PLAATSING VAN KUNSTHARSGIETVLOEREN
Het leggen van een kunstharsgietvloer vraagt heel wat vakmanschap. Voor de plaatsing moeten de ondergrond en de omgevingsomstandigheden grondig gecontroleerd worden. De plaatsing zelf neemt heel wat tijd in beslag, maar de afwerking kan dan weer iets gemakkelijker verlopen.
AANDACHTSPUNTEN VOOR DE ONDERGROND
Hechtsterke en drukvaste ondergrond
Volgens de gangbare normen moet de hechtsterkte van de ondergrond 1,5 N/mm² bedragen, de drukvastheid 25 N/mm². Indien nodig, kunt u de ondergrond bijvoorbeeld verbeteren met een versterkende primer.
Blijvend droge ondergrond
Is de ondergrond nieuw aangelegd, en is deze cement- of gipsgebonden (anhydriet), gemaakt met standaardproducten? Dan moet deze minstens door de band 28 dagen oud zijn, opdat hij voldoende doorgehard is. Bij een cementgebonden ondergrond moet het restvochtpercentage < 4 CM% (< 6 CM% bij dampopen epoxy) zijn, bij gipsgebonden ondergrond < 0,5 tot 1 CM%.
Hoe bereidt u de ondergrond voor?
Verwijder eerst cementhuidjes en betonresten door te schuren of te stralen. Een gietvloer is standaard 2 tot 4 mm dik. U verwijdert dus het best alle oneffenheden die daarboven steken. De ondergrond moet zeker voldoende vlak zijn. En waterpas, want gietvloeren volgen de vloer, ook als die helt. Gladde en dichte ondergronden moet u opruwen, door stofvrij te stralen of te schuren. Met die laatste optie kunt u ook huid op een anhydrietvloer verwijderen. Verontreinigde ondergronden reinigt u eerst chemisch, alvorens de vloer te stralen of te schuren (wel afhankelijk van bv. de ondergrond, eventueel voor én nadien schuren/stralen). Zaagsneden, scheuren en gaatjes vult u met een geschikte herstelmortel. Nadien maakt u de vloer stofvrij met een industriële stofzuiger. Stof en vervuiling moeten weg, omdat ze de hechting verminderen.
CONTROLE OMSTANDIGHEDEN CRUCIAAL
Geen te hoge luchtvochtigheid
Een epoxyvloer is niet watergedragen (behalve de dampopen versie). Evenmin als de gietlaag van de PU-harsvloer. Maar de toplaag daarop is mogelijk wel watergedragen. In dat geval moet de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte doorheen de volledige droging tussen de 50% en 75 à 85% blijven, ook tijdens de uitharding. Is ze te laag, dan droogt de vloer te snel uit. Is ze te hoog, dan slaat het vocht mogelijk terug, met de eerder vermelde esthetische storing tot gevolg.
Juiste temperatuur
Ook de temperatuur moet steeds op het juiste peil blijven, zowel die waarin u het product vooraf bewaart, als die van de ondergrond en de ruimte waarin u vloert, voor een optimale uitharding. De stockage-, de ondergrond- en de ruimtetemperatuur moeten altijd tussen 10 à 15 °C en 25 °C blijven, tot het einde van de uitharding. De temperatuur van de ondergrond en het niet-uitgeharde materiaal moet minstens 3 °C hoger zijn dan het dauwpunt, om het risico op condensvorming of witte verkleuring op de vloerafwerking te verminderen. Vermijd ook te veel zonlicht, waardoor de vloer mogelijk te snel uitdroogt. Net als tocht: wegens het temperatuurverschil én, bij PU, omdat deze koude luchtstroom tot condensatie op de vloer kan leiden, en vocht op PU levert problemen op.
Geen stof, insecten en huisdieren in de buur
Net als de ondergrond moet ook de omgeving stofvrij zijn. Stof kan immers in de vloer belanden. Net als insecten en eventueel de sporen van huisdieren. Hou honden en katten dus zeker uit de buurt. Insecten kunt u afleiden met een uv-licht in een andere ruimte, tijdens de werken. De omstandigheden vallen echter niet perfect te controleren. Eventuele kleine foutjes zijn ook te herstellen. Informeer uw klant goed over wat kan gebeuren en wat u ertegen doet.
PLAATSING
Welke gereedschappen nodig?
Afhankelijk van het te plaatsen product en het gewenste uitzicht wordt er gewerkt met een spatel, borstel, rol, tandkam, wisser ... Investeer ook in meetapparatuur om de temperatuur en de luchtvochtigheid op te volgen.
Hoeveel tijd nodig?
Standaard moet elke laag 12 tot 24 uur drogen, naargelang van het gebruikte product, de temperatuur ... Afhankelijk van de gekozen optie en de afwerking neemt de klus drie tot zes dagen in beslag. Vervolgens is de vloer na één dag licht beloopbaar, na drie dagen mechanisch belastbaar en na vijf tot zeven dagen chemisch belastbaar.
AFWERKING
Profielen en plinten
Kunt u voegen niet overbruggen, dan vindt u daarvoor (bewegings)voegprofielen op de markt. Eventueel kunt u een gietvloer ook stoppen met stopprofielen, of laten aansluiten op een ander type vloer met aansluitprofielen. Daarnaast bestaan er verschillende plinten en kunstharsgebonden plintmortels.
Geen behandeling nodig
Na de plaatsing moet de vloer niet specifiek behandeld worden. Uw klant moet wel correct het reinigingsadvies van de fabrikant volgen. Meestal houdt dit een wekelijks onderhoud met stofzuiger en droge vloerwisser in, net als een periodieke schoonmaak met pads of een dweil-/mopsysteem met het juiste product (zonder film) en genoeg water.