"Een ziekenhuis is een kleine fabriek"
Technieken in AZ Alma
Naast een flexibel ontwerp en duurzame materialen dragen ten slotte ook de technieken bij aan de toekomstbestendigheid van het ziekenhuis. “Een ziekenhuis is een kleine fabriek," poneert arch. Jo De Maesschalck; “de hoeveelheid technieken die zich er bevindt, is enorm." Met technische ruimtes achteraan en boven op de verpleegvloeren schat De Maesschalck dat zo'n 10% van de totale oppervlakte van AZ Alma door voorzieningen voor klimatisatie, verwarming, sanitair, digitale technieken en communicatie ingenomen wordt. Daarin werd er gestreefd naar een zo rationeel mogelijk energiegebruik.
RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK
AZ Alma maakt onder andere gebruik van een BEO-veld, gedimensioneerd op de nood aan topkoeling, en dat in combinatie met een warmtepomp. “Niet onbelangrijk is dat we daar nog warmterecuperatie aan toegevoegd hebben", merkt De Maesschalck op. “Omdat je in een ziekenhuis niet met retourventilatie mag werken, wordt er eigenlijk heel veel warme, vervuilde lucht uitgeblazen. Die gaat normaal verloren, maar door aan de afvoerroosters een warmtewisselaar te plaatsen, slagen wij er in om op z'n minst de warmte terug in het systeem te injecteren."
In AZ Alma staat verder geen enkele radiator. In het atrium werd er gekozen voor vloerverwarming in combinatie met speciale jets die de stijgende warmte halfweg de lokaalhoogte tegenhouden en weer naar beneden stuwen, terwijl er in de kamers en verpleegruimtes geopteerd werd voor conditioneringsbalken. “Dit is een systeem waarbij ventilatie, verwarming, koeling en eventueel ook verlichting in één toestel gecombineerd worden", verduidelijkt De Maesschalck.
“Dat toestel lijkt wat op een verlichtingsarmatuur en past perfect binnen een modulering van 60/60. Het biedt ook enige vrijheid: de lucht is weliswaar al geconditioneerd wanneer ze in de kamer toekomt, maar door koel- en verwarmingsleidingen in de balk kan je de temperatuur nog een beetje bijstellen."
AFWEGING TUSSEN ARCHITECTUUR EN TECHNIEK
Toch waarschuwt De Maesschalck dat je geen slaaf mag worden van de techniek.
“In het auditorium van AZ Alma was het voor ons belangrijk dat de willekeurige betonstructuur zichtbaar bleef; zichtbare ventilatieroosters en luchtkanalen wilden we absoluut vermijden. Daarvoor hebben we uiteindelijk zelf moeten zoeken naar een architecturale oplossing, die we vonden in de toevoeging van bouwkundige kanalen en akoestische panelen. Daardoor lijkt het nu alsof er in het auditorium geen ventilatie aanwezig is, al hebben we daar natuurlijk wel wat meer moeite voor moeten doen."
“Ook het atrium was trouwens geen evidentie", voegt De Maesschalck daar nog aan toe. “Om brandtechnische redenen is een dergelijke ruimte in een ziekenhuis normaal namelijk niet toegestaan."
Dat het in AZ Alma wel kon, is het gevolg van een aantal bijkomende maatregelen, waaronder de toepassing van 76 m2 opengaande delen die fungeren als natuurlijke ventilatie en RWA.
“Technieken zijn een middel om ervoor te zorgen dat het gebouw functioneert," besluit De Maesschalck, “maar dat wil niet zeggen dat je altijd blindelings de technici moet volgen. Soms moet je de architectuur voorrang durven geven. Het atrium gold voor ons als hét uithangbord van AZ Alma, en we hebben er dan ook voor gezorgd dat dat effectief het geval is."