KEURING IS ENIGE GARANTIE OP VEILIGE INSTALLATIE
HOE DOORSTAAT U DE KEURING?
In elke woning, bedrijf of onderneming zorgt elektriciteit voor potentiële risico's waaraan bewoners of werknemers blootgesteld kunnen worden. Elektrische installaties zijn daarom onderworpen aan strikte regels en controles die beschreven staan in het AREI. Controleorganismen worden aangesteld om zulke elektrische installaties te keuren. Wat houdt een keuring eigenlijk in? Waarop moet gelet worden? En wat bij een eventuele afkeuring?
HET AREI
1981 & 1983
Op 10 maart 1981 wordt het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) bij Koninklijk Besluit ingevoerd. Het omvat een reeks maatregelen voor elektrische installaties die moet beschermen tegen de effecten van elektriciteit. Daarenboven bevat het voorschriften met betrekking tot de keuze en aanwending van elektrische leidingen, machines en apparaten. Het bepaalt eveneens dat elektrische installaties die na 1 oktober 1981 geplaatst werden, moeten gekeurd worden door een erkend controleorganisme volgens de regels van het AREI, alvorens ze in gebruik gesteld (mogen) worden. Het ging in 1981 om alle nieuwe en alle belangrijke uitbreidingen van bestaande huishoudelijke elektrische installaties. Op 1 januari 1983 verschijnt een uitbreiding van het AREI, waardoor het niet langer enkel van toepassing is op huishoudelijke, maar ook op industriële installaties. Verder in het artikel beperken we ons tot de huishoudelijke installaties.
Uitzonderingen
Bij elke keuring moet dus rekening gehouden worden met de datum waarop de elektrische installatie werd geïnstalleerd. Het AREI is van toepassing voor de indienststelling van nieuwe installaties, maar ook voor oude of nieuwe installaties in een oud gebouw. Gaat het om een installatie van voor 1981, dan zijn er afwijkende beschikkingen van toepassing die vallen onder het artikel 278 van het AREI. Werd de installatie na 1981 in gebruik genomen en er vindt bijvoorbeeld een periodieke controle plaats, dan kunnen de afwijkende beschikkingen van artikel 271bis van het AREI gebruikt worden.
WANNEER KEUREN?
Moet er steeds een keuring gebeuren of zijn er uitzonderingen? Is elke keuring hetzelfde of moet niet steeds alles gekeurd worden? Of het nu gaat om de verkoop van een woning, een nieuwe installatie, een uitbreiding of wijziging van de installatie, een verzwaring van de installatie of een tijdelijke installatie, er moet steeds een keuring gebeuren. Maar hoe zit het nu precies?

MEEST GEMAAKTE FOUTEN
De meeste fouten treden op door gebrek aan ervaring of onwetendheid. De regels zijn niet evident, dus als ze niet gekend zijn, is het moeilijk een correcte elektrische installatie te voorzien. Enkele van de meest gemaakte fouten:
• Gebrekkige aarding;
• Ontbreken van equipotentiale verbindingen;
• Ontkoppelde aardpennen;
• Isolatiefouten;
• Kapot of ouderwets materiaal;
• Verkeerde kabels of niet de juiste kleur;
• Verkeerde of geen correct differentieel;
• Smeltveiligheid waarbij de niet-verwisselbaarheid niet gegarandeerd is.

DE KEURING ZELF
Hoe een keuring gebeurt, hangt af van het controleorganisme dat de keuring komt uitvoeren en welke stappen men zal ondernemen. Wel kan gezegd worden dat de meeste controleorganismen gelijkaardige werkwijzen en aandachtspunten hanteren.
NIEUWE TECHNOLOGIEEN
Er wordt verwacht dat een nieuw AREI uitgebracht zal worden eind 2019, begin 2020, dit in een nieuwe vorm en met mogelijks nieuwe of aangepaste voorschriften. Het is op dit moment nog niet zeker of de teksten die aan de verschillende instanties werden voorgelegd, ook effectief zullen aanvaard worden. Het is dus afwachten tot er meer duidelijkheid is over het al dan niet verschijnen van deze vernieuwde versie van het AREI.
Domotica
Op dit moment zijn er nog geen symbolen of verplichtingen voor het in schema brengen van de verbindingen die gemaakt worden bij domoticasystemen. Daar is nood aan, want tot nu toe kan de configuratie van die domotica niet geverifieerd worden door de keurder. Het is echter niet eenvoudig om hier regels voor op te stellen, aangezien domotica zo complex, aanpasbaar en variabel is.
Elektrische wagen
In sommige gevallen zal voor de kring van een oplaadinrichting die voeding geeft aan een elektrische wagen, een differentieel van het type A niet meer volstaan en zal een type B aangeraden worden. Dit is afhankelijk van het merk/type wagen. Een type B dat voldoet aan alle voorwaarden die gesteld worden aan het type A, mag gebruikt worden.
AFKEURING
Vrije keuze
Indien een elektrische installatie afgekeurd wordt, zullen de gebreken op een controleverslag vermeld worden. In het geval van de verkoop van een woning en waarbij de installatie ouder is dan 1981 (of delen er van) heeft de eigenaar 18 maanden de tijd (na verlijden van de akte) om die gebreken aan te passen. Dateert de installatie van na 1981, dan heeft de koper 12 maanden om de gebreken te verhelpen. Dat houdt echter niet in dat ook zo lang gewacht moet worden met het oplossen van de aangegeven problemen. Er wordt aangeraden de problemen zo snel mogelijk te laten aanpakken door een ervaren elektricien en de elektrische installatie zo snel mogelijk opnieuw te laten keuren. Die herkeuring moet door hetzelfde controleorganisme gebeuren, behalve bij de verkoop van een woning van voor 1981. In dat geval mag de eigenaar in principe kiezen wie de herkeuring doet.
Gevolgen
Een controleorganisme is in principe niet bevoegd om gevolgen te koppelen aan een afkeuring. Stel dat de problemen nog steeds niet opgelost zijn na de herstelperiode, wordt simpelweg een nieuw PV opgesteld en gaat een nieuwe herstelperiode in. Het controleorganisme kan bij de verkoop van een woning de Federale Overheidsdienst (FOD) contacteren indien er na de herstelperiode van 18 maanden geen verbetering gebeurd is. Het FOD kan actie ondernemen. Ook verzekeringsmaatschappijen kunnen een probleem maken van afgekeurde elektrische installaties.
Met dank aan: Vinçotte