Adviserende rol schrijnwerker inzake relatieve luchtvochtigheid
Goed geïnformeerde klanten zijn tevreden klanten

Tijdens strenge winterprikken krijgen schrijnwerkers dikwijls te maken met vragen van klanten met betrekking tot schade aan hun parket. Sommige vloeren scheuren, barsten of bollen op door een te lage luchtvochtigheid in de woonruimte. Toch is niet enkel het parket, maar ook ander houten schrijnwerk aan deze schade onderhevig. Deze problemen zijn echter niet de schuld van de plaatser, mits hij/zij de klant echter van advies inzake de luchtvochtigheid voorzien heeft na de plaatsing van het houten schrijnwerk.
Luchtvochtigheid
Wanneer we spreken over de relatieve luchtvochtigheid in een gebouw, spreken we over het percentage waterdamp die een ruimte bevat ten opzichte van de maximale hoeveelheid waterdamp die de lucht kan bevatten.
Hout zal van deze vochtigheid altijd een deel opnemen. Wanneer de lucht bijgevolg vochtiger wordt, zal het hout dit vocht opnemen. Wordt het hout daarentegen geconfronteerd met een te lage luchtvochtigheid dan zal het een deel van het eigen houtvochtgehalte afgeven.
Wetgeving
Bij Buildwise geldt de algemene aanbeveling dat het percentage relatieve luchtvochtigheid in een ruimte voor, tijdens en na de plaatsing van houten schrijnwerk binnen de grenzen van minimaal 30 tot maximaal 60% dient te liggen. Een meer ideale begrenzing zou tussen de 40 en 55% liggen.
Dit percentage is bovendien niet enkel gunstig voor de kwaliteit van het opgeleverde schrijnwerk, maar ook optimaal voor de gezondheid van bewoners en beplanting. Echter, een relatieve luchtvochtigheid van 50% is het perfecte streefdoel, al is het zeer moeilijk om (altijd) aan dit percentage te voldoen.
Meten is weten
Hout liegt niet. Als het hout begint te barsten, dan is de luchtvochtigheid te laag. Is schimmelvorming het probleem, dan is dat te wijten aan een te hoge luchtvochtigheid.
Het ideale percentage relatieve luchtvochtigheid voor, tijdens en na de plaatsing van houten vloeren ligt tussen de 40 en 55%

Hygrometers
Het is dan ook voor elke schrijnwerker een aanbeveling om altijd een hygrometer bij zich te hebben. Wat u echter wel moet begrijpen, is dat de hygrometer aan momentopnames doet. Zo is het perfect mogelijk dat de ene dag de luchtvochtigheid perfect is voor de plaatsing, terwijl we de daaropvolgende dagen, door bijvoorbeeld een langere vriesperiode, spreken van een slechte luchtvochtigheid.
Dataloggers

Er bestaan echter ook apparaten die over een langere periode - bijvoorbeeld een week - de temperatuur en luchtvochtigheid op de werf of in de woning registreren. Deze dataloggers worden echter enkel in probleemgevallen (grote schade, vermoeden van slechte vloerverwarming of ventilatieproblemen ...) gebruikt.
Gedrag van hout
De schade die optreedt bij een te lage of te hoge luchtvochtigheid is te verklaren door het feit dat hout van nature een vochtgevoelig en levend materiaal is. Hout stelt zich namelijk altijd in evenwicht met het aanwezige vochtgehalte in de ruimte waar het geplaatst is.
Houten vloeren zouden volgens opgelegde normen een vochtgehalte tussen de 8 tot 12% moeten bezitten. Dit gehalte zal het ook behouden wanneer de ruimte waarin de vloer geplaatst is, conform de eerder vermelde luchtvochtigheidsgrenzen is. Hout stelt zich immers altijd in evenwicht.
Is het houtpercentage bijvoorbeeld 8% en de luchtvochtigheid 60%, dan zal het houtvochtgehalte zich bijstellen naar een hoger percentage. Omgekeerd, bedraagt de luchtvochtigheid 20%, dan zal het hout zijn vocht vrijgeven. Dit is allemaal afhankelijk van houtsoort tot houtsoort. Zo zien we dat massief hout minder en trager reageert dan plaatmateriaal.
Plaatsingsvoorwaarden
Om te voorkomen dat er in een latere fase schade ontstaat op het houten schrijnwerk, geldt dat de schrijnwerker er te allen tijde voor dient te zorgen dat de termijnen van alle aanwezige partijen op de werf gerespecteerd worden.
Zo is het uit den boze om houten parketvloeren te plaatsen wanneer de muren pas gepleisterd zijn, en dus nog vochtig zijn. Dit werkt namelijk nefast voor de kwaliteit van het hout.
Daarnaast is het ook de bedoeling dat de werfomstandigheden gerespecteerd worden. Zo moet de woning van glaspartijen voorzien zijn, dient er een verwarmingsinstallatie aanwezig te zijn aangezien er een minimumtemperatuur van 15 °C geldt …
Vloerverwarming
Met betrekking tot de luchtvochtigheid speelt ook de factor temperatuur een bepalende rol in schadegevallen. Zo kan verwarming, in combinatie met een ventilatiesysteem, leiden tot een droger binnenklimaat.
Wanneer er gewerkt wordt met vloerverwarming onder het parket, is er dus vanzelfsprekend sprake van een (eerder negatieve) invloed. Bij een verhoging van de temperatuur in geval van vloerverwarming, daalt de relatieve luchtvochtigheid en wordt de kans op vervormingen van de houten planken, en dus eventuele definitieve schade, mogelijk.
Belangrijk bij de keuze voor de combinatie parket en vloerverwarming is dan ook dat er een continue verwarming voorzien wordt en dat de opstart/opwarming geleidelijk aan gebeurt.
Ingefreesde vloerverwarming
Een nieuwe trend die hierbij aansluit is die van de ingefreesde vloerverwarming. Deze is perfect compatibel met houten vloeren, maar wordt in de praktijk dikwijls toegepast bij verbouwingen. Het grootste probleem daarbij is echter dat - in tegenstelling tot nieuwbouw - de (vloer)isolatie niet al te hoog is. Het probleem hiervan is dat men de woning niet gemakkelijk verwarmd krijgt. In het geval van ingefreesde vloerverwarming drijft de bewoner ten gevolge van die problematiek de temperatuur op en wordt de houten vloer kapot gestookt. Als dit zich in combinatie met een lage luchtvochtigheid voordoet, dan volstaat het te zeggen dat dit moordend is voor het hout.

Pas wanneer de problemen zich voor een lange periode voordoen, zullen de gevolgen niet uitblijven. In dit voorbeeld is de luchtvochtigheid optimaal, alsook dus de kwaliteit van de vloer
Gevolgen op lange termijn
Het mag dus duidelijk zijn dat er, als de luchtvochtigheid in een ruimte zich buiten de minimum- en maximumgrenzen bevindt, schade als gevolg kan optreden.
Het is echter niet zo, en dat is een belangrijke kanttekening, dat als een ruimte gedurende twee dagen een luchtvochtigheid vertoont van minder dan 30%, de klant met permanente schade zal zitten. Pas wanneer dit zich voor een langere periode voordoet, zullen de gevolgen niet uitblijven.
Aansprakelijkheden schrijnwerker
In het geval van schade bij houten schrijnwerk wijst de klant al snel met de beschuldigende vinger naar de schrijnwerker in kwestie. Echter, zoals vaak het geval is inzake luchtvochtigheidsproblemen, is de schrijnwerker achteraf niet verantwoordelijk voor de fout, mits hij/zij kan bewijzen dat de klant duidelijk geïnformeerd was.
Wie is verantwoordelijk voor, tijdens en na de plaatsing?
Tijdens de uitvoering van de werken is het de schrijnwerker die verantwoordelijk is voor de fouten die begaan worden. Het is zijn taak om de luchtvochtigheid dagelijks voor en tijdens de werken te controleren en maatregelen te nemen om problematische metingen op te vangen.
Concreet dient de schrijnwerker in probleemgevallen de bouwheer op de hoogte stellen, die op zijn beurt moet zorgen voor een oplossing. Na de oplevering van de werken is het nog steeds de verantwoordelijkheid van de bouwheer om aan de hand van meetapparaten de werfomstandigheden in het oog te houden en bij te sturen waar nodig.
Adviserende rol schrijnwerkers
Om misverstanden en klachten van klanten te vermijden, is het belangrijk dat de schrijnwerker zijn adviserende rol serieus neemt.
In geval van schade is de schrijnwerker achteraf niet verantwoordelijk, mits fysiek bewijs dat de klant duidelijk geïnformeerd was
In principe is het namelijk zo dat elke plaatser zijn klanten advies moet geven. Het is dus de taak van de schrijnwerker om aan zijn klant duidelijk de problematiek van de luchtvochtigheid uit te leggen. Gebeurt dit niet en is de klant dus niet op de hoogte van de eventuele risico’s van een te lage en/of te hoge luchtvochtigheid, dan is op zijn minst een zekere ontevredenheid bij de klant niet uit te sluiten.
Een aanrader is om het verleende advies, naast de mondelinge overlevering, ook schriftelijk op de offerte te plaatsen. Op die manier kunnen plaatsers achteraf schriftelijk bewijzen dat het advies wel degelijk verleend werd.
Oplossingen lage luchtvochtigheid
Impact isolatie-eisen
De alsmaar strenger wordende isolatie-eisen en de hogere graad van luchtdichtheid zorgen ervoor dat een correcte ventilatie belangrijker wordt voor een gezond binnenklimaat waarin onder ander de luchtvochtigheid in balans is om comfortabel te kunnen wonen en geen schade te hebben aan materialen.

De combinatie van verse (droge) lucht die binnengehaald wordt, met het feit dat die verse lucht ook nog eens droger wordt wanneer die opwarmt, kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat de relatieve luchtvochtigheid afneemt. Daarnaast zijn de systemen ook in staat om vochtige lucht af te voeren. In het geval van een te hoge luchtvochtigheid brengen ventilatiesystemen dan ook de oplossing.
Bij probleemgevallen met ruimtes met een te lage luchtvochtigheid ligt de invloed van ventilatiesystemen enigszins anders. Daar kan een vraaggestuurd systeem, waarbij enkel geventileerd wordt wanneer het nodig is, het overtollige vocht afvoeren en het resterende vocht zoveel mogelijk binnenhouden. Zonder vraagsturing, wordt meer vocht dan nodig afgevoerd.
Luchtbevochtigers
Duidelijk is dat een stabiele en correcte luchtvochtigheid staat voor een gewaarborgde kwaliteit van het schrijnwerk. Luchtbevochtiging door middel van luchtbevochtigers kan hier voor vele ruimtes een oplossing bieden. Deze toestellen zorgen namelijk, indien tijdig bijgevuld, voor een constante toevoer van vocht bij droge weersomstandigheden. De schrijnwerker doet er dus goed aan om tijdens zijn adviesverlening de klant hier duidelijkheid in te brengen.
