Aandachtspunten bij CE-markering voor aluminium schrijnwerk

De CE-markering is cruciaal voor elke fabrikant van aluminium schrijnwerk die binnen Europa actief is. Dit label garandeert dat je voldoet aan de strikte Europese normen, maar het roept ook vaak vragen op over de praktische toepassing ervan. Wat zijn uw verantwoordelijkheden? Ben je vrijgesteld in geval van maatwerk? Wat moet er precies gedeclareerd worden? De Federatie Aluminium Constructeurs biedt vanaf oktober 2024 een zo helder mogelijk antwoord op deze vragen met de herziening van hun kwaliteitshandboek. Dit artikel geeft alvast een eerste inkijk in hun inspanningen om de sector te ondersteunen!
Doel CE-markering
De CE-markering heeft twee hoofddoelen:

- Vrije handel binnen Europa: Net zoals het vrij verkeer van personen binnen Europa is toegestaan, wil men met de CE-markering een vrije handel van goederen bewerkstelligen. Producten die voldoen aan de CE-regels kunnen zonder belemmeringen binnen de Europese Economische Ruimte (EER) worden verhandeld.
- Harmonisatie van productveiligheid en -gezondheid: Door middel van gestandaardiseerde normen voor testmethoden en prestatieclassificaties wordt de veiligheid en gezondheid van producten gewaarborgd. Dit zorgt ervoor dat dezelfde eisen gelden voor alle lidstaten.
Wat is de CE-markering?
De CE-markering is een verplicht label dat op producten moet worden aangebracht voordat ze in de EER mogen worden verhandeld, ongeacht waar ze werden vervaardigd. Dit label is geen keurmerk en zegt op zich dus niets over de kwaliteit van het product. Het geeft aan dat de fabrikant garandeert dat het product voldoet aan de Europese richtlijnen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.

Bij de CE-markering hoort ook een prestatieverklaring (Declaration of Performance, DoP), waarin de fabrikant de prestaties van het product verklaart en aangeeft dat het product voldoet aan de technische eisen van de EU. Elke fabrikant is verantwoordelijk voor de correcte aanbrenging van de CE-markering en de opstelling van de DoP.
Geschiedenis
De CE-markering bestaat al sinds de jaren '80, met de invoering van de eerste Europese richtlijnen voor bouwproducten (CPR). Voor ramen en deuren geldt sinds 2006 de norm EN 14351-1. Al snel leidde de onduidelijkheid in regelgeving echter tot veel interpretatieverschillen. Hierdoor werd de toegevoegde waarde van de CE-markering door velen in twijfel getrokken. Die twijfel werd in de hand gewerkt door de afwezigheid van de vraag ernaar in de markt en door de bevoegde instanties.

Uitzondering op maatwerk: van toepassing op schrijnwerk?
Bovendien voorzag 'artikel 5 van VERORDENING (EU) Nr. 305/2011' enkele uitzonderingen, met name voor maatwerk dat niet seriematig wordt geproduceerd en/of producten die op de bouwplaats worden vervaardigd. Veel fabrikanten die hun eigen productie ook installeren, gingen er ten onrechte van uit dat zij onder deze uitzondering vielen.
Echter, artikel 5 stelt ook dat de uitzondering alleen van toepassing is als er geen uniale of nationale regelgeving is die vereist dat de essentiële kenmerken van het product worden aangegeven. Inmiddels hebben de overheden en bevoegde instanties verduidelijkt dat deze uitzondering de verplichting tot het aanbrengen van het CE-label niet opheft, aangezien er regelgeving bestaat die de thermische prestaties van producten voorschrijft. Daarom moeten de thermische prestaties van het product altijd worden gedeclareerd.
Toenemende controle ... én verwarring
Sinds enkele jaren is er in België - na een aanmaning van Europese bevoegdheden - meer aandacht voor de correcte toepassing van de CE-markering. In België bracht de FOD Economie in 2022 een gids uit voor het aanbrengen van de CE-markering en het opstellen van prestatieverklaringen. Vanaf 2023 werden er controles uitgevoerd om de naleving van de regelgeving te waarborgen.

Deze controles brachten echter aan het licht dat, ondanks dat de gids een veel duidelijker kader schept voor de toepassing van de CE-markering, de praktische uitvoering voor de schrijnwerker niet altijd even sluitend is.
De FAC had daarom de ambitie om samen met de officiële instanties de laatste openstaande kwesties op te lossen. Echter, het Europese wetgevend kader rond deze richtlijnen en productnormen laat geen ruimte aan andere instanties om eigen interpretaties of aanvullingen op bepaalde onduidelijkheden te doen. Desondanks vindt u in het FAC handboek een samenvatting van hoe de CPR en de productnormen praktisch kunnen worden toegepast, zonder in strijd te zijn met de richtlijnen.
Dit hoofdstuk over de CE-markering, onderdeel van de FAC Kwaliteitseisen en adviezen, zal vanaf begin oktober 2024 beschikbaar zijn op hun website.
Voor wie geldt de verplichting?
Elke constructeur (met uitzondering van installateurs die complete elementen installeren zonder de prestaties van het product te beïnvloeden) is verplicht de CE-markering toe te passen. Dit geldt voor klassieke ramen, deuren en gordijngevels. De constructeur moet kunnen aantonen dat hij over een FPC (Factory Production Control) beschikt. Aangezien dit ook een basisvereiste is binnen het FAC-keurmerk heeft elk FAC-lid reeds bewezen hierover te beschikken.
De CE-markering moet toegepast worden zoals beschreven in paragraaf 16.4.1 van het F.A.C.-handboek en een DoP-verklaring opstellen volgens paragraaf 16.4.2.

Uitzondering: geen compleet product
Een constructeur die enkel het frame levert zonder de bijbehorende beglazing of vulling, mag de CE-markering in principe niet aanbrengen, aangezien deze geen compleet product levert. In dat geval moet de klant, afnemer of dealer, die vulling en frame samenbrengen tot een afgewerkt product, de CE-markering toepassen.
Deze kan het opstellen van de CE-markering en de DoP-verklaring wél delegeren aan de constructeur/fabrikant, mits er een schriftelijke overeenkomst is of een vermelding op de bestelbon. Zo kan de constructeur/fabrikant dezelfde werkwijze hanteren, onafhankelijk of hij nu met of zonder vulling leverde en/of al dan niet de montage zelf verzorgt.
De afnemer moet de constructeur de nodige informatie over de vulling verstrekken, zodat de correcte prestaties gedeclareerd kunnen worden. De klant, afnemer of dealer blijft echter te allen tijde verantwoordelijk voor de juiste toepassing van de CPR.

Uitzondering voor veiligheidseisen
Zodra er een veiligheidseis van toepassing is, valt het product onder het AVCP-systeem 1, wat betekent dat de CE-markering onder toezicht van een onafhankelijke keuringsinstantie moet gebeuren. Dit geldt onder andere voor branddeuren, rookluiken, structurele verlijmingen, maar ook voor paniek- of nooddeuren, wat vaak over het hoofd wordt gezien. In dat geval moet de constructeur een overeenkomst afsluiten met een erkende keuringsinstantie (Notified Body) die bevoegd is voor de desbetreffende geharmoniseerde norm.
CE-markering aanbrengen
Waar?
Het CE-document of -label hoeft niet fysiek op het element te worden aangebracht; het mag ook worden toegevoegd aan begeleidende documenten zoals een paklijst, leverbon of factuur. Het document moet echter aangeleverd worden zodra de betreffende elementen de fabriek verlaten.
Individuele elementen versus groepen
De CE-markering en de bijbehorende DoP kunnen per raam- of gevelelement worden opgesteld, maar ook per type, soort of geveldeel. Bij de declaratie van een individueel element moet per essentieel kenmerk de minimale gegarandeerde prestatie worden opgegeven.
Bij declaraties van groepen moet de slechtste prestatie van elk individueel element worden opgenomen. Voor gordijngevels staat de norm toe om een gemiddelde prestatie voor het hele project op te geven, mits deze gehele dezelfde kenmerken en prestaties hebben. Gebouwen kunnen ook worden opgedeeld per type gordijngevel met dezelfde prestaties. Samengevoegde raamgehelen mogen als één geheel worden gedeclareerd.
Hoeveel essentiële kenmerken declareren?
Voor de essentiële kenmerken mag een NPD (No Performance Determined) worden genoteerd, tenzij deze vallen binnen een wettelijk kader of relevant zijn voor de veiligheid van het product. Minimaal één essentieel kenmerk moet echter worden gedeclareerd. Aangezien de U-waarde onderhevig is aan een wettelijk kader (EPB), moet deze verplicht worden vermeld. Voor brandwerende buitendeuren moet altijd de brandwerendheid (EI-classificatie) worden gedeclareerd.
Bepaling van de prestaties
De constructeur is zelf verantwoordelijk voor de prestaties die hij declareert en waar hij garant voor staat. Over het algemeen moet de gedeclareerde prestatie voldoen aan twee criteria:
- Minimale eisen: Deze zijn vastgelegd in het prestatiebestek van de opdrachtgever of in de relevante normeringen, richtlijnen of Technische Voorlichtingen.
- Maximale prestatie: Dit wordt aangetoond via ITT-testen, projectmatige testen of berekeningen.
Voor het gebruik van de ITT-testen van de systeemleverancier om de prestaties te bepalen, moet er een overeenkomst zijn tussen de ITT-houder (meestal de systeemleverancier) en de constructeur. De productnorm bepaalt voor elk essentieel kenmerk welke normeringen of testmethodieken de prestatie vaststellen en hoe de classificatie moet worden weergegeven. Voor de meeste kenmerken zijn deze gegevens vervat in de ITT of worden ze op andere manieren aangeleverd door de systeem- of andere leveranciers.
De minimale eisen voor de belangrijkste essentiële of te declareren prestaties, zoals vermeld in bijlage ZA van de relevante geharmoniseerde norm, worden uitgebreid behandeld in hoofdstukken 4 en 5 van het F.A.C.-handboek.
Voor essentiële prestaties, zoals de U-waarde, wordt vaak gebruik gemaakt van specifieke berekeningssoftware die door de systeemleverancier wordt aangeleverd.
Aandachtspunten bij groepering van elementen
Het is mogelijk dat door het groeperen van producten de prestaties van individuele elementen beter zijn dan de gedeclareerde prestaties die bij de CE-markering horen. Ook is het gebruik van waarde bij ontstentenis (zoals getabuleerde waarden) toegestaan.
De gedeclareerde prestatie hoeft niet exact overeen te komen met de resultaten van de ITT-testen van het producttype, maar ze moeten wel voldoen aan de projectspecificaties.
Wat wél belangrijk is, is dat uit het technisch dossier van de constructeur duidelijk blijkt hoe de gedeclareerde prestatie is bepaald. De constructeur blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de prestaties die hij declareert, ook als hij zich baseert op informatie of software van derden.
Voor wie meer of gedetailleerdere informatie zoekt, is het aan te raden om vanaf oktober het F.A.C.-handboek te raadplegen via de volgende link: web.fac-belgium.eu/fac-kwaliteitshandboek.