LUISTEREN NAAR KLANTEN EN DE OMGEVING
Herwig Dendauw won goud in De Vlaamse Tuinaannemer
De Vlaamse Tuinaannemer: Herwig Dendauw won vorig jaar goud in de categorie grote tuinen (meer dan 1.000 m²). Voor het winnende project, in Heule, herschiep hij een oude tuin met respect voor de historische elementen. Een tuinaannemer werkt nooit los van de omgeving, vindt hij. “Zeker bij een grote landschapstuin moet je rekening houden met de ruimte - de mensen komen juist op een bepaalde plaats wonen vanwege die open ruimte. Je moet ook altijd goed luisteren naar wat de mensen willen. Op die manier probeer ik zo goed mogelijk mijn passie over te brengen.“
Winnend project
“De tuin in Heule was een erg leuk project om te doen“, vertelt Herwig Dendauw. “Mensen die ik al lang ken, hadden net een huis gekocht van een architect, die de woning helemaal had verbouwd. Aan de tuin had hij echter niets gedaan. Die was verouderd, met een glooiend vlak, een oud zwembad, een verouderd poolhouse. Eigenlijk was dit dertig jaar geleden een zeer geavanceerde tuin, maar zo zie je dat de trends je altijd inhalen. De vernieuwde tuin is ontworpen in samenwerking met Eric Dewaele en Thibaut Callens, tuinarchitecten met wie ik vaak samenwerk. De tuin lag verdiept, en het glooiende vlak ernaartoe was nogal steil. Er was enkel een smalle trap om naar de tuin af te dalen, voor de rest liep de tuin naar beneden, waardoor het zicht beperkt was en de tuin optisch kleiner leek. Dat was niet echt uitnodigend.
“De tuin lag verdiept, en het glooiende vlak ernaartoe was nogal steil. Er was enkel een smalle trap
om naar de tuin af te dalen”
We hebben een nieuw, in beton gegoten zwembad aangelegd, vergezeld van een nieuw poolhouse in Franse eik, met grote stalen ramen. We hebben sommige oude massieven behouden, maar legden ook drie nieuwe terrassen aan: twee aan de woning, bij de keuken en de woonkamer, en een groot zonneterras aan het poolhouse en zwembad. Met die visie hebben we de tuin herschapen tot wat hij nu is: een rustgevende tuin met plateaus, met een modern zwembad en poolhouse.“
tot een rustgevende tuin met mooie massieven. De glooiende hellingen werden vlak gemaakt en er wordt gewerkt met een brede trap
naar het zwembad, waardoor de tuin optisch veel groter is geworden. Er werden twee terrassen aangelegd aan de woning
(bij de keuken en de woonkamer) en een groot zonneterras aan het poolhouse en zwembad
Grote tuinen
Op het moment dat we hem spreken, is Herwig bezig met een grote landschapstuin in het Kortrijkse. Openheid is wat het landschap kenmerkt, met glooiende weiden, enkele bomen en vooral veel ruimte. “Ik hou van grote, landelijke tuinen. We gaan het hier gezellig maken: dicht bij het huis komt een gezellige cocon, met zwembad en poolhouse, maar in het landschap errond gaan we minder ingrijpen. We gaan enkele bomen plaatsen, maar we gaan ook veel werken met wild gras, dat we maar enkele keren per jaar zullen maaien - goed voor de vlinders en de bijen. Er zal ook een wadi komen, een vijver die het water plaatselijk laat infiltreren. In de winter zal daar meestal water staan, in de zomer groeien er wilde grassen. Je moet niet altijd alles vol willen zetten, zeker niet in een landelijk project - maar ik vind dat je altijd rekening moet houden met de omgeving. Je kunt het hier toch niet vol hagen zetten? Die mensen komen net hier wonen voor de open ruimte. Als je in een woonwijk zit, dan begrijp ik dat je je eigen nestje wilt maken, dat je beschutting wilt. Bij een landschapstuin moet je soms gewoon het schilderij mooi inkaderen.“
“Goed materiaal is een kwestie van respect, voor jezelf en voor je personeel”
Geschiedenis
“In Sint-Martens-Latem hebben we nu ook weer een mooi project: een woning uit 1928. We hebben de oude plannen gevonden, en we gaan de tuin daar opnieuw op baseren, met uiteraard ook moderne elementen. Ik vind het fantastisch dat je zoiets in ere kunt herstellen. In die periode waren grote tuinen meer gebaseerd op strakke parken. Vandaag mag het allemaal wat losser, maar ik werk zelf heel graag met de 'tijdloze landschapstuin': mooie massieven en een paar lijvige bomen. Het geeft zo'n statige woning ook meteen het oude cachet terug. Waar ik kan, probeer ik altijd delen van de oude tuin te behouden. Voor een groot project in Roeselare is de oprijlaan geflankeerd door twee mooie oude lindebomen; we hebben speciaal een nieuwe werfweg aangelegd om de lindebomen te sparen."

Passie overbrengen
“Met mijn tuinen wil ik vooral mijn passie voor groen overbrengen. Ik doe mijn werk enorm graag. We gaan mee met de uren van de zon. Mijn ouders waren fruitkwekers; ik ben dus opgegroeid tussen het groen. Mijn vader had graag gewild dat ik de zaak voortzette, maar mijn passie zat bij de tuin. Op mijn dertiende trok ik met plezier naar de tuinbouwschool in Kortrijk, waar ik mijn liefde voor bloemen en planten ontdekte. Mijn pa had graag een opvolger voor zijn fruitkwekerij gehad, en daarom ben ik op achttienjarige leeftijd naar Sint-Truiden gestuurd om daar alle knepen van het vak te leren in een tweejarige opleiding. Ik heb er best wel veel van opgestoken, maar vooral ook hoe moeilijk het zal worden om concurrentieel te blijven in Europa. Met dit in mijn achterhoofd en mijn passie voor planten en bloemen besloot ik niet verder te doen bij mijn vader. Als je iets heel hard wilt in het leven, dan moet je soms je eigen weg zoeken. Na vier jaar heb ik mijn eerste werknemer kunnen aannemen, na twintig jaar heb ik nu vijf werknemers.“
Investeren
“Na de opleiding heb ik nog veel zaken zelf geleerd, door te lezen, maar vooral door zaken te gaan vragen aan mensen. Je gaat een lening aan om een grasmaaier te kopen, en zo begin je eraan: een eerste graafmachine, een eerste vrachtwagen ... Dat moet je doen: investeren, en sparen om verder te investeren. Je moet niet zeggen: “Nu ga ik eens een mooie auto kopen.“ Je hebt echt veel machines nodig. Veel mensen denken dat een 'tuinman' het makkelijk heeft: een schop en een aanhangwagen en hij is vertrokken. Dat is echt niet waar.
Het is ook belangrijk om goed materiaal te hebben, het verlicht je werk. Je kunt niet de hele tijd lopen sleuren. Tuinaannemer is al een zware job, dan moet je alles doen wat je kunt om het werk lichter te maken. Het is een kwestie van respect, voor jezelf en voor je personeel. Een haagschaar moet scherp zijn. We hebben er een vijfentwintigtal, iedereen die de baan opgaat, heeft er altijd twee mee. Het gaat vlotter voor de klant, het is correct gedaan. Voor die kwaliteit betalen de mensen.“
Lat ligt hoog
“Ik heb nooit aan prospectie of reclame gedaan. We leven volledig van mond-tot-mondreclame. Je begint aan iets, de mensen zijn tevreden en ze zeggen het voort ... Zo gaat de bal aan het rollen. We mogen echt niet klagen. Maar, let op: de lat ligt ook hoog bij die mensen. Ze ligt overal hoog, maar als het over zoveel geld gaat, dan wil je zeker dat het goed is. Ik werk altijd mee op de werf, ik ben een buitenmens. Een bureau is een noodzakelijk kwaad. Ik maak al mijn offertes zelf, mijn facturatie, 's avonds ga ik op klantenbezoek, voorstellen voor tekeningen ... We werken ook samen met twee tuinarchitecten, en met hen zit ik ook vaak samen om van alles te bespreken. Ik zeg niet tegen mijn tuinarchitecten: doe maar. We zitten eerst samen, ik geef mijn visie, maar ik wil mijn tijd niet meer spenderen aan het maken van tekeningen. Op deze manier heb ik toch nog inspraak in het gebeuren. Nadien volg ik dat volledig op met de klanten.“
Samenwerking
“We werken meestal met dezelfde architecten. Je kent elkaars voorkeuren en elkaars stijl. Daar wil ik ook naartoe, dat de mensen gaan zeggen: we bellen naar Herwig, dat is onze stijl. Ik ben al meer dan twintig jaar bezig; in het begin neem je alles aan. Ik heb nog tuinen ontworpen in stijlen die ik totaal niet graag zie, maar je doet dat opdat je werk zou hebben. Nu kan ik al kiezen wat ik doe, maar dan nog neem ik er soms dingen bij. Het draait ook om luisteren en de mensen daarin betrekken, hen warm maken. Er zijn ook mensen die absoluut geen groene vingers hebben. Dan moet je niet beginnen met groene structuren. Bij anderen werken we juist wel met veel groen - ik ben daar flexibel in.“
Geen buxus meer
“Het is jammer dat er momenteel zoveel problemen met de buxus zijn. Wij plaatsen geen buxus meer, we kijken nu meer naar alternatieven als hulst. Ik heb zelf een fytolicentie en ik volg dat op. Wij hebben veel klanten met buxus, en er is nog geen enkele van onze klanten getroffen door de buxusmot. Je moet er echt dicht op zitten. Via het PCS krijgen wij waarschuwingen via mail, en dan is het tijd voor actie, want de buxusmot kan zeer snel zeer veel schade aanrichten.
Er zijn drie generaties buxusmotten per jaar. In april, begin juni en nog eens in september. Het afgelopen jaar hebben we een zeer warm najaar gehad en hebben we op bepaalde plaatsen nog eens moeten sproeien in oktober. Je moet dat niet meer aanprijzen aan de mensen, want dat opvolgen kost geld. Elke behandeling kost 70, 80 euro, en dat moet misschien nog tien jaar lang gebeuren. Dus ga je op zoek naar vervangers, er zijn er genoeg mooie. Dat zal dan ook massaal geplant worden en daar zullen er misschien nieuwe ziektes op komen, wie weet. Ik hoor vaak: “Dat is toch goed voor jullie?“ Dat is niet zo. Ik ben een van mijn mannen voor enkele dagen kwijt om bij alle klanten te gaan spuiten. Natuurlijk rekenen we dat aan, maar het is saai werk. Het is veel leuker als je een tuin kunt gaan onderhouden, opdat hij er prachtig zou uitzien.“
Onderhoud
“Aan grote projecten werken we meestal met vier à vijf man tegelijk - er zijn er dan nog twee op de baan om onderhoud te doen. Wintersnoei van november tot februari, vanaf maart beginnen we met verticuteren en bemesten. Vanaf mei is het dagelijks onderhoud, tot september. Verder houden we ziektes in de gaten. Ik vind ook dat je drie keer per jaar moet bemesten: in het voorjaar, in juni en in het najaar, telkens met andere producten. Mensen denken vaak: 'het is maar een tuinman', maar er komt veel kennis bij kijken, zeker vandaag. Ik leer nog alle dagen bij over planten, maar daarnaast moet je veel van stenen en grond kennen, kunnen nivelleren, met graafmachines kunnen werken ... Een tuinaannemer is nu in de eerste plaats een aannemer. Ik heb vaak vergaderingen met sanitair installateurs; je moet weten wat die mensen bedoelen. Hoe meer van die werfvergaderingen je meemaakt, hoe meer je ervan weet.“
“Een tuinaannemer is nu in de eerste plaats een aannemer”
Grondproblemen
“Je leert uit je fouten. Ik heb een keer een project gehad met grondwerken, en de grondwerker had gezegd dat het 'vreemde grond' was. Het was zandgrond, normaal gezien is dat een goede structuur. Ik wou voor de zekerheid een drainage, maar de architect, nochtans een gerenommeerde, zei dat het niet nodig was. Ik ben zo dom geweest om dat niet op papier te zetten. Niet lang daarna waren er toch problemen met het water. We hebben dan een drainage gedaan op kosten van de klant. De mensen hebben later een zwembad laten aanleggen en onder die zandgrond bleek er pure klei te liggen. Het water bleef daar dus staan. Die grond was vroeger een weide, dat was ook al verdacht. Akkerland is goede grond, maar een weide is meestal een weide omdat ze niet goed genoeg is voor akkerbouw, het is meestal mindere grond. Die klant heeft achteraf dan ook gezegd dat ik gelijk had, maar dan heb je toch miserie gehad en kwade telefoons: dat is niet leuk. Daar leer je uit bij. Hier hebben we ook kleigrond: ik weet nu al dat we op de gevaarlijke plekken drainages zullen steken. Je moet dat aan de klant durven te zeggen. Hoe langer je bezig bent, hoe steviger je in je schoenen staat. Je krijgt meer zelfvertrouwen en de mensen hechten ook meer geloof aan jou. Toen ik 24 was, ging ik een project voorstellen met zweterige handen. Nu is dat meer een evidentie, maar je moet je blijven bewijzen. Het is niet omdat je al twintig mooie tuinen hebt aangelegd, dat het nooit meer kan mislopen. Dat is bij iedereen zo.“
Inspiratie
“De tuin is echt wel een hype, een blijvende hype. Iedereen wil een toffe buitenomgeving hebben. De tuin is een extra kamer geworden, waar men geld aan uitgeeft. De mensen zijn ook beter op de hoogte dan vroeger. Het is leuk om met zulke mensen te werken: ze zijn zelf gepassioneerd en ze weten wat ze willen. Ik laat hen op voorhand dan een moodboard maken, een collage met alles wat ze leuk vinden. Dat is gemakkelijk, zo kun je een mens lezen. Er zullen daar uitersten in zitten, en verschillende kleuren, zo kun je al bepalen welke kleuren ze tof vinden. Pinterest gebruik ik ook vaak. Die foto's kun je ook doorsturen, dat is erg gemakkelijk.
Ik steel met mijn ogen als ik het land rondrijd. Zelfs de wilde natuur kan een inspiratiebron zijn: vijf bomen die samen staan, we gaan dat eens proberen in de tuin. Ik volg bepaalde mensen op Instagram, daar leer ik ook van bij. Altijd blijven leren, dat is het belangrijkste.“