PRODUCTIEPLANT RENOVEREN: HOE BEGIN JE ERAAN?
Maatregelen treffen om voedselveiligheid te blijven garanderen
In het eerste deel van deze reeks hadden we het al over de keuze tussen renovatie of nieuwbouw bij de uitbreiding van de productieplant. Daarbij lijstten we de voor- en nadelen van beide opties op en hadden het over de motieven om voor het ene of het andere te kiezen. In dit tweede deel gaan we dieper in op hoe een renovatieproject moet worden aangepakt. Bij een gedeeltelijke fabrieksrenovatie wordt een ander deel doorgaans nog gebruikt voor de productie, verpakking of opslag van levensmiddelen. Daarom moet je bij de werken maatregelen treffen om de voedselveiligheid van de nog aanwezige levensmiddelen te verzekeren.

GRONDIGE RENOVATIE OF OPLAPWERK?
De eerste vraag die beantwoord moet worden: “Ga ik direct voor een algehele en grondige renovatie, of beperk ik mij in eerste instantie tot oplapwerk om pas later grondig te renoveren?" Oplapwerk is initieel goedkoper, maar na de uitvoering van de definitieve renovatie kan het totaalplaatje toch anders gaan ogen. Meteen kiezen voor een algehele, diepgaande renovatie is op het einde van de rit dan ook doorgaans goedkoper. Anderzijds biedt tijdelijk oplapwerk de mogelijkheid om verder te produceren wanneer de vraag naar producten hoog is.

UITVOEREN OP JUISTE MOMENT
Renovaties aan bouwkundige structuurelementen zijn heel tijdrovend en hebben vaak een hele grote impact op de hygiëne in de fabriek. Bij het vervangen van de binnenriolering, bijvoorbeeld, moet ook de vloer worden uitgebroken, waardoor dergelijke renovaties erg ingrijpend zijn. Renovaties leiden ook tot een verstoring van eventuele lopende productieactiviteiten, door het afsluiten van diverse nutsvoorzieningen, door trillingen en geluidsoverlast, en door de productie van stof en schadelijke dampen (bv. bij lassen). Om dergelijke ongemakken in te dijken, kan men renovaties beter uitvoeren tijdens geplande shutdownperiodes, zoals weekends, feestdagen, jaarlijkse onderhoudsperiodes of periodes van grondige reiniging. Renovaties kunnen niet langer hinderlijk zijn als productie-operaties worden stopgezet.
Goede planning
Voor voorlopige reparaties kan er een kortstondige shutdown worden ingesteld. Doorgaans is de negatieve impact op het productiegebeuren dan beperkt. Grondige renovaties daarentegen vragen om een goede planning, zodat de werken kunnen worden uitgevoerd op het juiste moment, in dalperiodes. Productieapparatuur die tijdelijk of voor lange tijd uit de renovatiezone wordt verwijderd, kan eventueel worden overgeplaatst naar een ander productiefiliaal, wat toelaat om zonder ongemakken de productie daar voort te zetten.
RENOVATIETEAM VERTROUWD MET VOEDSELVEILIGHEID
Voor de uitvoering van renovatiewerken in een omgeving waar levensmiddelen worden geproduceerd, is er een team van mensen nodig die niet alleen gespecialiseerd zijn in hun vak, maar die zich bovendien bewust zijn van de voedselveiligheidsrisico's die verbonden zijn aan deze werkzaamheden. Dit laatste moet dan ook een selectiecriterium zijn bij de rekrutering van contractors. Zij moeten ervaring hebben met werkzaamheden in een gecontroleerde omgeving, moeten weten hoe die te betreden, en moeten de kennis bezitten om contaminanten op een gecontroleerde manier te verzamelen en af te voeren. Ook de operatoren van het voedselbedrijf zelf moeten van in het begin betrokken worden bij het concipiëren van de renovatiewerken.
RENOVATIEPLAN

Het plannen van renovatiewerkzaamheden vereist een grondplan met alle details van het betreffende pand, bijvoorbeeld toegangsroutes, nutsvoorzieningen en HVAC-diagrammen. Vertrekkend van dit plan moet een inschatting worden gemaakt in welke mate de renovatiewerken een impact hebben op de naburige ruimten, bijvoorbeeld mogelijke contaminatieroutes. Minstens zo belangrijk zijn de 'flows' van renovatiematerialen, de mensen die de renovatie uitvoeren en van alle afval dat tijdens de werken geproduceerd wordt. De paden van al deze stromen mogen de stromen van levensmiddelen, verpakkingsmateriaal en procesoperatoren niet kruisen. Het renovatieplan moet ook de tijdsduur van de werken, de te vervullen taken en het toewijzen van verantwoordelijkheden omvatten. De situatie op elk moment van de renovatie moet verduidelijkt worden.
ZONAAL DRUKPLAN
Vóór de aanvang van de renovatiewerken moet er ook een zonaal drukplan worden opgesteld. De druk in de renovatiezone moet lager zijn dan die in de omgevende ruimten, zodat contaminanten binnen die zone worden gehouden en zich niet verspreiden naar de aangrenzende ruimten. De barrières die zijn opgeworpen om de renovatiezone te isoleren van de resterende productieruimten moeten voldoende rigide zijn om de heersende negatieve druk in de renovatiezone vast te houden. Een gebalanceerde luchttoevoer en -afvoer, gestuurd door drukverschilmeters, moet de procesruimtes op lichte overdruk houden. Bijkomend kunnen deeltjestellers en technieken die de monitoring van biologische contaminanten toelaten de luchtkwaliteit in de nabijgelegen productiezones continu opvolgen.
STOFBARRIERES

Stof en vuil van de renovatiewerken kunnen bronnen van contaminatie zijn voor levensmiddelen die geproduceerd worden in aangrenzende ruimten. Daarom moet de renovatiezone geïsoleerd worden van de rest van de productieomgeving door middel van een hermetisch afgedicht scherm. Het gebruikte scherm kan een tijdelijke opstelling zijn om het eerste oplapwerk te doen, of een meer permanente constructie voor langdurige renovaties. Meerdere stofbarrières kunnen worden opgeworpen om de verspreiding van contaminanten te counteren. De verschillende barrières moeten ook bestand zijn tegen mechanische impact, zodat hun integriteit te allen tijde verzekerd is. Barrières kunnen bestaan uit valse wanden met afgedichte naden (vezelplaat, metaal, glasvezelversterkte plastic), of uit met plakband afgeplakte plasticfilm. Het afdichten van alle openingen is ook gewenst om de toegang van ongedierte tot de renovatiezone te verhinderen. Wanneer procesleidingen, nutsvoorzieningen en luchtkanalen uitlopers hebben in zowel de renovatiezone als de aangrenzende productiezones, dan moeten de nodige voorzieningen aanwezig zijn om die uitlopers in de renovatiezone af te sluiten van de rest. Alle deuren moeten dicht blijven tijdens de renovatie.
Bijkomende maatregelen
Binnen de renovatieruimte kunnen bijkomende barrières dicht bij de contaminatiebron worden opgesteld en kan ook voorzien worden in puntextractie. De afvoer van contaminanten via een luchtuitlaat moet gebeuren op een locatie ver weg van de inlaat van verse opmaaklucht (HVAC-systeem). Wanneer asbest moet worden verwijderd, zijn bijkomende maatregelen vereist, zowel naar de gezondheid van het renovatieteam als naar voedselveiligheid toe. Asbestresten binnen de contouren van de te renoveren zone houden, is essentieel. Zwerfvuilmatten en schoeisel- of laarzenwassers kunnen verhinderen dat vuil via personen- en rolwagenverkeer naar de aangrenzende productiezones wordt getransporteerd. Eventueel kunnen vloeren in de omgeving van de renovatiezone vaker worden gereinigd.
PERSOONLIJKE HYGIENE
In de renovatiezone is persoonlijke hygiëne van primordiaal belang. Het renovatiepersoneel moet hygiënische beschermkledij dragen en nieuwe beschermkledij aantrekken om door de productieomgeving te passeren. Quality Assurance moet geregeld audits uitvoeren om na te gaan of het renovatieteam en de contractors de nodige hygiënevoorschriften opvolgen.
MATERIALEN, MATERIEEL EN AFVAL
Materialen en materieel voor de renovatie moeten aan een ingangscontrole en reiniging worden onderworpen alvorens de fabriek en renovatiezone te betreden. Eventueel moeten ze eerst in gereinigde containers opgeslagen worden. Elke vorm van contaminatie moet na de renovatiewerkzaamheden terug verwijderd worden. De procedures voor het verzamelen en de afvoer van renovatieafval moeten worden gedefinieerd. Gedurende het ganse renovatieproces moet het renovatie-afval continu en onmiddellijk uit de fabriek worden afgevoerd. De containers die zijn aangewend om het renovatie-afval af te voeren, moeten worden gereinigd alvorens de renovatiezone te verlaten.
REINIGEN NA RENOVATIE
Als de werken afgerond zijn, moeten alle ongebruikte materialen en materieel afgevoerd worden in gereinigde containers. Ze mogen dus niet achtergelaten worden in de pas gerenoveerde ruimte bij het hervatten van de productie. De renovatiezone en de aangrenzende productieruimten moeten grondig gereinigd en indien nodig gedesinfecteerd worden. Ook moeten de verschillende aftakkingen van procesleidingen, nutsvoorzieningen en luchtkanalen in de gerenoveerde zone gereinigd worden. Na de renovatie moeten gerenoveerde systemen getest en gevalideerd worden op hun operationele werking, binnen de vooropgestelde limieten.