VAAK GEMAAKTE FOUTEN BRANDVEILIG AFDICHTEN

Er mogen dan wel meerdere technische oplossingen zijn om doorvoeringen af te dichten, toch is het niet altijd duidelijk welke oplossing nu precies gebruikt moet worden. Ondanks de verregaande pogingen om de oplossingen zo veel mogelijk te standaardiseren, blijft er soms een grijze zone. Fabrikanten testen hun afdichtingen op gestandaardiseerde massieve muren en lichte binnenwanden. Die testsituatie kan niet zomaar getransporteerd worden naar de situatie op de werf. Gezond verstand gebruiken is dus de boodschap en bij twijfel is het aangewezen om de best mogelijke brandweerstand te voorzien. Documenteer ook steeds wat u plaatste, desnoods met het nodige fotomateriaal. Het zou niet de eerste keer zijn dat een perfect afgedichte doorvoering in een later stadium van de bouw ongedaan gemaakt wordt door een minder precieze aannemer. Aansprakelijkheid wordt ook in de bouw steeds belangrijker, zorg dus voor voldoende 'juridische munitie', mocht het toch ooit tot een brand komen.
Vaak gemaakte fouten
De meeste fouten betreffen het gebruik van een foutieve afdichtingsmethode. Het gebruik van brandwerende kitten, terwijl de grootte van de doorvoering dat niet toelaat, polyurethaanschuim gebruiken voor de doorvoering van kabelgoten, manchetten gebruiken voor het doorvoeren van kunststof leidingen en elektriciteitskabels door hetzelfde gat: het zijn drie voorbeelden van dergelijke fouten.
Een tweede groep is het niet correct plaatsen van de juiste oplossing. Vooral brandwerende manchetten en kussens zijn hier het slachtoffer van. In het eerste geval is een verkeerde diameter vaak de boosdoener, de manchet moet goed aansluiten op de af te dichten kabel(bundel), de exacte speling is terug te vinden in het proefverslag van de fabrikant. Ook worden er soms manchetten met de verkeerde eigenschappen gebruikt. Bij brandwerende kussens gebeurt het dan weer frequent dat er te weinig gebruikt worden of dat ze te weinig samengedrukt worden, waardoor er toch een brandoverslag kan plaatsvinden. Een vaak over het hoofd gezien onderdeel betreft de bevestigingsmaterialen die gebruikt worden. Manchetten die bv. vastgezet worden met verkeerde pluggen die smelten bij een brand. Het is aan te raden metalen pluggen te gebruiken om dit te voorkomen.
Een derde groep is het foutief plaatsen van de installatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een te grote afstand tussen de ophangpunten voor de kabelgoten of een te grote kabelhoeveelheid in de kabelgoot. Wat de ophangpunten betreft, wordt er aangeraden om die op max. 500 mm van de wand te plaatsen en hiervoor stalen draadstangen en pluggen te gebruiken. Ook het bijplaatsen van kabels na het plaatsen van de afdichting kan problemen opleveren. De doorvoering moet uiteraard weer volgens de geldende regels dichtgemaakt worden, maar het is aan te bevelen om dit op te nemen in uw documentatie en werfverslagen.