Een overzicht van de Europese SUP & PPWR
Verpakkingswetten die de voedingsindustrie ingrijpend veranderen

Nu de Europese Green Deal steeds meer wordt uitgewerkt in concrete wet- en regelgeving, zien voedingsbedrijven heel wat nieuwe verplichtingen op zich afkomen. Vooral op het vlak van verpakkingen zijn er in de vorm van SUP en PPWR enkele ingrijpende veranderingen aanstaande. Wat houdt deze wetgeving precies in en wat zijn de concrete gevolgen voor voedingsbedrijven? En welke verpakkingswetten komen er nog aan?
Green Deal
De Europese Green Deal is de overkoepelende naam van een reeks wetten en initiatieven die ervoor moeten zorgen dat Europa tegen 2050 klimaatneutraal is. Een belangrijk onderdeel van dit omvangrijke pakket is het circular economy action plan. Onder deze paraplu valt een aantal concrete wetten op het gebied van verpakkingen.
Veel technische details zijn nog onduidelijk, bijvoorbeeld omdat de Europese Commissie deze nog moet uitwerken. We kunnen echter wel alvast de doelstellingen, achtergronden en belangrijkste bepalingen van de relevante wetten bespreken.


Single Use Plastic Directive (SUP)
Doel wetgeving
De Single Use Plastic Directive (SUP) dateert uit 2019 en moet worden gezien in het licht van plasticafval in oceanen. Deze wet heeft als hoofddoel om de aanwezigheid van kunststof in de zee te verminderen. Lidstaten moeten hiervoor maatregelen treffen om het gebruik van plastic drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik drastisch terug te dringen.
De wetgeving is breder dan alleen verpakkingen en omvat bijvoorbeeld ook sigarettenpeuken. Daarnaast bevat ze maatregelen die verdergaan dan het terugdringen van zwerfvuil, zoals de verplichte toevoeging van gerecycled materiaal in PET-flessen.
De Europese Commissie heeft door middel van richtlijnen verduidelijkt welke verpakkingen van toepassing zijn, voornamelijk drankverpakkingen en 'foodcontainers'. Het woord 'plastic' kan misleidend zijn, aangezien de wetgeving niet alleen plastic verpakkingen betreft, maar alle verpakkingen die plastic bevatten. Een drankkarton is dus ook een SUP-verpakking, evenals een kartonnen beker met een plastic laagje.

Achtergrond
De wet is een Europese richtlijn. Dat wil zeggen dat België de wet moet omzetten in nationale wetgeving en eigen accenten mag leggen. Er kunnen dus verschillen zijn tussen landen. Veel bepalingen van de SUP-richtlijn zijn al omgezet, hetzij via federale wetgeving, regionale wetgeving of via de erkenning van Fost Plus.
Eigenlijk had de richtlijn al in juli 2021 opgenomen moeten zijn in nationale wetgeving, maar in België gebeurde dat onlangs pas. Een belangrijke oorzaak van deze vertraging is dat het eerste Koninklijk Besluit (KB) in december 2021 nietig werd verklaard door de Raad van State, nadat een bedrijf bezwaar had gemaakt. De regering had namelijk extra bepalingen opgenomen die verder gingen dan de richtlijn voorschreef. Het gevolg is dat veel bepalingen uit de richtlijn pas recent van kracht zijn in België, kort nadat het herziene KB in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd.
De SUP bevat maatregelen die verdergaan dan het terugdringen van zwerfvuil, zoals de verplichte toevoeging van gerecycled materiaal in PET-flessen
Belangrijkste bepalingen
De wet betreft veel bepalingen. We benoemen hieronder enkel de meest in het oog springende.
- De SUP verplicht drankproducenten om alle doppen aan drankverpakkingen te bevestigen – ook wanneer de dop wordt opengedraaid.
- Een ander gevolg van SUP is het verbod op bepaalde plastic voorwerpen, zoals rietjes, bestek, borden, roerstaafjes, wattenstaafjes en 'foodcontainers' in XPS.
- Drankverpakkingen van PET moeten gemiddeld 25% gerecycleerd materiaal bevatten. Overige drankflessen moeten vanaf 2030 minimaal 30% gerecycleerd materiaal bevatten. Elk land moet aantonen dat dit daadwerkelijk gebeurt. In België neemt Fost Plus deze taak op zich.
- De SUP vereist ook een minimum gehalte aan gerecycleerde kunststoffen op bepaalde kunststofproducten.
- Er komt verbod op lichte plastic draagtassen.

Voor bepaalde plastic drankverpakkingen en plastic voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik moeten lidstaten bovendien aantonen dat de consumptie in hun land tussen 2024 en 2026 vermindert. Deze bepaling leidt tot concrete maatregelen, zoals het verplichte gebruik van herbruikbare bekers op regionaal niveau, of het verbieden van plastic bekers op nationaal niveau.
In België is in plaats van voor consumptievermindering gekozen voor een gefaseerd verbod op bepaalde plastic drankverpakkingen en 'foodcontainers' voor eenmalig gebruik. Er zijn drie data aangewezen: 2026, 2028 en 2030. Voor elke datum geldt een percentage aan maximum toegelaten kunststof. Wie bijvoorbeeld in 2026 nog een 'foodcontainer' voor eenmalig gebruik met meer dan 10% kunststof op de markt wil brengen, voldoet niet aan de regels. In 2028 en 2030 wordt dit percentage teruggebracht naar maximaal 8 en maximaal 6 of in sommige gevallen 3%.
Wanneer deze bepalingen van kracht zijn, verschilt per geval. De hierboven genoemde belangrijkste bepalingen gaan of in 2025 in werking, of werden recent van kracht, kort nadat het KB werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Sinds 3 juli 2024 moeten de doppen in alle lidstaten aan de plastic fles bevestigd zijn.

Packaging and Packaging Waste Regulation
Het doel
Een andere belangrijke wet die op komst is, is de Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR). Deze wet werd net voor de Europese verkiezingen gefinaliseerd, maar de tekst moet nog juridisch opgekuist worden en formeel voor de laatste keer door het Parlement goedgekeurd worden. Dit zou een formaliteit moeten zijn die in het najaar plaatsvindt.
Het doel van deze wet is dat alle verpakkingen tegen 2030 recycleerbaar of herbruikbaar zijn. De PPWR gaat dus niet zoals SUP enkel over kunststofproducten, maar is van toepassing op alle mogelijke verpakkingen die op de Europese markt komen, zowel huishoudelijk als bedrijfsmatig. Er zijn een paar uitzonderingen op het vlak van medische toepassingen en gevaarlijke transportverpakkingen.
Achtergrond
De PPWR zal dus een grote impact hebben, maar is niet helemaal nieuw. De wet is een voortzetting van de oude verpakkings- en verpakkingsafvalrichtlijn uit 1994. Veel basisprincipes zijn daarom al van toepassing in Europa, zoals de producentenverantwoordelijkheid. Het belangrijkste verschil is dat de richtlijn wordt omgezet in een verordening. Daarmee is de wet direct toepasbaar op alle lidstaten, die dus dezelfde bindende doelen en targets krijgen en minder ruimte voor eigen inbreng hebben dan bij de SUP.

Belangrijkste bepalingen
Je zou de PPWR kunnen onderverdelen in refuse, reduce, recycle en reuse. Refuse gaat over bepaalde producten die niet meer verpakt mogen worden, zoals het plastic rondom komkommers, of het beperken van mogelijk schadelijke stoffen in verpakkingen. Denk bijvoorbeeld aan verpakkingen die in contact komen met voedsel en bepaalde concentraties PFAS bevatten.
Reduce houdt in dat producenten het volume van verpakkingen moeten minimaliseren. Zo mag er tegen 2030 nog een beperkte empty space zijn in een verpakking, denk bijvoorbeeld aan opvulmateriaal dat het product beschermt. Recycling betekent dat elke verpakking, ongeacht het materiaal, tegen 2030 recycleerbaar moet zijn én al een bepaald percentage gerecycleerd materiaal moet bevatten. Hier overlapt de PPWR met de SUP, zoals wel vaker het geval is.
De PPWR werkt stapsgewijs. Vanaf 2030 moet een verpakking uit minimaal 70% recycleerbaar materiaal bestaan. Vanaf 2038 moet een verpakking minimaal 80% recycleerbaar materiaal bevatten. De Europese Commissie stelt uiterlijk in 2028 criteria op over de vraag wanneer een verpakking beschouwd kan worden als recycleerbaar. Momenteel is daar nog veel onduidelijkheid over.

Belangrijk is overigens dat een type verpakking op grote schaal recycleerbaar moet zijn. Als een of meerdere lidstaten er niet in slagen om een bepaald type verpakking recycleerbaar te maken, zal dit type verpakking in 2035 in heel Europa verboden worden – ook al voldoet bijvoorbeeld België wel aan de minimale vereisten.
De Europese Commissie stelt uiterlijk in 2028 criteria op over de vraag wanneer een verpakking beschouwd kan worden als recycleerbaar
Wat recycling betreft zijn ook de bepalingen omtrent labeling van belang. Zo zijn groene claims straks verboden. Bedrijven mogen geen reclame maken over bijvoorbeeld het feit dat hun verpakkingen recycleerbaar zijn, omdat dit dan een verplichting is.
Reuse ten slotte houdt in dat bepaalde verpakkingen hergebruiktargets opgelegd krijgen, dus minimale percentages herbruikbaar materiaal. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verkoop- en transportverpakkingen, groepsverpakkingen en drankverpakkingen die tegen 2030 en 2040 stapsgewijs voor een bepaald percentage herbruikbaar moeten zijn.
Achttien maanden na publicatie, naar verwachting in de loop van 2026, wordt deze wetgeving van kracht. Echter zullen niet alle bepalingen onmiddellijk van toepassing zijn. Voor veel bepalingen is er een gefaseerde tijdslijn vastgelegd, en voor andere bepalingen moet de Europese Commissie nog zaken verduidelijken of specificeren. Er zijn nog veel technische onduidelijkheden die in de komende jaren uitgeklaard moeten worden.
Andere relevante wetgeving
De Non Recyling Packaging Contribution houdt in dat elke EU-lidstaat een bedrag moet betalen per ton niet-recycleerbaar materiaal dat op de markt wordt gebracht in plastic verpakkingen. In verschillende landen, zoals Frankrijk en Spanje, rekent de overheid deze boete door aan de betrokken bedrijven. In België betaalt de overheid deze rekening en voelen bedrijven de kosten vooralsnog niet.
Buiten het circulair economisch actieplan is er nog relevante wetgeving. Zo is inmiddels de Waste Shipment Regulation goedgekeurd. Deze wet zorgt voor een exportverbod van plasticafval naar niet-OESO landen. Ook werkt de Europese Commissie momenteel aan een herziening van de Waste Framework Directive, met specifieke punten over textiel- en voedselverspilling.
Met medewerking van Fevia, Pack4Food, Valipac, Verpact en VBO FEB