Concrete tips voor het verlijmen van houten vloeren
Plaatsingsvoorwaarden, voorbereiding en plaatsing
Hoe een houten vloer het best wordt geplaatst, hangt in hoge mate af van de dikte ervan én van de ondergrond. Naast het zwevend plaatsen en het vastnagelen op de balken van het parket is verlijmen een veelvoorkomende methode, vooral bij kunststof vloeren, cementvloeren en spaanderplaten. Maar waar moet u zo allemaal rekening mee houden bij de voorbereiding en de plaatsing van het parket?
Waarom verlijmen?
Het verlijmen van een houten vloer biedt enkele duidelijke voordelen voor de eindklant. Ten eerste wordt de houten vloer als het ware één met de ondervloer, wat het loopgeluid beperkt. Bovendien geeft een verlijmde vloer beter de warmte door bij vloerverwarming en is ook de stabiliteit merkbaar beter. De keerzijde van de medaille is echter wel dat verlijmd leggen duurder uitvalt wegens de bijkomende materialen en dat de plaatsing voor de vakman iets uitdagender is en meer expertise vraagt dan bij een zwevende plaatsing. Daarnaast is een verlijmde vloer bovendien niet zomaar te verwijderen.
Lijmtypes
Er zijn tal van lijmen op de markt en globaal onderscheiden we drie belangrijke groepen. Er zijn de 'witte' lijmen in waterige dispersie, de polyurethaanlijmen (ook bekend als de zogenaamde een- of tweecompontentlijmen) en ten derde ook de polymeerlijmen (verdeeld in MS-polymeerlijmen en SPUR-lijmen).
Bepalende factoren
Welk lijmtype het beste geschikt is voor de toepassing, wordt voornamelijk bepaald via de normering. De treksterkte, de afschuifsterkte en de maximale open tijd zijn van belang. Bijkomende factoren zijn de aard en de vlakheid van de ondergrond, de afmetingen van de vloer en de eigenschappen van het hout met betrekking tot stabiliteit en hardheid.
De houtsoort, de dikte, de vochtgevoeligheid van het hout en de afwerkingslaag: het moet allemaal mee in overweging worden genomen.
Stijve of soepele lijmen
Een volgende belangrijke keuze die de vakman dient te maken, is die tussen een stijve en een soepele lijm. De eerstgenoemde lijm is geschikt om bewegingen van de vloer tegen te gaan. De lijm dient dus goede fysieke en mechanische eigenschappen te hebben, zoals een hoge breekweerstand en een zwakke rekbaarheid. Een eventueel nadeel hiervan is echter dat deze sterke hechting en grote stijfheid veel eisen van de ondergrond. Deze lijm bezit dan ook het best een hoge cohesie (minstens 0,8 N/mm²), zodat de bewegingen van het hout opgevangen kunnen worden.
Anderzijds vangen de soepele lijmen de trekspanning tussen de ondergrond en de vloerbedekking beter op om relatieve bewegingen van het hout toe te kunnen laten. De lijm heeft met andere woorden een lagere weerstand. Dit kenmerk zorgt voor een kleinere belasting van de ondergrond, waardoor deze een lagere cohesie kan hebben. Bovendien is het belangrijk om de door de fabrikant voorgeschreven lijmhoeveelheid precies op te volgen. Zo worden de eigenschappen en de elasticiteit van dit lijmtype ten volle benut.
Alcohollijmen
Het is ten slotte belangrijk om even stil te staan bij de alcohollijmen. Deze worden namelijk steeds minder vaak gebruikt, omdat ze schadelijk zijn wegens de aanwezige solventen. De lijmen zijn wel geschikt voor het verlijmen van smalle, korte parketstroken op absorberende ondergronden. Denk maar aan houten vloeren, beton- of cementdekvloeren. Voor lange en brede vloeren is alcohollijm dan weer minder geschikt.
Voorbereiding
Plaatsingsvoorwaarden
Een grondige voorbereiding is van groot belang bij het verlijmen van een houten vloer. Een kamertemperatuur van zo'n 20 °C is ideaal en de luchtvochtigheid moet zo'n 45 tot 60% bedragen. Daarnaast zorgt de vakman er het best voor dat de ondervloer en het eventuele pleisterwerk droog zijn. Een ideaal vochtgehalte van de vloer is gemiddeld zo'n 8 tot 10%.
Vervolgens wordt het parket het best een vijftal dagen de tijd gegeven om te acclimatiseren voordat er overgaan wordt tot de plaatsing. Op die manier kan het hout zich aanpassen aan de omgevingstemperatuur. Als dit niet gebeurt, kan de vloer een schokeffect ondergaan, waardoor er scheuren en barsten ontstaan.
Wanneer parket direct verlijmd wordt op een chape, is het van cruciaal belang dat de chape eerst wordt schoongemaakt en zowel vet- als stofvrij is. Let er ook op dat de ondergrond droog is. Een te hoge vochtigheidsgraad veroorzaakt namelijk schimmels en scheuren. Net zoals voor andere dampdichte vloerbedekkingen geldt dat het restvochtgehalte in de ondervloer niet meer dan 2% mag bedragen. Bij de meeste doe-het-zelfzaken zijn elektronische vochtmeters beschikbaar waarmee de vochtigheidsgraad van de ondergrond kan worden nagegaan. Bij twijfel of als de kans bestaat dat er vocht opstijgt uit de ondergrond, dient u te zorgen voor een extra polyethyleenvochtschermfolie.
In het geval van parket is ook de keuze voor de houtsoort heel belangrijk. Drukbelopen ruimtes vereisen namelijk bredere houtsoorten zoals Europees eikenhout, Amerikaans wit en rood eikenhout, beukenhout, esdoornhout ... Voor minder drukbelopen ruimtes zijn echter ook zachtere houtsoorten zoals grenen of vuren geschikt.
Aandachtspunten
Ook het voorstrijken voor de verlijming is een goed idee: dit verzekert namelijk een optimale hechting van de lijm en zorgt ervoor dat egalisatieproducten niet door de ondergrond worden geabsorbeerd. Scheuren en voegen dicht u het best zo veel mogelijk af. Let er bij de plaatsing bovendien op dat de ondervloer volledig effen, vlak en stabiel is. Met behulp van een rechte paslat kunt u de niveauverschillen nagaan. Afhankelijk van de plaatsingsmethode en de ondergrond mogen die per twee meter maximaal 3 tot 6 millimeter bedragen. Egalisatieproducten bieden extra zekerheid en kunnen als een bijkomende buffer worden gebruikt.
Vaak kiest de vakman ook voor een onderlaag op de ondervloer, onder de parketlijm. Deze zogenaamde primers maken het oppervlak nog beter geschikt voor de plaatsing van de parketvloer. Dit is bijvoorbeeld aan te raden wanneer de ondergrond in slechte staat is, oneffenheden vertoont, of om barsten en scheuren te herstellen. In dit laatste geval vermengt men de primers regelmatig met zand. Om ervoor te zorgen dat de parketlijm zich nog beter kan hechten aan de ondervloer, zijn er hechtpromotoren op de markt. Dat kan bijvoorbeeld wanneer de ondervloer wel hard is, maar niet absorbeert (zoals bij keramische tegels).
Plaatsingsmethode

Na het voorbereidende werk kan het hout geleverd worden. Laat de planken eerst een vijf- tot tiental dagen acclimatiseren in de ruimte waar het wordt gelegd. Na deze acclimatisatie begint het eigenlijke werk (zie stappenplan).
Als het parket slechts in een enkele ruimte moet worden gelegd, start u het best tegen de muur aan. Daarbij wordt een centimeter opengelaten als uitzetvoeg. In een grotere ruimte, waarin het parket doorloopt, begint u het best op de plaats waar het parket het langst zal doorlopen. Vervolgens wordt de lijm met een lijmkam op de ondervloer aangebracht. Strijk de lijm daarbij zeker goed uit in de lengte van het parket. Strijk op voorhand echter geen te groot oppervlak in. Begin bij het leggen steeds met de kop van de plank, die u laat aansluiten op de vorige. Daarna laat u de plank tot op de lijm zakken en duwt u de plank tegen de vorige aan. Met een hamer slaat u de verbinding samen (gebruik een stuk afvalhout als demper, zodat de nieuwe vloer niet beschadigd wordt).
Let bij het leggen trouwens goed op de kleurverschillen van de planken. Leg met andere woorden geen twee donkere of lichte platen tegen elkaar. Probeer ook de aansluitingen van de planken zo onregelmatig mogelijk te plaatsen, zodat de aansluitingen niet tegen elkaar liggen. Vaak is de laatste plank tegen de muur niet zo eenvoudig, aangezien er een vorm uit de plank moet worden gezaagd.
Vloerverwarming
Bijzondere aandacht verdient het verlijmen van parket op vloerverwarming. In het geval van vloerverwarming dient de cementdekvloer eerst gradueel opgewarmd te worden (met 5 °C per dag), waarna de maximale temperatuur van 45 °C minstens een dag per centimeter vloerdikte moet worden aangehouden. Net voor het plaatsen van de parketvloer moet de temperatuur worden teruggebracht tot zo'n 20 °C. Omdat ook het afbouwen van de maximale temperatuur gradueel moet gebeuren, neemt de volledige procedure al snel enkele weken in beslag.
Een belangrijke opmerking is echter dat naadvorming in het parket tijdens het stookseizoen niet te vermijden is, gezien de natuurlijke eigenschappen van het hout. Daarom is het erg belangrijk om het vochtgehalte in de gebruiksfase te begrenzen en niet te veel te laten variëren. Na de plaatsing is het belangrijk om de temperatuur aan de bovenkant van de chape niet boven de 28 °C te laten komen (zo'n 40 °C in de buizen).
Met dank aan BASF en WTCB