PLANT ONE ROTTERDAM OP STOOM
Gabriel Tschin: “Ik geloof niet in CO2-reductie; wel in de omzetting ervan"
In 2015 kreeg Gabriel Tschin de kans om Plant One Rotterdam te leiden en naar eigen inzicht vorm te geven. Dit bedrijf realiseert en exploiteert een locatie waar bedrijven en onderzoeksinstellingen hun innovatieve ideeën op duurzame schaal kunnen testen en op commerciële schaal produceren. Onder andere de beschikbare vergunningen voor de opslag, handling en gebruik van specifieke chemicaliën bieden voordelen. Maar ook de aanwezige apparatuur en kennis, de meer dan flexibele instelling van Tschin - alles kan - en het feit dat hier gelijkgezinde partijen naast elkaar werken, werken prikkelend.
NIEUWE PROCESSEN TESTEN NIET EVIDENT
Het testen van nieuwe processen binnen de procestechnologie en chemie gaat al snel gepaard met hoge kosten. Naast het feit dat er ruimte en apparatuur beschikbaar moeten zijn, krijgt het betreffende bedrijf - of de geniale werknemer - ook te maken met een groot aantal veiligheidsmaatregelen en de wet- en regelgeving. Elementen die niet altijd even snel en kostenefficiënt in te vullen zijn, waardoor mooie en goede ideeën in de la belanden.

"Ik denk dat het CO2-probleem is op te lossen door afvangen en omzetten in marktwaardige producten via chemische scheidingstechnieken"
Gabriel Tschin: “In 2010 trad ik in dienst bij Plant One BV; een organisatie die vooral faciliteerde in vierkante meters en voorzieningen zoals stoom, elektriciteit en water. Dit bleek onvoldoende te zijn om daadwerkelijk iets te betekenen voor de vele bedrijven met goede ideeën over het verduurzamen van onze wereld. Op basis van eigen analyses en vele gesprekken met kennisinstellingen, scholen (vooral mbo) en klanten, bleek dat bedrijven bijvoorbeeld ook behoefte hebben aan ondersteuning bij het ontwikkelen van een proefopstelling, aan logistieke zaken zoals magazijnruimte, hoogwerkers en heftrucks, en aan wat nodig is om veilig te kunnen testen, ontwikkelen en produceren. Het was dan ook geweldig toen ik in 2015 de kans kreeg het concept nieuw leven in te blazen. Dit gebeurt onder de nieuwe naam Plant One Rotterdam op een locatie in het cluster van Rotterdam, site 5210, waar ik een pand heb kunnen huren dat ik nu bovendien ook kan kopen."
RODE LIJN
Met Tschin aan het roer werden op korte tijd indrukwekkende stappen gezet. Overal wordt gewerkt, zowel in de grote en kleine hallen als in de grote ruimtes. Is het niet concreet aan een project, dan wel aan het inrichten van laboratoria voor een aankomend project. Daarbij valt op: niets is hem te gek. “Dit betekent niet dat we alles zomaar aannemen; de projecten moeten wel te maken hebben met ons streven naar een beter, schoner milieu en duurzaamheid. Ik denk dat we in een tijd en wereld leven waarin we gezamenlijk verantwoordelijkheid moeten nemen voor de snelheid waarmee we op dit moment natuurlijke grondstoffen verbruiken, en de manier waarop we met energie omgaan. En bovendien dat we hiermee niet moeten wachten tot 2020 of 2040. We moeten nú beginnen."
UPcycling in de hoogste graad
Plant One Rotterdam houdt zich in dat kader voornamelijk bezig met het inrichten van pilotinstallaties voor pyrolyse, CO2-afvang, H2-brandstof en waterbehandeling. Opvallend zijn daarbij de projecten die bestaande producten of materialen kunnen afbreken tot hoogwaardige volledig herbruikbare basisgrondstoffen. Er is bijvoorbeeld al vaker geschreven over het proces van Ioniqa waar PET (polyethyleentereftalaat) uit afvalstromen zoals petflessen, tapijten en kleding wordt opgelost en afgebroken tot een kleurloze grondstof. Tschin: “Het is de hoogste graad van upcycling die we nu kennen: van lagekwaliteitsrestmaterialen opnieuw naar de hoogste kwaliteitsbasismaterialen. Het bijbehorende proces zal bovendien in de nabije toekomst ook worden getest met andere materialen, wat betekent dat we enorm kunnen gaan besparen op bijvoorbeeld het gebruik van ruwe olie voor de productie van kunststoffen."
CO2 omzetten in marktwaardige producten
Een onderwerp in de lijn met het bovenstaande dat de mateloze interesse heeft van Tschin, betreft de CO2-uitstoot. “Iedereen heeft het over het beperken of voorkomen van CO2-emissies in verband met het klimaat. Ik geloof daar niet in. Ik denk dat dit probleem is op te lossen door CO2 af te vangen en om te zetten in marktwaardige producten met behulp van chemische scheidingstechnieken. Daarbij ben ik van mening dat we ook hier niet op het ei van Columbus moeten gaan zitten wachten. Een lastig idee voor onze subsidieverleners die vaak een 'nee' geven op aanvragen, 'omdat er ooit al eens zoiets is geprobeerd'. Hier wordt echter alleen gekeken naar de overlevingskans van een idee, terwijl er voorbij wordt gegaan aan de innovatie zelf en wat deze zou kunnen betekenen voor ons milieu."
IN DE PRAKTIJK

De visie rondom de ondersteuning van bedrijven mét goede ideeën, maar zónder apparatuur, ruimte enzovoorts, is door Tschin inmiddels voor een belangrijk deel geconcretiseerd. “De gehuurde ruimte bestaat uit ruim 12.000 m² binnen - opgedeeld in grotere en kleinere laboratoria - en nog eens 10.000 m² buiten. En dan heb ik het alleen over de ruimte voor proefopstellingen, want daarnaast voorzien we ook in kantoorruimtes en vergaderruimtes met demonstratiemogelijkheden. Een niet te onderschatten element dat bedrijven de mogelijkheid geeft om geïnteresseerden concreet te tonen wat zij doen. Dit gebeurt bovendien in een inspirerende omgeving waar de Rotterdamse mentaliteit - niet lullen maar poetsen - duidelijk aanwezig is. Verder heb ik mensen in dienst die klanten kunnen ondersteunen bij het daadwerkelijk engineeren van een pilotopstelling en in een later stadium ook een serieuze productie-installatie."
Faciliteren bij opschaling

Qua voorzieningen biedt Plant One Rotterdam stoom met een druk tot maximaal 22,3 bar, perslucht tot 7,5 bar, lucht voor instrumentatie van 3,4 bar, water en stikstof tot 8,7 bar. Tevens is er geïnvesteerd in apparatuur in de vorm van onder andere een Flex-unit voor het testen van milieuvriendelijke katalysatoren. Daarnaast beschikt het bedrijf over een groot aantal vergunningen die noodzakelijk zijn voor het opslaan en gebruiken van specifieke stoffen en die zijn afgegeven op basis van alle maatregelen die op het vlak van veiligheid zijn genomen. En tot slot kunnen klanten binnen 'Plant One Opleidingen' de benodigde kennis en praktijkervaring opdoen die nodig zijn om veilig te kunnen werken. Of het nu gaat om de handling van chemische stoffen of het rijden met een heftruck. Deze cursussen worden direct gegeven op de locatie waar de mensen ook daadwerkelijk werken.
Tschin: “Met al deze mogelijkheden en voorzieningen, gecombineerd met de kennis en kunde van mijn eigen werknemers, denk ik dat alle randvoorwaarden zijn gerealiseerd om bedrijven te ondersteunen in het opschalen van hun processen naar volwassen en commercieel interessante processen. Centraal staat wel: wij faciliteren en brengen onze diensten in rekening; de klanten moeten zelf hun eigen salaris verdienen.
Gabriel Tschin: "Plant One Rotterdam biedt bedrijven de mogelijkheid om geïnteresseerden concreet te tonen wat zij doen, en wel in een inspirerende omgeving waar de Rotterdamse mentaliteit - niet lullen maar poetsen - duidelijk aanwezig is"
Daarbij ben ik er overigens trots op dat wij volledig zónder subsidie draaien en dat we dit hele jaar al zijn volgeboekt. Bovendien hebben we nergens vaste afspraken met specifieke bedrijven - en dus geen verplichtingen - waardoor we snel kunnen reageren en handelen. Plant One Rotterdam voorziet duidelijk in een behoefte op zowel regionaal als landelijk vlak en zal in de toekomst alleen nog maar voortgroeien. En vergeet niet dat we er voor iederéén met een goed idee zijn. Voor innovatie heb je geen vijf titels nodig. Twintig jaar werkervaring en een filosofie over 'hoe het beter kan' zijn soms meer waard."
H2FUEL: WATERSTOFOPSLAG
Een van de projecten binnen Plant One Rotterdam behelst onderzoek naar de technologie H2Fuel. Hiermee is waterstof onder atmosferische omstandigheden in een vloeistof op te slaan die vervolgens kan worden gebruikt voor het aandrijven van bijvoorbeeld weg-, water- of luchtvoertuigen. Wanneer de waterstof weer uit deze vloeistof wordt gehaald, is het rendement bijna 100%. De vloeistof is na gebruik bovendien direct opnieuw geschikt voor de opslag van waterstof.
Frank Dobbelaar: “Omdat we onder atmosferische omstandigheden werken, zijn de problemen die waterstof nu zo gevaarlijk maken - de opslag onder hoge druk - geëlimineerd. Het zal niet zo zijn dat de automotive nu binnen afzienbare tijd 'om' is. Daarvoor is er de afgelopen jaren te veel geïnvesteerd in de waterstofauto's zoals we ze nu kennen. Maar voor de scheep- en luchtvaart, waar nog geen keuze is gemaakt voor nieuwe vormen van brandstof, zie ik wel degelijk op kortere termijn mogelijkheden." Op dit moment wordt er gebouwd aan een demonstratiemodel waarmee het bedrijf kan laten zien hoe de waterstof wordt opgeslagen. In 2018 moet een totaal model beschikbaar zijn waarbij zowel de opslag als de onttrekking van waterstof kan worden gedemonstreerd.
WATER EN STROOM GAAN PRIMA SAMEN
In het project 'Ocean Thermal Energy Conversion' (OTEC) onderzoekt Arteq Power de mogelijkheid om stroom op te wekken door circulatie van warmte en koude. Het door de eigenaar ontwikkelde principe biedt onder meer perspectieven voor gebieden waar een groot verschil bestaat tussen de minimale en maximale temperatuur van het water.
Harold Lever: “Het produceren van elektrische energie uit warmte is bijzonder wanneer de temperaturen relatief laag zijn, zoals in het Archisol concept. Dit biedt onder meer de mogelijkheid om bijvoorbeeld opgewarmd koelwater uit de industrie of de haven te gebruiken om stroom te produceren." De beoogde proefstand is inmiddels opgebouwd in Rotterdam en draait naar behoren, waardoor Lever de werking van zijn idee heeft bewezen. “We hebben in dit project ook diverse optimalisaties doorgevoerd. Nu zijn we op zoek naar bedrijven die op dit moment grotere partijen restwarmte 'weggooien' en daar graag liever wat nuttigers mee doen. Hoe meer water, hoe warmer en hoe duurzamer verwarmd, hoe beter het betreffende water geschikt is voor deze toepassing."
VAN LINEAIRE NAAR CIRCULAIRE ECONOMIE
Onder de naam radiolyse ontwikkelde Enerpy een technologie waarmee grondstoffen als carbon, olie en gas zijn te herwinnen uit organische afval- en reststromen zoals bermmaaisel, autobanden, huishoudelijk en industrieel afval. Deze grondstoffen vormen nieuwe bouwstoffen voor de vervaardiging van nieuwe duurzame producten waarmee het proces bijdraagt aan de transitie van een lineaire naar een circulaire economie.
Jos Koopmans: “Op dit moment heeft Enerpy een semi-industriële installatie ontwikkeld als eerste stap richting een grotere industriële plant. Binnen Plant One Rotterdam zullen we hiervoor eerst de omzetting van diverse (organische) afval- en reststromen nader onderzoeken en de procesvariabelen optimaliseren om tot een uitgewerkte businesscase te komen voor de ontwikkeling en realisatie van een industriële plant."
CHEMICALIEN 'WASSEN'

SoliQz richt zich op de wereldwijde vermarkting van de zogenaamde 'hydraulische waskolom' waarvoor het bedrijf sinds 2015 de wereldwijde exclusieve licentie van TNO verkreeg. Het ontwerp en de bouw van de installaties worden uitgevoerd door moederbedrijf Armstrong-Chemtec.
In combinatie met smeltkristallisatie biedt de hydraulische waskolom (HWC) de mogelijkheid om chemicaliën met een zeer hoge zuiverheid af te leveren. Daarnaast levert het proces een grote bijdrage aan het verlagen van energie- en andere kosten. De HWC-technologie is inmiddels voor meer dan vijftig chemicaliën op pilotschaal bewezen. Verder zijn er twee commerciële installaties gebouwd en afgeleverd. Om na te gaan of de technologie geschikt is voor klanten, biedt SoliQz hun de mogelijkheid om die te komen testen op hun pilotinstallatie bij Plant One Rotterdam.
Nicolaas Viets: “Deze locatie biedt alle diensten die nodig zijn voor het bedrijven van onze pilotinstallatie. Bijvoorbeeld een overkoepelende DCMR-vergunning en een explosieveilige ruimte waarin we verschillende materialen kunnen testen in onze pilotplant. Verder draagt de pragmatische ondersteuning door deze organisatie sterk bij aan de flexibiliteit van ons jonge bedrijf. Voor de toekomst willen we samen met onze Amerikaanse hoofdaandeelhouder Armstrong-Chemtec de hydraulische waskolom breed implementeren. Breed refereert daarbij aan zowel bestaande, petrochemische en specialtyprocessen als de in opkomst zijnde biobased processen."
BIOBASED COMPOSIETEN
Onder de bedrijfsnaam 'GoodHout' wordt er binnen Plant One Rotterdam onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van kokosnootvezels voor de productie van composietmateriaal. Het eindproduct is een formaldehydevrij alternatief voor hout. De processen die in dit project een belangrijke rol spelen, liggen vooral in de voorbereiding van het ruwe materiaal en het persproces, waarin druk en temperatuur de uiteindelijke kwaliteit bepalen.
Silvia ten Houten: “In totaal zijn er rond de twintig parameters die we optimaal willen beheersen om het beste en meest duurzame eindproduct te krijgen. De verwachting is dat we eind dit jaar kunnen beginnen met de pilotinstallatie waarmee we het productieproces kunnen testen. Naast onderzoek naar het gebruik van kokosnotenafval richten we ons ook op de ontwikkeling van waterbestendige en 3D-biocomposietmaterialen." www.goodhout.com