingen? Is elke keuring hetzelfde of moet niet steeds alles gekeurd worden? Of het nu gaat om de verkoop van een woning, een nieuwe installatie, een uitbreiding of wijziging van de installatie, een verzwaring van de installatie of een tijdelijke installatie, er moet steeds een keuring gebeuren. Maar hoe zit het nu precies?
VERKOOP VAN EEN WONING
Bij de verkoop van een woning (van voor 1981) is het verplicht een controle te laten uitvoeren. Voor de installaties van na 1981 is dat niet verplicht in het kader van art. 276bis. Hou er rekening mee dat de notaris wel steeds een verslag van controle zal vragen. Zonder verslag kan de verkoop niet doorgaan. De bedoeling is om de koper een goed beeld te geven van de staat van de elektrische installatie bij de aankoop van een woning. Elke woning moet verplicht periodiek een keuring laten uitvoeren, dit om de 25 jaar.
NIEUWE INSTALLATIE
Voor de ingebruikname van een nieuwe installatie moet een volledige keuring uitgevoerd worden, dit overeenkomstig de regels beschreven in het AREI. Hierbij moet het controleorganisme bepalen of de elektrische installatie voldoet aan de voorschriften van het AREI. Pas daarna kan de energieleverancier de meter openzetten en de woning van elektriciteit voorzien. Een keuring is 25 jaar geldig, op voorwaarde dat men geen wijzigingen of uitbreidingen aanbrengt.
UITBREIDING OF WIJZIGING INSTALLATIES
Bij een uitbreiding of wijziging van de installatie moet een volledige, nieuwe keuring uitgevoerd worden. Een goed voorbeeld van een uitbreiding is de implementatie van een pv-installatie. Daarbij volstaat een keuring van de kring waarop de zonnepanelen zijn aangesloten en alles wat daardoor beïnvloed of aangetast zou kunnen worden. Stel bijvoorbeeld dat een hoofddifferentieel van 40 A aanwezig is en dat de zonnepanelen die daarachter zijn opgenomen nog eens 20 A leveren. Het gevaar in dit voorbeeld is dat bepaalde delen kunnen blootgesteld worden aan 60 A. Dat heeft als gevolg dat in sommige gevallen de kabelsectie dient te worden aangepast en dat men in sommige gevallen het differentieel van 30 mA moet verzwaren, in dit geval naar 63/30 mA. Verder is het verplicht om een differentieel van het type A te voorzien bij zonnepanelen, het type AC volstaat niet langer.
VERZWARING INSTALLATIE
Bij een verzwaring van de installatie zal eveneens een keuring uitgevoerd moeten worden. Als men bijvoorbeeld een verzwaring doorvoert van monofase naar drie fasen, dan verhoogt men het vermogen en moet nagegaan worden of de interne bekabeling van het elektrisch bord correct gekozen werd. Het spreekt eigenlijk voor zich dat een nieuwe keuring uitgevoerd dient te worden, gezien de grote impact die de verzwaring heeft op de installatie.
TIJDELIJKE INSTALLATIE
Voor een tijdelijke installatie, zoals een werfkast, beschrijft het AREI twee situaties. Wanneer de mensen op de werf voor een bedrijf werken, dan valt de installatie niet onder het huishoudelijke, maar onder het industriële luik en zijn er specifieke regels. Daarbij kan het differentieel namelijk afgestemd worden op de aarding, terwijl die bij huishoudelijke situaties vastligt. Indien het niet om een industriële situatie gaat, gelden de regels onder artikels 86 en 95 uit het AREI. Een werfkeuring is 13 maanden geldig. Het wordt ook steeds uitdrukkelijk vermeld dat de keuring enkel geldt voor deze werfkast tot de 13 maanden verstreken zijn. Nadien moet men een nieuwe keuring laten uitvoeren als de bouw langer zou duren dan deze 13 maanden.