Se-n-Se toegepaste autotechnieken onontbeerlijk voor garagesector
Tegenstrijdigheid ondergraaft schrijven noodzakelijke beroepskwalificatie
De zoektocht naar gekwalificeerd personeel is een wijdverspreide sectorale strijd die onder meer dankzij de razendsnelle technologische ontwikkelingen in de automotive ook zijn gading vindt in de garagesector. Vooralsnog wordt deze strijd stevig het hoofd geboden dankzij een zevende jaar Se-n-Se Toegepaste Autotechnieken, maar nu de recente onderwijshervorming vereist dat elke studierichting aan een beroepskwalificatie wordt gekoppeld, dreigt deze succesformule te verdwijnen. Hoog tijd dus voor een erkende beroepskwalificatie om de kwalitatieve uitstroom van leerlingen te kunnen blijven garanderen.
Beroepskwalificatie gevraagd
Sinds 1 september 2019 organiseren alle Vlaamse secundaire scholen hun studieaanbod volgens een nieuw model: de zogeheten matrix. Die omvat acht studiedomeinen en gaat uit van een getrapte, en dus meer gerichte, studiekeuze met een doorstroming naar het hoger onderwijs of voorbereiding op de arbeidsmarkt als doel. De onderwijshervorming bracht onder andere met zich mee dat elke richting moest worden gekoppeld aan een beroepskwalificatie. Goed anderhalf jaar later ontbreekt deze nog steeds voor de Se-n-Se richting Autotechnieken en dreigt beëindiging van een richting die de sector hard nodig heeft.
Situering van het beroep
In de autoreparatiesector worden vier beroepen onderscheiden: onderhoudsmecanicien, polyvalent mecanicien, onderhouds- en autodiagnosetechnicus en hoger technicus. Deze beroepsprofielen zijn volgens Educam “een weergave van de taken die iemand de dag van vandaag in een bepaald beroep uitvoert, aangevuld met de kennis en vaardigheden die nodig zijn om het beroep op een goede manier uit te kunnen oefenen”.
Hoewel deze beroepskwalificaties reeds een ruim aantal opleidingen dekken, valt de Se-n-Se studierichting Autotechnieken voorlopig niet onder te brengen in het bestaande aanbod beroepskwalificaties en kan een extra opleidingsjaar dus niet ondersteund blijven worden.
Onderwijskwalificaties
Dirk Goyvaerts, TSM Mechelen: “Als we de huidige beroepskwalificaties bekijken, vallen deze perfect onder te verdelen binnen de onderwijskwalificaties. De onderhoudsmecanicien valt hierbij onder niveau drie wat veelal overeenstemt met leerlingen die beroepsonderwijs volgen. De polyvalent mecanicien zit op niveau vier en representeert doorgaans leerlingen die technisch onderwijs of een zevende jaar beroepsonderwijs volgen. De onderhouds- en autodiagnosetechnicus kan tenslotte worden onderverdeeld in niveau vijf en stemt overeen met opleidingen in het hoger beroepsonderwijs (hbo5). Vooralsnog is er dus geen beroepskwalificatie die autotechnieken als een voortgezette opleiding ook na het technisch onderwijs ondersteunt. Op dit moment kunnen we het Se-n-Se-jaar Autotechnieken nog vijf jaar organiseren, maar daarna is de matrix volledig uitgerold in het secundair en is het einde verhaal.”
”Op dit moment kunnen we de Se-n-Se Autotechnieken nog vijf jaar organiseren, maar daarna is de matrix volledig uitgerold in het secundair en zou dat dus einde verhaal betekenen”
- Dirk Goyvaerts, TSM Mechelen
Wat volgt?
Beroepen in de autosector en aanverwante sectoren doorlopen momenteel een razendsnelle evolutie en een regelmatige aftoetsing aan de praktijk, of herziening van de sectorale beroepsprofielen is dan ook meer dan ooit aan de orde. Toch blijven sectorfederaties halsstarrig vasthouden aan de reeds bestaande cao’s in de automotive sector. Vanuit hun standpunt is het huidige aanbod voldoende ondersteunend, en is er dus geen draagvlak voor een verdere uitbreiding of eventuele aanvulling.
Dirk Goyvaerts: “Het onderwijs en de sectorfederaties spelen elkaar de zwartepiet toe. De sector is enkel bevoegd om een beroepskwalificatie te ontwikkelen volgens de Vlaamse kwalificatiestructuur. Eenmaal een beroepskwalificatie voorhanden is, is het aan het onderwijs om deze al dan niet een plaats te geven in de onderwijsmatrix.”
Samenwerking hogescholen
Om het Se-n-Se-jaar Autotechnieken los van een nieuwe beroepskwalificatie toch verder te kunnen uitrollen, gingen de zes aanbiedende scholen (Scheppersinstituut Wetteren, PTS Boom, TSM Mechelen, KTA Mobi, TISP Mol en VTI Zeebrugge) op zoek naar een voortschrijdend draagvlak voor de opleiding. Daarbij werd onder meer gekeken naar een samenwerking met hogescholen om zo een brug te slaan met het huidige Se-n-Se-jaar. Zo wordt per hogeschool bekeken of er vrijstellingen mogelijk zijn bij een eventuele overstap naar de tweejarige hbo5 Autotechnieken.
”Voor onze Se-n-Se-leerlingen vormt hbo5 geen uitdaging waardoor ze bij afstuderen wel over een hoger diploma, maar niet over een ruimere kennis beschikken”
- Benny Claes, TISP Mol
Hbo5?
De hbo5-opleiding wordt momenteel gezien als een gevolg, of zelfs mogelijke opvolger van het zevende jaar autotechnieken, maar vormt in zijn huidige toestand feitelijk geen logische aanvulling.
Benny Claes, TISP Mol: “Het ‘probleem’ met de huidige hbo5-opleiding is dat de instroom niet gelimiteerd is tot leerlingen die reeds zes (of zeven) jaar autotechnieken volgden. Iedereen kan instappen, waardoor het niveau aan het begin van de opleiding serieus wordt teruggebracht. Voor onze Se-n-Se-leerlingen vormt dat dus geen uitdaging en beschikken ze bij afstuderen wel over een hoger diploma, maar niet over een ruimere kennis.
Heinz Creupelandt, VTI Zeebrugge: “Eigenlijk dient een Se-n-Se tso gedefinieerd te worden als een ‘tussenschakeljaar’; het kan een eindproduct zijn dat leidt tot tewerkstelling of de opstap zijn naar een studiecarrière op bachelorniveau.
Dirk Kenis, TISP Mol: “De termijn en voorinstroom die in hbo5 wordt vooropgesteld, is nefast voor de opleiding. Het is simpelweg onmogelijk om zich in twee jaar tijd op te leiden tot diagnosetechnicus. De huidige doelstellingen zijn simpelweg niet haalbaar in twee jaar. Als de voorwaarde tot toelating echter wordt gelimiteerd tot zij die autotechnieken volgden in het secundair onderwijs, dan hebben wij niets meer op te merken.”
”Als de voorwaarde tot toelating in hbo5 wordt gelimiteerd tot leerlingen die autotechnieken volgden in het secundair, dan hebben wij niets meer op te merken”
- Dirk Kenis, TISP Mol
Reactie Traxio
Het schrijven van een extra beroepskwalificatie om de Se-n-Se Autotechnieken van verdere bestaansreden te voorzien is voor sectorfederatie Traxio niet van toepassing. Desalniettemin hoopt het op een oplossing waar alle partners zich in kunnen vinden.
Filip Rylant, woordvoerder Traxio (federatie van de autosector en de aanverwante sectoren):
Voorstel Traxio
“De opleiding onderhoudsmecanicien kan succesvol in twee jaar afgerond worden binnen het bso. De onderwijskwalificatie polyvalent mecanicien kan echter pas bereikt worden in een opleiding Se-n-Se tso. Aangezien er aan het einde van de derde graad een diploma met achterliggende beroepskwalificatie dient uitgereikt te worden, hebben we er als sector voor geopteerd om de beroepskwalificatie brom- en motorfiets in de derde graad bso als achterliggende beroepskwalificatie mee te nemen en de beroepskwalificatie onderhoudsmecanicien in de derde graad tso te plaatsen. Zo komen de onderwijsregels niet in het gedrang en kan er ook in de Se-n-Se bso een achterliggende beroeps- en doorstroomkwalificatie aangeboden worden die overeenstemt met de beroepskwalificaties, doorstroomkwalificaties en het diploma dat jongeren behalen in de derde graad tso. Op die manier bieden we de Se-n-Se bso-jongeren de mogelijkheid in een Se-n-Se tso in te stromen.”
Voorstel onderwijs
“Het ontwikkelen van een nieuwe beroepskwalificatie lijkt inderdaad de meest eenvoudige optie om het behalen van een beroepskwalificatie onderhoudsmecanicien en polyvalent mecanicien twee jaar i.p.v. drie jaar in beslag te laten nemen. Wanneer we brainstormden over een mogelijke nieuwe beroepskwalificatie stootten we op het gevaar dat ook die beroepskwalificatie meer dan waarschijnlijk ingeschaald zal worden boven niveau vier en dus niet haalbaar zou zijn in het secundair onderwijs. Als we vervolgens kijken naar de beroepenstructuur in de (grote) bedrijven in onze sectoren, dan vinden we telkens dezelfde beroepsindeling terug, met name onderhoudsmecanicien, polyvalent mecanicien en onderhouds- en diagnosetechnicus. Bovendien wensen we als sector geen onbestaande beroepen in het leven te roepen. Een onbestaand beroep koppelen aan bv. Competent (beroepskwalificaties beschreven door de VDAB), cao’s of een hr-beleid is een brug te ver. Dat andere sectoren dat wel willen én kunnen slaat ons enigszins met verstomming. Het is alvast een pad dat wij niet wensen te bewandelen.”
*“Kwestie van opwaardering is het behalen van de beroepskwalificatie en diploma onderhoudsmecanicien in de derde graad tso en Se-n-Se bso een signaal dat de inhoud van het beroep en dus de opleiding voldoende uitdagend is voor die doelgroepen. De beroepskwalificatie polyvalent mecanicien zou door sommige jongeren kunnen behaald worden na de derde graad tso maar, zoals reeds vermeld, melden de Se-n-Se tso-scholen zelf dat ze hier in de praktijk niet in slagen waardoor een Se-n-Se tso voor het behalen van een beroepskwalificatie polyvalent mecanicien quasi onontbeerlijk is.”
“Als sector menen we dat we ons uitermate behulpzaam en bereidwillig hebben opgesteld in een denkoefening waarbij louter ons advies werd gevraagd. Hoe het verdere verloop van deze problematiek binnen onderwijs wordt aangepakt staat feitelijk buiten onze bevoegdheid. Desalniettemin willen we de Se-n-Se-werkgroep veel succes toewensen bij het uitwerken van deze moeilijke opdracht en hopen we op een oplossing waar alle partners zich in kunnen vinden”, aldus Rylant.
* In het onderwijs worden deze benamingen niet gebruikt, maar wel Autotechnieken (tso), Auto (bso), Diesel-lpg en Auto-elektriciteit (7 bso) en Toegepaste Autotechnieken (Se-n-Se (tso).
Belang Se-n-Se
Hoewel de Se-n-Se-opleiding Autotechnieken een ‘product’ aflevert dat noodzakelijk is in de garagesector, loopt het voortbestaan ervan dus op de klippen en ziet het er niet meteen naar uit dat er in een vervolgstuk zal worden voorzien.
Heinz Creupelandt: “Het jammere van de hele zaak is dat we reeds vijftien jaar aan het bouwen zijn aan een opleiding mét integratie van de industrie. Nu deze op punt staat en onze leerlingen via een consortium van vijf constructeurs (BMW, FCA groep, Mazda, Mercedes en Volvo) de broodnodige ervaring kunnen opdoen, dreigt alles te verdwijnen. Het is onbegrijpelijk. En dat zeker wanneer we zowel van de constructeurs (zie kaderstuk reactie constructeurs) als vanuit de sector dezelfde signalen krijgen. De constructeurs zijn zeer tevreden over het niveau van onze leerlingen en het feit dat we onze leerlingen vele jaren na afstuderen nog steeds terugvinden in de sector spreekt boekdelen.”
Sectorale inspanningen
Hoewel sectorfederaties dus eveneens ijveren voor goed opgeleid en bekwaam personeel, lijkt het schrijven van de broodnodige beroepskwalificatie voor hen niet aan de orde (zie kaderstuk reactie Traxio). Niettemin werden in de afgelopen jaren toch pogingen tot tegemoetkoming ondernomen. Zo werd in onderling overleg tussen AHOVOKS (het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen), Educam en Traxio, een poging ondernomen om te schuiven met de modules uit beroepskwalificatie drie en vier.
Dit alternatief werd echter niet aanvaard door de onderwijskoepels vanwege te nadelig voor de andere autotechnische richtingen in het secundair onderwijs, en werd bijgevolg afgevoerd.
Toekomst Se-n-Se
Se-n-Se heeft ontegensprekelijk een plaats in de sector, maar dreigt zonder beroepskwalificatie op zijn einde te lopen. Een logische, en meteen ook de meest voor de hand liggende oplossing, zou zijn om de bestaande beroepskwalificatie voor hbo5 te herschrijven. Op die manier dient er geen nieuwe beroepskwalificatie geschreven te worden én worden de wensen van de federaties, namelijk het behoud van de huidige kwalificaties, ingewilligd. Wordt – hopelijk – vervolgd ...
”De constructeurs zijn zeer tevreden over het niveau van onze leerlingen en het feit dat we onze leerlingen vele jaren na afstuderen nog steeds terugvinden in de sector spreekt boekdelen"
- Heinz Creupelandt, VTI Zeebrugge
Reactie constructeur
Ook bij Volvo Cars vinden ze de mogelijke verdwijning van de Se-n-Se Autotechnieken een betreurenswaardige beslissing. De constructeur zocht vorig jaar nog mee naar potentiële oplossingen om de richting te kunnen behouden en heeft zeer goede ervaringen met studenten uit de studierichting.
Ilja Van Mol, technical competence coordinator Volvo Cars:
“We hebben vorig jaar, net als dit jaar, een groep Se-n-Se-studenten onder onze vleugels genomen in een combinatie van inleidende merkopleidingen en aansluitende stages. Hierbij waren niet enkel wij, maar ook onze verdelers zeer aangenaam verrast over het kennisniveau en de gedrevenheid van deze studenten.”
“De hedendaagse hoogtechnologische wagens vereisen degelijk opgeleide mensen en wanneer leerlingen pas hun beroeps- of technische opleiding hebben afgerond, hebben ze vaak nog een hele weg af te leggen om vlot aansluiting te vinden op de noden van de sector. Er moeten dan ook nog heel wat tijd en middelen geïnvesteerd worden om deze mensen de basis mee te geven. Se-n-Se-studenten daarentegen hebben een extra jaar de tijd om zich te verdiepen. Bovendien toont de keuze voor dat extra jaar dat men gemotiveerd is om te blijven groeien en leren. Met deze studierichting bereikt men jongeren die graag met de handen werken, maar ook bereid zijn bij te leren en in onze snel veranderende technologische omgeving is blijvend leren en ontwikkelen net heel belangrijk.”
“Volvo investeert heel doelgericht in een aantal projecten waarin we potentieel zien en het uitgangspunt van deze samenwerking was dat we middels een inleidende merkopleiding een grote toegevoegde waarde kunnen creëren voor de daaropvolgende stage. De student kent hierbij reeds de merkspecifieke systemen, kan daardoor veel zinvoller ingezet worden tijdens deze stage, en wordt daardoor sneller betrokken in uitdagende en leerzame handelingen. En dat terwijl de verdeler een goed beeld krijgt van het potentieel van de leerling. De student van zijn kant kan na afloop van de opleiding met een attest aantonen dat hij al een deel van het opleidingstraject succesvol doorliep, wat dan weer voordelen biedt voor de garagehouder die hem na aanwerving sneller efficiënt kan inzetten. Het is met andere woorden een win-winsituatie voor iedereen.”
“Autotechnicus is een uitdagend beroep geworden, en je hebt nu eenmaal voldoende tijd nodig om alles onder de knie te krijgen”, aldus nog Van Mol.