2015/Q4
GOED 2016 IN HET VERSCHIET VOOR DE RENOVATIEMARKT
Bouwbarometer bekrachtigt roep om loonkostenverlaging
Ondanks een stijging in het vierde kwartaal met een half indexpunt blijft de bouwbarometer van de Bouwunie steken op 99. De lichte stijging is te danken aan het iets positiever inschatten van het werkvolume en het orderboekje op korte termijn. Dit vooral voor de activiteiten op de particuliere renovatiemarkt. Voor de woningbouw en investeringen door overheden en nutsmaatschappijen ziet het er minder goed uit. De unie van kmo's en zelfstandige ondernemers uit de bouwsector benadrukt dan ook dat een verlaging van de loonkost echt dringend is.
EVENWICHT BLIJFT UIT
De bouwbarometer steeg in december en noteert met 99 een half indexpunt beter dan in het derde kwartaal. Maar de gezonde grens van 100
waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden
bereikt hij nog altijd niet. Dat was voor het laatst in het tweede kwartaal van 2011; 4, 5 jaar geleden. 2015 scoort met een gemiddelde van 98 wel beter dan de voorbije drie jaren. Het is van 2008 geleden dat het jaargemiddelde nog boven 100 uitsteeg.
MEER WERK OP KORTE TERMIJN
29% van de Vlaamse bouw-kmo's heeft meer werk dan in het derde kwartaal. 22% heeft minder opdrachten. 22% verwacht een stijging van het werkvolume in de eerstvolgende maanden, terwijl 16% zich minder opdrachten ziet uitvoeren. De orderboekjes zijn ongeveer even ver in de tijd gevuld als in het vorige kwartaal. 39% heeft nog voor maximaal drie maanden werk en 42% zit nog goed voor drie tot zes maanden. Ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar is dat een verbetering. “Het werkvolume hangt sterk af van het marktsegment waarin de bouw-kmo actief is", zegt Hilde Masschelein, gedelegeerd bestuurder van Bouwunie. “De renovatiemarkt heeft goede vooruitzichten, maar het aantal opdrachten in de nieuwbouwsector en bij de overheid en nutsbedrijven blijft zeer pover."
Betere vooruitzichten voor renovatie
De meeste bouwbedrijven verwachten in de bouw en de afwerking van nieuwe gebouwen voor 2016 een status quo of daling van het aantal opdrachten. Voor de woningbouw loopt het percentage dat een daling verwacht, zelfs op tot 36%. De renovatiemarkt heeft betere vooruitzichten. De meeste bouwbedrijven verwachten een status quo. Voor de renovatie aan of in woningen verwacht 27% zelfs een stijging van het werkvolume. De verwachtingen voor het aantal opdrachten van overheden en nutsmaatschappijen zijn erg laag. Een derde tot de helft van de bouwbedrijven die op deze markten actief zijn, zeggen zelfs een vermindering van het werkvolume te verwachten. Slechts enkelen denken aan een toename. Opvallend is dat veel bouw-kmo's - en zeker meer dan in de voorgaande jaren - zeggen niet te weten of dit jaar beter of slechter zal zijn dan 2015.
CONCURRENTIE EN PRIJSDRUK
De prijzen die de aannemers voor hun werk kunnen aanrekenen, scoren nog altijd ondermaats. Die zijn de jongste tijd volgens 26% van de bouwbedrijven gedaald. 23% verwacht bovendien een verdere verslechtering van de prijzen. De oneerlijke concurrentie speelt daar een grote rol in. Zo geeft 41% van de bouwbedrijven aan dat die enkel maar toeneemt. Slechts 45% van de bedrijven zegt dat de huidige prijzen winstgevend zijn. 4% werkt verlieslatend. Ondertussen kampt de bouw nog altijd met een hoog aantal slechte betalers (23% spreekt van een toename), waardoor de winstgevendheid onder druk staat.
ARBEIDERSJOBS
Terwijl de rest van de economie het beter begint te doen en er jobs bij komen, is dit in de bouw niet het geval. Ten opzichte van het vorige kwartaal werkt vandaag 14% van de Vlaamse bouwbedrijven met minder personeel. 16% denkt tegen de lente meer werknemers in dienst te hebben, terwijl 14% zegt dat het er minder zullen zijn. In totaliteit verdwenen er in Vlaanderen in vier jaar tijd meer dan 12.000 bouwarbeidsjobs. “Dit is het zoveelste bewijs dat een verlaging van de loonkost van 6 euro per gepresteerd werkuur een absolute noodzaak is en er nú moet komen", besluit Hilde Masschelein.