SITUATIE OP DE WERF VERPLICHT OM CREATIEVE OPLOSSINGEN TE ZOEKEN
Rookgasafvoer residentie Zilverzand stelt installateur meermaals op de proef
Aan de Kamperbaan in Hechtel-Eksel lanceerden de bouwheren Bremco en Haex in de zomer van 2017 residentie Zilverzand. De publiek-private samenwerking omvat onder andere een Huis van het Kind, een vrijetijdsloket, een kinderbibliotheek, assistentiewoningen en appartementen. Het gros van de technieken werd toevertrouwd aan VH Technics, dat voor de rookgasafvoer dan weer een beroep deed op de Opsinox-producten van Pronox nv. We vroegen Jan Goessens (VH Technics) en Ulrike Lippens (Pronox) naar de specifieke oplossingen die ze daarvoor toepasten.
TWEE GEBOUWEN, DRIE VERWARMINGSCONCEPTEN
“Residentie Zilverzand is verdeeld in twee blokken”, gaat Jan Goessens van VH Technics van start. “In het A-blok bevinden zich vijftien verkoopappartementen, bestemd voor alle mogelijke leeftijden. Zij hebben elk een eigen gascondensatieketel, weliswaar met een gezamenlijke rookgasafvoer.”
“In het B-gebouw bevinden zich twintig assistentiewoningen, met op het gelijkvloers een kinderdagverblijf. De assistentiewoningen worden verwarmd via een centrale stookplaats. Per woning is er een satellietstation voorzien om de warmteverdeling te regelen. Het kinderdagverblijf op de gelijkvloerse verdieping beschikt dan weer over een eigen ketelhuis.”
Voor de rookgasafvoer van al deze systemen deed VH Technics een beroep op Opsinox. “Voor alles wat met afvoer van rookgassen te maken heeft, hebben we een inox oplossing”, verduidelijkt Ulrike Lippens, business development manager bij Pronox nv. "Daarnaast staan we onze installateurs bij met het nodige advies, al vinden we het ook belangrijke dat zij zelf actief mee zoeken naar oplossingen. In residentie Zilverzand stonden we in ieder geval voor enkele uitdagingen, die we samen creatief aanpakten."
“Bij levering krijgt de installateur een duidelijk overzicht van welk materiaal voor welke schacht en welke verdieping bestemd is” - Ulrike Lippens, Pronox
CLV-SYSTEEM VOOR BLOK A
De individuele appartementen in blok A, dat in de eerste fase van het project opgetrokken werd, kregen zoals vermeld elk een eigen gaswandketel. Voor de rookgasafvoer werd een CLV-systeem voorzien, waarbij op één schacht een drie- tot viertal ketels werd aangesloten.

Dimensionering
De dimensionering van zo’n systeem wordt afhankelijk van het aantal aansluitingen en het type ketel bepaald. “De berekeningen rond de maatvoering doen we helemaal in eigen beheer”, zegt Lippens. “Wordt tijdens de loop van de aanbesteding het type ketel veranderd, dan moet ook de dimensionering opnieuw bekeken worden. In offertefase gaan we uit van standaardtypes en standaardhoogtes. Als na verloop van tijd blijkt dat de hoogte van de verdiepingen sterk afwijkt van de normale hoogte, dan berekenen we het hele zaakje opnieuw.”
“Eenmaal de maatvoering definitief is, tekenen we alles uit en wordt het materiaal besteld. Bij levering krijgt de installateur een duidelijk overzicht van welk materiaal voor welke schacht en welke verdieping bestemd is.”
Opbouw
“We vertrekken vaak vanuit de kelder met de opbouw van de afvoeren”, licht Goessens de fasering van de werken uit. “Daarna plaatsen we de voedingsleidingen voor gas en sanitair. Na de kelder bouwen we de hoofdleidingen op in de schachten. Pas daarna worden de individuele appartementen afgewerkt. De afwerking van de schachten is vaak een vraag van de hoofdaannemer omdat hij die wil meenemen in het aanbrengen van het pleisterwerk.”
Opgemetselde schacht
Maar net die schachten leidden in residentie Zilverzand tot problemen. “Door de ontwerper van het gebouw was het zo voorzien dat een schacht uitkwam vlak voor de voordeur van het appartement op de bovenste verdieping”, zegt Goessens. “Zowel de schouwen als de beluchting van de afvoer, de ventilatie, enzovoort kwamen daar samen. Dat was de architect en het studiebureau blijkbaar ontgaan.”
“Daarop hebben we de koppen bij elkaar gestoken. Er waren immers nogal wat parameters waarmee we rekening moesten houden, niet in het minst met de verdunningsfactor bij rookgasafvoer.”
Uiteindelijk werd besloten de schacht iets verder op te metselen. “Dat bleek de meest esthetische oplossing die ook technisch aanvaardbaar was”, aldus Goessens. Een mooi voorbeeld van hoe installateur en fabrikant samen naar een oplossing toewerken, al moesten uiteraard ook de eindklant en de hoofdaannemer akkoord gaan. “Per slot van rekening was met de volledige HVAC-installatie voor deze residentie een bedrag van 800.000 euro gemoeid. Als een klant zoveel geld spendeert, is het niet meer dan normaal dat hij een state-of-the-artinstallatie terugkrijgt.”

CENTRALE STOOKPLAATS IN BLOK B
Toch hield het daar niet op. Ook de rookgasafvoer van de centrale stookplaats die voor de assistentiewoningen in blok B voorzien werd, plaatste VH Technics voor de nodige uitdagingen.
“De gelijkvloerse verdieping is breder en langer dan de hogere verdiepingen van het B-blok,” legt Goessens het probleem uit, “maar de stookplaats bevindt zich in een hoek van de kelder. De rookgasafvoer moest dus dwars door het gelijkvloers om dan op de eerste verdieping uit te komen aan de buitengevel, waarlangs we de afvoer verder tot bovendaks konden opbouwen. De positionering van de schouw was bijgevolg bepalend voor de opbouw van de stookplaats. Dat was een uitdaging, maar we passen ons aan de situatie op de werf aan.”
Bijzonder aandachtspunt was de waterdichtheid. “We moesten immers een dakopstand voorzien die niet te dicht bij de buitengevel mocht staan om de ring volledig te kunnen plaatsen. Aan de andere kant mochten we ook niet te ver van de gevel opbouwen om de beugels nog voldoende grip te kunnen geven. Er kwam dus heel wat puzzel- en tekenwerk tot op de millimeter aan te pas. Maar het is gelukt. Zelfs bij zware plensbuien komt er geen druppel binnen.”
TERUGKERENDE PROBLEMEN
Esthetische eisen
Op het moment van schrijven was Goessens nog op zoek een creatieve oplossing voor de stookplaats van het kinderdagverblijf op het gelijkvloers. “Ook die werd een beetje ongelukkig ingetekend, waardoor er geen enkele schacht in de buurt blijkt voor de rookgasafvoer.”
“We denken hier opnieuw in de richting van een waterdichte dakopstand om zo opnieuw langs de gevel bovendaks uit te komen. Reden daarvoor is dat we nu de verdunningsfactor niet halen omdat er ook nog ventilatieroosters in de buurt zijn. Als we midden in het plat dak hogerop gaan, moeten we weer werken met ijzeren spandraden en stormkoorden, en heel esthetisch is dat allemaal niet.”
Een van de uitdagingen van elk project is dan ook om zoveel mogelijk binnen het architecturale concept te blijven. “Een inox buis langs een gevel past daar zelden in, maar soms is het wel noodzakelijk.”
"Een inox buis langs de gevel past niet altijd in het architecturale concept, maar soms is het wel de beste oplossing" - Jan Goessens, VH Technics
Te kleine schachten
Een ander pijnpunt zijn de kleine technische schachten, waarmee de installateur regelmatig geconfronteerd wordt. Ook in Hechtel-Eksel.
“Aanvankelijk was er voor de centrale stookplaats geen enkel idee wat men met de schouw zou aanvangen. Dat probleem hebben we opgelost door langs de gevel te werken, maar de schachten in het A-blok waren maar net groot genoeg om alle nodige buizen en leidingen van gas, water, ventilatie, afvoeren, schouw en andere technieken in te krijgen. De schacht zelf was 80 bij 60 cm. Daar krijg je wel alles in, maar je moet ook nog een beetje werkruimte hebben en daar wringt vaak het schoentje.”
“Vanuit het oogpunt van de opdrachtgever snap ik die evolutie wel. De prijs per vierkante meter wordt steeds duurder, waardoor men zoveel mogelijk bewoonbare oppervlakte wil en zo weinig mogelijk ruimte wil opofferen aan de technieken. Een minimum zal echter steeds noodzakelijk blijven.”