BESLAG VAN KLAPDEUREN
OPHANGING
Klapdeuren kunnen op basis van hun ophanging worden opgedeeld in vier soorten. Het ophangen kan gebeuren met: veerscharnieren, pivotscharnieren, dorpelverren of vloerveren. Elk van deze systemen werkt met veren. Die zorgen er immers voor dat de deur dichtslaat en op de goede positie gaat stilstaan. Wel is het zo dat het ene systeem meer mogelijkheden biedt dan het andere. Veerscharnieren kunnen bijlange niet zo goed worden afgeregeld als de dorpel- en vloerveer.
Ook belangrijk bij de keuze van de ophanging is dat het gewicht van de deur in rekening wordt gebracht. Te zware deuren kunnen het scharnier of inbouwelement immers beschadigen, waardoor de deur gaat afhangen. Daarom is het nodig om het maximaal toegelaten draaggewicht van de ophanging zeker te raadplegen.
VEERSCHARNIEREN
In België worden standaard drie veerscharnieren gebruikt. Voor deuren (met een standaardhoogte van 2.115 mm en) breder dan 930 mm is een vierde scharnier aangewezen.
Werking
Veerscharnieren, met name de pennen, zijn zichtbaar. De pen die de twee bladen van een veerscharnier met elkaar verbindt, is uitgerust met een of meerdere veren. De veren kunnen worden opgespannen met een doorslag (stalen pin). De afregeling van de veerkracht bepaalt de spankracht van de deur (en dus de snelheid waarmee de deur dichtslaat). De positie van de deur in gesloten toestand is moeilijk af te regelen.
Plaatsing
Nadat het kozijn op maat van de deuropening is gezaagd en in de deuropening is bevestigd, wordt aan de scharnierkant een lat op het kozijn vastgemaakt met uitsparingen voor de scharnierknopen. De scharnieren worden op die lat bevestigd. Aan de slagkant van de deur komt een gelijkaardige lat die lichtjes is afgebogen zodat de deur kan zwaaien. Na het ophangen worden de veren aangespannen of gelost, in functie van de positie van de deur.
Eigenschappen
Veerscharnieren zijn relatief goedkoop. Wat meteen ook het voornaamste voordeel is van dit soort ophanging. Bemerkingen bij het systeem zijn dat de deur na het openen blijft wapperen (en doorzwaait) en dat de veren na verloop van tijd lam worden. Onderhoud en bijregeling van de veerscharnieren zijn dus nodig, maar gebeuren in de praktijk maar zelden.
Toepassing
Klapdeuren met veerscharnieren zijn vooral in hotels en bars te vinden. Daar zijn ze vaak niet op volledige hoogte gemaakt, zodat gebruikers eroverheen kunnen kijken. Ook in keukens worden ze wel eens gebruikt. Dan wordt meestal een patrijspoort voorzien, zodat botsingen worden voorkomen.
Brandwerend?
Er zijn brandwerende klapdeuren met veerscharnieren op de markt, hoewel die na verloop van tijd wel aan brandwerendheid kunnen inboeten. Met name als de deur door lam geworden veren niet goed meer sluit, is de deur niet langer brandveilig. Vandaar worden brandwerende klapdeuren met veerscharnieren niet aangeraden.
PIVOTSCHARNIEREN
Een pivotscharnier is een inbouwelement. Het scharnier bestaat uit twee dozen met pin die worden ingebouwd in de onder- en bovenzijde van het deurblad. De pinnen draaien boven- en onderaan in een opvangstuk.
Werking
De deur draait dus op twee punten. Het veersysteem zit meestal in de bovenzijde van de deur, want dat is makkelijker regelbaar (zo hoeft men niet op de knieën te zitten). Zowel de sluitkracht van pivotscharnieren als de uitlijning van de deur kan worden geregeld. De sluitkracht is iets beter regelbaar dan bij veerscharnieren. Het inbouwelement laat de veer bij het dichtslaan immers niet zomaar los, dat gebeurt vrij gecontroleerd, waardoor de terugslagkracht van de deur beter kan worden afgesteld. Toch zal de deur nog steeds doorzwaaien en dus niet meteen tot stilstand komen op het nulpunt.
Plaatsing
Een deurkader is niet nodig. De deur kan evengoed draaien op een punt in het plafond en in de vloer. Het scharnierpunt van de deur kan vrij gekozen worden (op minimaal 40 mm van de zijkant van de deur). Zo kan men brede deuren bijvoorbeeld laten roteren in het midden. De deur wordt eerst onderaan in het opvangstuk gezet, daarna in de deuropening gekanteld en vervolgens wordt de pin bovenaan uit de inbouwdoos gedraaid totdat die in het deurkader of plafond zit.
Eigenschappen
Het pivotscharnier, dat onzichtbaar kan worden ingebouwd, behoeft geen deurkader en de deur kan worden vastgezet op -90° en 90°. Een opmerking is wel dat deze deur blijft wapperen. Het pivotscharnier remt de deur niet af opdat die meteen tot stilstand komt.
Toepassing
De klapdeur met pivotscharnier wordt meestal geplaatst in residentiële interieurs en kantoren. Aangezien er voor dit scharnier geen deurkader nodig is, kunnen architecten creatief omgaan met ruimtelijke volumes en wanden.
Brandwerend?
Momenteel zijn er geen brandwerende klapdeuren met pivotscharnieren op de markt.
DORPEL- EN VLOERVEREN
De werking van de dorpel- en vloerveer is dezelfde. Enkel de plaats waar ze worden geïnstalleerd, is verschillend. De dorpelveer wordt boven in het kozijn weggewerkt, de vloerveer in de vloer.
Werking
De dorpel- en vloerveer zijn volledig hydraulische systemen. Het zijn een soort pompen. De veren worden afgeremd door hydraulische olie. Als gevolg kan de terugslagkracht van de deur worden geregeld en kan de deur tijdens het sluiten ook worden afgeremd zodat die gecontroleerd sluit en niet doorzwaait. Met behulp van de regelschroeven kan worden bepaald wanneer de deur afremt en in welke mate ze afremt. De deur zal dus na het loslaten afremmen en vervolgens tot rust komen in lijn met de muur.
Plaatsing
Wanneer het kozijn niet breed genoeg is om een dorpelveer in te bouwen (namelijk minimaal 80 mm), wordt de veer het best in de vloer ingebouwd. Hier moet wel al vroeg in het afwerkingsproces rekening mee worden gehouden (zeker als elektrische bekabeling, vloerverwarming of sanitaire buizen zijn voorzien). De vloerveer valt wel meer op dan de dorpelveer doordat de afdekplaat ervan breder is dan de breedte van het deurblad.
- De vloerveer heeft een inbouwdiepte van 40 à 50 mm. De inbouwdoos wordt afgedekt met een plaat (meestal uit waterdichte inox) die wat uit de vloer steekt. Om esthetische redenen is het wel de bedoeling dat de deur rakelings over de vloerplaat draait (meestal wordt een speling van 4 mm gehanteerd). Op de inbouwdoos staat een as (pin), die als eerste draaipunt dient. In het kozijn wordt een tweede draaipunt geplaatst, namelijk een plaat met pin. De deur draait boven en beneden dus op een aspunt. De pinnen draaien in uitsparingen die in de deur zijn gefreesd.
- De dorpelveer komt in een infrezing die in het kozijn wordt voorzien. Het is mogelijk om deze veer zo goed als onzichtbaar in te werken (afgedekt in het materiaal van het kozijn en desnoods overschilderd). Het tweede draaipunt bevindt zich op de vloer en zit verborgen onder het deurblad.
De deur wordt boven- of onderaan in de draaias gezet en vervolgens gekanteld in de deuropening. Daarna wordt de aspin uitgedraaid zodat de deur vastzit.
Eigenschappen
Dat deze veren erin slagen om de deur gecontroleerd te sluiten, is het grootste voordeel. De deur kan worden vastgezet op -90° en 90°. Dankzij het 'pompsysteem' blijft de deur ook mooi dicht, ook bij tocht. De dorpel- en vloerveer zijn wel de duurste oplossing en vereisen ofwel een uitsparing in de vloer ofwel in het kozijn, wat praktisch gezien niet altijd mogelijk is. Als de pomp stuk is, verliest die olie.
Toepassing
Dorpel- en vloerveren zijn te vinden in grootkeukens (veelal met patrijspoort), maar ook in openbare gebouwen voor compartimenteringsdeuren en vluchtdeuren waar de vastzetstanden vaak worden geactiveerd.
Brandwerend?
Er zijn brandwerende klapdeuren met dorpel- en vloerveren op de markt. Zit de inbouwdoos in het kozijn, dan wordt die volledig omkast met een schuimvormend product dat bij brand alle openingen gaat opvullen. Het deurpaneel bestaat, net als bij een gewone branddeur, uit een spaanplaat met langs beide zijden high-density fiberboards (hdf) ofwel uit een stabiliteitspaneel dat in hoogte en breedte makkelijk aanpasbaar is. In het kader zit ook een schuimvormende strip die de volledige deuropening afsluit bij brand. De opening tussen het metselwerk en het kozijn wordt opgevuld met rotswol of brandwerend schuim. De klapdeur is wel iets dikker (50 mm) dan een brandwerende draaideur (40 mm). Wanneer wordt geopteerd voor brandwerende deuren die op 90° kunnen worden vastgezet, bestaat de keuze uit:
- Elektromagneten: van zodra de brandcentrale een melding geeft, worden de magneten gelost.
- Vastzetstand in de inbouwdoos zelf, die via een elektrisch signaal vanuit de brandcentrale kan worden gedeactiveerd.
Mechanische vastzetting voor brandwerende klapdeuren is verboden.
SLOTEN
In een enkele klapdeur kan een gewoon slot worden voorzien. Voor klapdeuren met twee vleugels zijn stangsloten op de markt. Op het moment dat de deur wordt gesloten, komt boven- en onderaan een stang uit de deur die in het kozijn en de vloer schuift.
UITBEKLEDING
Een klapdeur wordt vaak gespot bekleed met roestvrij staal. Vooral in grootkeukens, want inox is makkelijk reinigbaar, hygiënisch en bestand tegen een kras of stoot. Niettemin kan een klapdeur, net als een gewone deur, in gelijk welk materiaal worden uitgevoerd en worden afgewerkt met o.a. fineer.