HERVORMING AFVALSTOFFEN- EN VOEDSELVERSPILLINGSRICHTLIJN
Terugwinning afvalstoffen en preventie voedselverspilling
Afval of levensmiddel? De recente technische vooruitgang rond de optimalisering van grondstoffen en het respect voor het milieu in de voedselketen doet nieuwe juridische vragen rijzen met betrekking tot de regelgeving die op de producten van toepassing is. Op 22 mei 2018 heeft de Raad drie richtlijnen met betrekking tot afvalstoffen en de verpakkingen ervan definitief goedgekeurd, ter vervanging van de eerder geldende teksten. Ze zijn begin juli in werking getreden. We nemen er één van onder de loep: de gewijzigde afvalstoffenrichtlijn en de bepalingen ervan in verband met voedselverspilling.
DEFINITIE VAN VOEDSELVERSPILLING

Voedselverspilling vindt plaats in alle schakels van de voedselketen, van de landbouwproductie tot uiteindelijke consumptie, en neemt in de Europese Unie aanzienlijke proporties aan. Gemiddeld 173 kg levensmiddelen per persoon per jaar gaan immers verloren of worden verspild. Van alle EU-landen staat België, na Nederland, op de tweede plaats, met gemiddeld 345 kg voedselverspilling per persoon per jaar.
Op 2 december 2015 heeft de Europese Commissie in het kader van het pakket circulaire economie een herzieningsvoorstel met betrekking tot afvalstoffen ingediend. In het najaar van vorig jaar kwam er uiteindelijk een politiek akkoord. Daardoor werd het mogelijk om nieuwe teksten goed te keuren en werd de wil van de Europese instellingen om de Europese doelstellingen te versterken met betrekking tot de vermindering en het betere beheer van afvalstoffen opnieuw bevestigd.
De nieuwe afvalstoffenrichtlijn definieert voedselverspilling expliciet als 'alle levensmiddelen volgens artikel 2 van verordening (EG) nr. 178/2002 die afvalstoffen geworden zijn'. Ze stelt ook als doelstelling voorop om die verspilling tegen 2025 met 30% en tegen 2030 met 50% te verminderen. Die doelstellingen passen perfect in het kader van de reeds door Wallonië gevolgde beleidslijnen. In 2015 voerde de Waalse overheid immers een plan in om voedselverlies en -verspilling te bestrijden (Plan wallon de lutte contre les pertes et gaspillages alimentaires). Dat zogenaamde REGAL-plan bestaat uit 17 acties die bedoeld zijn om de verspilling in alle schakels van de voedselketen tegen 2025 met 30% te verminderen.
MAATREGELEN OM GIFTEN TE BEVORDEREN
Om deze doelstelling te halen, voorziet de richtlijn de mogelijkheid voor de lidstaten om bevorderingsmaatregelen in te voeren om onverkochte levensmiddelen in alle schakels van de voedselketen in te zamelen en ze in veilige omstandigheden opnieuw uit te delen, met name aan liefdadigheidsorganisaties. De goedkeuring van de 'barmhartige-Samaritaanwetten', die in bepaalde lidstaten al zijn ingevoerd, moet op Europees niveau veralgemeend worden.
Ook België heeft de afgelopen jaren al concrete maatregelen genomen om voedselverspilling te bestrijden. Een decreet van 13 maart 2014 van het Waalse parlement verplicht uitbaters van warenhuizen groter dan 2.500 m² om de onverkochte levensmiddelen aan te bieden aan minstens één organisatie die actief is in de voedselhulp. Ze moeten die verplichting naleven indien ze willen dat hun milieuvergunning wordt verlengd. Op lokaal niveau kunnen gemeenten er zelfs voor kiezen om die verplichting ook aan kleinere supermarkten op te leggen.
De nieuwe richtlijn stelt dat de bevorderingsmaatregelen voor voedselgiften fiscaal kunnen zijn, maar legt in dat opzicht geen verplichtingen aan de lidstaten op.
De lidstaten hebben echter niet op de hervorming gewacht om de btw die van toepassing is, op voedselgiften te verminderen en zelfs af te schaffen. Zo werd de btw in België in twee keer afgeschaft. Op 31 juli 2013 gebeurde dat voor de supermarkten wanneer ze onverkoopbare levensmiddelen aan de nationale voedselbanken schonken. In mei 2015 werd de vrijstelling naar alle liefdadigheidsorganisaties uitgebreid, waardoor voedselgiften via kleine winkels en buurtwinkels eenvoudiger werden.
BEHEER EN HERGEBRUIK VAN BIOAFVAL
De nieuwe tekst veralgemeent de afzonderlijke inzameling van bioafval door dit uit te breiden naar voedsel- of keukenafval van gezinnen, restaurants, kleinhandelaars en vergelijkbaar afval afkomstig van fabrieken die levensmiddelen verwerken.
De nieuwe bepalingen maken het mogelijk om het toepassingsgebied van de afvalstoffenwetgeving ten aanzien van de levensmiddelenreglementering beter te definiëren, terwijl het probleem van de voedselverspilling wordt begrepen. Zo kan de tekst voor industriëlen interessante mogelijkheden bieden op het vlak van afvalbeheer.