belangrijkste leerlessen uit INTERACTIEVE WORKSHOPS
verslag van 7 digitale werksessies tijdens actiedag Green Deal Circulair Bouwen
In deze video geeft Petra Ronda (Vlaamse Confederatie Bouw) toelichting bij de interactieve workshops die tijdens het event plaatsvonden:
Troeven van 3D printen met beton voor circulair bouwen
(THEO VOOGD, Bruil)
Na de introductie in de ochtend, zoomde Theo Voogd verder in op de troeven en mogelijkheden van 3D printen met beton. Hij deed dit aan de hand van de 10 R’s (de niveaus van circulariteit), en focuste daarbij op de aangeduide gebieden:
Recycling is mogelijk, zeker tijdens het printen van materialen, maar is nog een traject wat verder onderzocht moet worden.
Repair van 3D beton is een troef. Kleine reparaties zijn ter plaatse mogelijk. Voor grote delen of vervanging kunnen de (soms uniek ontworpen) delen opnieuw digitaal geprint worden. Met een korte levertijd kan dus op korte termijn herstellingen worden uitgevoerd.
Voor Redesign zijn er veel mogelijkheden. Unieke ontwerpen, technische optimalisatie (modules met een hoekvorm) en minder materiaalgebruik (dunnere wanden met dezelfde thermische performance).
Reduce: het topologisch ontwerpen van elementen door de computer, leidt tot het meeste ideale ontwerp, vaak organisch vormen, met het minst materiaalgebruik en meest sterke constructies. Daarnaast, door het wegvallen van de enorme hoeveelheid materiaal nodig voor de bekisting bij traditioneel betontoepassingen, voorkomt 3D printen veel afval. Ook tijdens het productieproces van 3D elementen is er nauwelijks afval.
Refuse. Uiteindelijk pleit ook Theo voor een lange levensduur van gebouwen, waar bij renovatie en behoud voorop staan. Unieke gebouwen leiden vaak tot die langere levensduur. Additieve manufacturing verspilt bovendien minder grondstoffen.
De deelnemers werden a.h.v. 4 stellingen getriggerd:
- Welke impact heeft het 3D-printproces op de rolverdelingen tussen de verschillende actoren (architect, aannemer etc)?;
- Moet de nadruk bij circulair bouwen meer liggen bij een lange levensduur?;
- Welke beperkingen zijn er aan het 3D-printproces?
- Kan additieve manufacturing circulair bouwen versnellen?
De belangrijkste leerlessen uit deze workshop situeren zich op het gebied van de technische mogelijkheden: vuilbestendig, vorm-mogelijkheden, vezelversterking, rationeel materiaalgebruik. Maar ook werd er een bepaalde scepsis weggehaald over het gebruik van beton en de duurzaamheidsvraagstukken over 3D printen. De mogelijkheden en de juiste afweging van materiaal/toepassing/levensduur blijven voorop staan in het selectieproces.
Nieuw beleidsprogramma ‘Op weg naar circulair bouwen’
(ROOS SERVAES & PHILIPPE VAN DE VELDE, OVAM)
Het Vlaams beleidsprogramma voor de bouwsector 2014-2020 ‘Materiaalbewust bouwen in kringlopen’ is opgebouwd rond 5 thema’s: Selectief slopen, sluiten van de steenachtige kringloop, sluiten van de niet-steenachtige kringloop, materiaalprestatie van gebouwen en veranderingsgericht bouwen. Voor elk van deze thema’s werden een aantal ambities voor 2020 gedefinieerd. Tijdens deze sessie lichtte Philippe Van de Velde realisaties en knelpunten van het huidige beleidsprogramma toe voor het deel Urban mining. Roos Servaes nam dit op voor het deel Materiaalbewust, veranderingsgericht en circulair bouwen. De uitdagingen in de veranderende context kwamen aan bod en worden onder andere gelinkt aan de Europese Green Deal.
De eerste stap in de opmaak van het nieuwe beleidsprogramma ‘Op weg naar circulair bouwen’ is een online bevraging bij stakeholders uit de hele bouwsector. Als voorproefje kregen de deelnemers aan de werksessie hieruit een aantal stellingen voorgeschoteld. De volledige online bevraging is beschikbaar tot en met 15 juni. De resultaten worden geanalyseerd en besproken in workshops na de zomer. Verder staan er ook interviews en werksessies met partners op het programma. In het najaar wordt een eerste ontwerp met de stakeholders gevalideerd. Vervolgens worden sneuvelteksten voorgesteld en wordt er voor kerst nog een workshop georganiseerd om verder input te verwerken van de deelnemers. Begin 2021 is de streefdatum voor het definitieve ontwerp van het nieuwe beleidsprogramma.
Enkele leerlessen uit de werksessie:
- Er is wel degelijk vraag en bereidheid om herbruikbare materialen te integreren in projecten, maar voor het ontmantelen van deze materialen primeert nog vaak ‘time is money’ en zijn er onvoldoende afzetmogelijkheden gekend.
- Het vroeger betrekken van verschillende actoren in de bouwketen wordt algemeen positief beschouwd. Circulaire of veranderingsgerichte toepassingen worden meer en meer voorgesteld aan klanten en partners.
- Om als stakeholder input te geven, zijn interactieve sessies nodig met voldoende tijd en ruimte om in discussie te gaan. De online bevraging en workshop werden wel algemeen positief ervaren.
Smart circulair theater
(Tim van Bruyssel, Telesys)
In 2001 opgericht als telecom en IT bedrijf, is Telesys geëvolueerd naar een systeemintegrator dat in samenwerking met audiovisueel dochterbedrijf DMX Shop een circulaire visie hanteert. Recent voorbeeld hiervan is het gerenoveerde privé theater Maskerade: oorspronkelijk gebouwd als school in 1842, werd dit gebouw in 2019 na enkele jaren leegstand gerenoveerd tot een circulair én smart theater. Na het blootleggen van de originele structuur is er vanuit DMX Shop een 3D visualisatie gemaakt om te bekijken welke oude elementen kunnen worden hergebruikt. De oorspronkelijke Truss constructie en verwarmingsradiatoren worden zwart gepoedercoat, na behandeling krijgen ook de originele houten stoelen opnieuw plaats op het balkon, de trappen worden gemoderniseerd met LED strips, en voor de kleed- en schminkruimtes worden de oude zetels en spiegels gerecupereerd. Toegang tot het gebouw verloopt met een RFID badge en ook binnendeuren zijn voorzien van een badge met het oog op de verhuur. Traditionele lichtschakelaars zijn vervangen door programmeerbare panelen die in contact staan met verschillende ruimtes en functionaliteiten. En daarnaast worden licht, verwarming, tv-schermen en muziek mede gereguleerd dankzij sensoren en de RFID kaartlezers. De ondersteunende hardware, de Telesys Orchestrator, is protocolonafhankelijk en wordt op huurbasis aangeboden aan de klant. In eerste instantie is deze hardware upgradable en ook bij veroudering wordt ze hergebruikt voor minder veeleisende toepassingen (zoals bijvoorbeeld de aankoppeling op de digitale meters). Tot slot omvat het as-a-service dienstenaanbod van Telesys ook routers, netwerk switchen, telefoons, wifi, toegangscontrole, camerabewaking en tv-schermen.
Naast deze toepassing in een theatergebouw, werd het Orchestrator systeem ook toegepast binnen bedrijven en scholen, en is het ook een financieel haalbare toepassing voor privé woningen. Enkel de bekabeling wordt door de klant zelf aangeschaft, de overige materialen worden as-a-service aangeboden. De klant laat deze materialen evenwel zelf opnemen in de brandverzekering. Indien de materialen niet meer nodig zijn aan het einde van het contract of er een upgrade gewenst is, is de apparatuur vlot demonteerbaar. DMX Shop probeert deze materialen nadien zoveel mogelijk te hergebruiken binnen andere projecten of voor korte termijn verhuur. Het energieverbruik (te betalen door de klant zelf) en de toepassing van een toestel spelen een belangrijke rol om te bepalen of een apparaat nog inzetbaar is of gerecycleerd dient te worden. Kern van de circulaire visie blijft om de waarde van materialen zoveel mogelijk te behouden of te vermeerderen middels upgrades en het recupereren van verouderde hardware voor mindere intensieve toepassingen.
Milieu-impact in kaart brengen met TOTEM tool
(ELKE MEEX en ARIANNE ACKE, OVAM)
TOTEM staat voor ‘Tool to optimise the total environmental impact of materials’. Het is een tool om de milieu-impact van materialen en gebouwen mee in kaart te brengen. Dit was de start van een 2 uur durend parcours door het ‘hoe’ en ‘waarom’ van TOTEM. En hoewel online, bleef het zeker geen monoloog of een uitsluitend theoretische opleiding. De deelnemers werden vooraf al in het bad getrokken met de opdracht een buitenwand te modelleren, gebruik makend van TOTEM… een opdracht die alvast door 15 deelnemers succesvol werd opgeleverd. Na het situeren van de context van waaruit TOTEM werd ontwikkeld, leidde Elke Meex de deelnemers door de aangewende methodologie. Er werd een versnelling hoger geschakeld bij de praktische toepassing van de tool met een voorbeeld uitgewerkt in verschillende scenario’s en een evaluatie van de gemaakte oefening. De deelnemers lieten zich evenmin onbetuigd met een resem aan vragen over het praktische gebruik, de mogelijkheden maar ook de toekomstperspectieven van de tool:
- Is dit vandaag in de praktijk al bruikbaar? Is de tool reeds toegepast op lopende projecten?
- Is het mogelijk om de resultaten te downloaden in Excel?
- Hoe kan je best het verband tussen de U-waarde en de milieukost benaderen? Zal de TOTEM-tool tot een Milieu impact-peil leiden dat het E-peil zal vervangen?
- Voor de vergelijking renovatie versus nieuwbouw: kan je met TOTEM de impact van afbraak van het bestaande in rekening nemen?
- Is het mogelijk om een indicatie te krijgen in de efficiëntie van bepaalde keuzes? Om te weten of het financieel de moeite loont...
Een leerles die alvast uit de voorafgaande opdracht werd meegenomen: het gebruik van TOTEM vraagt wel wat oefening en inspanning. Misschien is dit voor sommigen te hoog gegrepen om bij ieder ontwerp in z’n geheel toe te passen. Maar zelfs een ‘vereenvoudigde’ oefening op elementniveau kan zicht geven op de milieu-impact en leiden naar een
milieuvriendelijker alternatief.
BIM-industrialisatie – meer circulair ontwerpen en efficiënt bouwen (JOHNY VERSTEGEN & RUBEN BRAEKEN, Mosard)
Na de introductie in de morgen lichtten Johny Verstegen & Ruben Braeken van Mosard hun digitaal platform voor modulair en circulair bouwen, waarbij het doel is bouwpartners samen te brengen, een open design & build en een living lab aan te bieden. Het platform is daarom opgesplits in 3 segmenten, gericht op de verschillende actoren, met daarbij ondersteunende tools en databases: Wonen met Mosard, Ontwerpen met Mosard en Bouwen met Mosard. Om het platform verder (technisch) te ontwikkelen en meer modulaire materialen te kunnen aanbieden is Mosard ook op zoek naar partijen in de bouwsector die mee willen werken aan het inhoudelijke. Zij doen dan ook een warme oproep aan technische ontwikkelaars, materiaal producenten, maar ook projectontwikkelaars en experts op gebied van business modellen.
Aan de hand van een poll konden de deelnemers hun visie geven op de 3 volgende stellingen. Toelichting hierop werd vervolgens door Ruben verder gegeven in zijn presentatie, de relaties van BIM en het online platform. Afsluitend werden de reacties op de polls getoond en dieper op ingegaan. Diverse deelnemers namen hier actief aan mee en
stelden ook kritische vragen.
- BIM is binnen traditionele bouw haalbaar voor iedereen.
De meeste deelnemer zijn het wel mee eens zijn of een neutrale mening over
hebben. - Bouwindustialisatie beperkt de creativiteit.
Meningen zijn verdeeld, maar een meerderheid ziet het niet als een beperking - Circulair Bouwen maakt wonen betaalbaar.
De meerderheid is het hier mee eens en ziet hierin de kansen voor betaalbare
projecten.
Reacties geven aan dat het tijd is te starten met modulair bouwen en dat we gebouwen zouden moeten ontwikkelen gelijk auto’s (maar dan groener) . BIM/Industrialisatie is een goede ontwikkeling, maar passend beleid is ook nodig. Men is benieuwd naar het net gelanceerde platform!
Analyse van het ontwerp van een polykliniek d.m.v. het Reversible Building Design Protocol
(JOOST DECLERCQ, Archipelago)
Joost Declercq lichtte toe dat Archipelago architects in dit project wou nagaan in welke mate de toepassing van circulaire principes toelaten de milieu-impact te reduceren en burden shifts te vermijden. Daarvoor moet het circulaire meetbaar en kwantificeerbaar zijn. De specifieke vraag voor deze polykliniek was dat het gebouw op korte en lange termijn aanpasbaar is aan wijzigende noden en maximaal omkeerbaar is. Bv. woonzorgcentrum, ziekenhuis, appartementen,... kunnen in datzelfde gebouw voorzien worden. Het Reversible Building Design Protocol is een methodologie die in het kader van het BAMB-project ontwikkeld is en nog steeds verder wordt ontwikkeld. Het doel is om een zo hoog mogelijke aanpasbaarheid en hergebruikpotentieel te creëren en via de tool te identificeren door ontwerpcriteria hierop te screenen. Het eerste grote blok hierin is de ruimtelijke aanpasbaarheid: hoe passen verschillende programmaties in de ruimte? Een tweede is de technische aanpasbaarheid: hoe (her)configureerbaar is de structuur? Het derde en laatste aspect is de scheidbaarheid van de grondstoffen.
Fase 1 bekijkt de ruimtelijke aanpasbaarheid met hierin onder andere de beschikbare vrije hoogte, daglichttoetreding, ventilatiemogelijkheden, loopafstanden, inplanting kernen en ontmantelingspotentieel. In fase 2 zullen de constructiedetails worden bestudeerd. In het kader van de voorbereiding van haar doctoraat en in samenwerking met Archipelago architects heeft Kaat De Ploey andere bestaande duurzaamheidstools onderzocht op hun mogelijkheid om circulaire aspecten te beoordelen. Dit gebeurde aan de hand van een eigen opgebouwd framework van verschillende circulaire strategieën.
Enkele leerlessen uit de werksessie:
- Momenteel is de feedback bij de behaalde scores in de tool soms nog te beperkt om eventuele verbeteringen aan te brengen. Dit wordt wel meegenomen in de verdere ontwikkeling van de tool.
- De tool werd ontwikkeld om specifieke criteria kwantitatief te beoordelen en kan dus best gecombineerd worden met andere duurzaamheidstools die kwalitatieve criteria bekijken. Het ontwikkelen van 1 tool die alles integreert blijkt moeilijk.
- Aanpasbaarheid is relatief, deze hangt af van de ruimtelijke omgeving en context. Op een locatie met een lage dynamiek kan je inzetten op een structuur die 100 jaar of langer kan blijven staan. Op een locatie met een hoge dynamiek kan je beter gaan inzetten op demonteerbaarheid. Verder hebben de stedelijke context, zoals vb. mobiliteit op en rond een site en veranderende masterplannen ook een grote impact op de toekomstige invulmogelijkheden. In circulariteit zit een stuk toekomstvoorspelling, wat een uitdaging is.
Innovatie en hoe bescherm ik mijn circulaire oplossing?
(HANS HAAGDORENS, VLAIO)
In zijn functie als bedrijfsadviseur bij Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen kijkt Hans Haagdorens samen met individuele bedrijven naar een strategische aanpak voor intellectuele eigendomsrechten (effectieve aanvragen en juridische geschillen behoren niet tot het werkterrein). Centrale vraag in deze werksessie is hoe we nieuwe vindingen zullen beschermen binnen een circulaire context? De bestaande intellectuele eigendomsrechten, zoals merkbescherming (naam en logo), modelbescherming (vormgeving), octrooi (technische vinding) en auteursrechten (tekst en foto’) kunnen hiervoor worden aangevraagd. Auteursrechten, merk, model en domeinnaam kun je zelf aanvragen; voor een octrooi werk je beter samen met een octrooigemachtigde. Voor deze laatste optie is de
kostprijs ook merkelijk hoger. Geheimhouding is een bijkomende én gratis mogelijkheid, waarmee je bijvoorbeeld de samenstelling van een product kunt beschermen. Meer informatie hierover vind je in de Wegwijzer Intellectuele Eigendomsrechten.
Is het eigenlijk nodig om deze traditionele beschermingsmix ook te hanteren voor circulaire vindingen? Met de aanvraag van een octrooi gaat een flinke financiële investering gemoeid en het najagen van een overtreding is kostelijk. Hoe kom je er achter of zo’n aanvraag dan eigenlijk wel relevant is voor jouw bedrijf? In eerste instantie kun je nagaan welke vindingen er al geoctrooieerd zijn via https://worldwide.espacenet.com/. Nadien bekijk je met een octrooigemachtigde welk stuk van jouw vinding er nog technisch beschermd kan worden en maak je de afweging of dit de investering waard is. Maar wil je circulaire oplossingen überhaupt wel beschermen? Is het binnen de circulaire economie bijvoorbeeld niet zinvoller om in te zetten op marketing of certificering om de geloofwaardigheid van je product ten goede te komen? Of zet je juist eerder in op de samenwerking met partners om sneller vooruitgang te maken? Bij certificering wordt de kanttekening geplaatst dat volledig nieuwe concepten hiermee al in de problemen kwamen omwille van de “oude” criteria. Een gezamenlijke take-away is dat een hardere bescherming zoals een octrooi zeker niet altijd de voorkeur geniet. Tenzij je écht een uniek product hebt, kunnen marketing en snelle vooruitgang een grotere meerwaarde bieden dan een beschermende strategie. En hoe zien architecten het vraagstuk van hun eigendomsrechten op het ontwerp binnen een circulaire context? In de aanmaak van een overeenkomst kan er best al een opening worden gelaten
waarin toekomstige circulaire aanpassingen in kaart worden gebracht. Tegelijkertijd lijkt het ook weinig aannemelijk dat indien een architect een gebouw vanuit circulaire insteek ontwerpt, zij juist dit aspect aan banden zou willen leggen met beschermingsrechten.