DakdoorvoerenPremium

WAAROM VENTILEREN?

Isoleren en ventileren, het een kan niet zonder het ander. In goed geïsoleerde woningen moet de waterdamp die de gebruikers dagelijks produceren (bij het ademen, zweten, maar ook bij het koken, wassen enz.), immers naar buiten kunnen. Kan dat niet, dan raakt de lucht muf en vervuild, met alle gevolgen van dien. Een slecht binnenklimaat brengt verschillende ongemakken met zich mee zoals geurtjes, condensatie, schimmelvorming, hoge CO2-concentraties, lichamelijke ongemakken enz. Ook in de industrie is er veel aandacht voor ventilatie vanwege het positieve effect op ziekteverzuim, de productiviteit en het werkcomfort.

Er zijn grosso modo vier ventilatiesystemen:

  • Systeem A: verse lucht wordt natuurlijk aange­voerd, vervuilde lucht wordt natuurlijk afgevoerd;
  • Systeem B: verse lucht wordt mechanisch aan­gevoerd, vervuilde lucht wordt natuurlijk af­gevoerd;
  • Systeem C: verse lucht wordt natuurlijk aange­voerd, vervuilde lucht wordt mechanisch af­gevoerd;
  • Systeem D: verse lucht wordt mechanisch aan­gevoerd, vervuilde lucht wordt mechanisch afgevoerd.

Hoe verse lucht aanvoeren?

  • Natuurlijk: de lucht van buiten komt op natuurlijke wijze (via natuurlijke trek) binnen langs ventilatieroosters in het raam, op het dak, in de rolluikkast ...;
  • Mechanisch: de lucht wordt van buiten aan­gevoerd via een dak- of muurdoorvoer. Een ventilator zuigt de lucht aan van buiten naar binnen.

Hoe vervuilde lucht afvoeren?

  • Natuurlijk: de lucht wordt via een afvoer­kanaal in het dak naar buiten gebracht (het schouweffect);
  • Mechanisch: een ventilator stuurt de af te voeren lucht naar buiten via een dakdoorvoer.
ventilatie dak
Bij voorkeur gebeurt de lucht­toevoer via de gevel en vindt de luchtafvoer via het dak plaats

 

WELKE DOORVOEREN DOOR HET DAK?

Vooral de afvoer gebeurt via het dak. Mechanische aanvoer kan ook via het dak, maar gebeurt bij voorkeur toch via de gevel. De dia­meter van de ventilatiedoorvoer is af­han­kelijk van het ventilatiesysteem.

Mechanische aanvoer

In mechanische ventilatiesystemen zorgen lucht­toevoeropeningen voor de aanvoer van verse buitenlucht naar:

  • 'droge' ruimtes zoals de woonkamer, slaapkamers, bureau, speelkamer … (residentieel);
  • ruimtes bestemd voor een menselijke bezetting (niet-residentieel).

Natuurlijke en mechanische afvoer

De natuurlijke en mechanische afvoer zorgt voor de afvoer van vervuilde lucht uit:

  • 'vochtige ruimtes' zoals de keuken, badkamer, wasplaats, wc … (residentieel);
  • wc, werkplaats, laboratorium, keuken (niet-residentieel).

Waar?

De luchttoevoer wordt in een buitenmuur of in het dak aangebracht (verse lucht moet rechtstreeks van buiten worden aangevoerd, niet vanuit bv. een kelder, kruipruimte of zolder). Bij voorkeur op de beschaduwde zijde van de woning (de noordkant). De lucht die in het gebouw wordt gebracht, is dan frisser in de zomer. De luchttoevoer moet geplaatst worden op een hoogte van min­stens 0,7 m ten opzichte van het maaiveld (de grond of dakbegroei­ing). Bij hellende daken waarvan de helling niet hoger is dan 30°, en bij platte daken steekt het luchttoevoerkanaal bij voorkeur 0,3 m bo­ven de dakdoorboring uit. Idealiter is de lucht­inlaat gemakkelijk toe­gankelijk om een latere reiniging eenvoudig mogelijk te maken. De zone van de toevoer moet vrij zijn van alle ver­ontreinigingen (bv. voor­zie geen toevoer in een rokerszone, aan een drukke straat, te dicht bij vegetatie of dierenverblijven).

Belangrijk is ook dat er geen recirculatie mogelijk is tussen de afgevoerde lucht (bv. vervuilde ventilatielucht, rookgas­afvoer, dampkap, rioolontluchting ...) en de verse luchttoevoer:

  • ­de luchttoevoer moet zich in hoogte minstens 2 m lager bevinden dan de afvoeropening van vuile ventilatielucht, rookgas ...;
  • indien het hoogteverschil van 2 m niet realiseerbaar is, dan moet de afstand tussen de luchttoevoeropeningen en elk van de afvoeropeningen minstens 10 m bedragen.

Vandaar is lucht aanvoeren via de gevel en afvoeren via het dak een vaak gekozen oplossing. In specifieke gevallen waarbij een te respecteren afstand van 2 m of 10 m te groot is, kan het interessant zijn om de verdunningsfactor te berekenen (hiervoor zijn er rekentools beschikbaar).

Uit de berekening van de ver­dunningsfactor kan blijken dat de afstand kleiner mag zijn dan de voorgeschreven 2 of10 m. Aangeraden wordt om de in- en uitblaas van venti­latielucht niet naar bu­ren, de tuin, en niet in de buurt van zwak­ke gevelele­menten (bv. ra­men, deu­ren, lichte dak­construc­ties, ter­rassen …) te plaat­sen om geur- en lawaaihinder tegen te gaan. Ook wordt er bij het plaatsen van luchtin- en -uitlaten in een goed georiënteerd dak voor fotovoltaïsche of ther­mische zonnepanelen het best ruimte vrij­gehouden voor de installatie van de zonne­panelen en wordt de positie van de in- en uitlaten het liefst zodanig gekozen dat ze geen schaduw kunnen werpen op toekomstige panelen.

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium partner en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse newsletter met nieuws uit uw vakbranche
  • checkdigitale toegang tot 35 vakbladen en financiële sectoroverzichten
  • checkuw bedrijfsnieuws op een selectie van vakwebsites
  • checkmaximale zichtbaarheid voor uw bedrijf
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door Valerie Verkain

Meer weten over

Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine