“De sector is nog onvoldoende met BIM bezig"
Studiedag F.A.C. (Federatie Aluminium Constructeurs) op donderdag 7 september
Op 7 september verzamelden 95 deelnemers voor een uiteenzetting gericht op aluminium constructeurs. De keuze van het Havenhuis als locatie was hierbij geen toeval, aangezien BIM ook een grote rol speelde bij het ontwerp en de realisatie van de gevel. Dit event was lang op voorhand volgeboekt. Dit illustreert de wil in de branche om mee te gaan in deze evolutie en de nood aan informatie.

Charlotte Euben van het WTCB gaf aan dat als we traditoneel blijven werken, er bij elke overdracht (dus na elke bouwfase) informatie en kennis verloren gaat. Daardoor moet dezelfde informatie, gemiddeld gezien over een volledig bouwproject, maar liefst 7x opnieuw aangebracht worden. Zonde van de tijd en het geld. Met BIM wordt deze kennis en informatie slechts één keer in het centraal systeem beschikbaar gemaakt voor alle partijen. BIM is geen doel op zich, maar een proces om iedereen beter te laten samenwerken, waarbij het de bedoeling is om alle fasen van een bouwproject te bundelen: van ontwerp en studie tot uitvoering en beheer en nadien tot retrofitting, renovatie of afbraak. Op deze manier kunnen fouten, hiaten en veranderingen vroegtijdig aangepakt worden. De aluminium constructeur kan uit de modellen informatie afleiden voor visualisatie, ontwerp en planning, maar ook voor het opmaken van de offerte, de werkvoorbereiding en de uitvoering. Met het BIMportal ( www.BIMportal.be), een sensibiliserings- en informatieportaal rond BIM, bestudeert en ondersteunt het WTCB deze evolutie. BIMportal streeft ernaar om de Belgische referentieportaalsite te zijn omtrent BIM en andere digitale toepassingen die gericht zijn op de noden van de bouwwereld.

Stefan Eerlingen van Kubus lichtte verschillende BIM-oplossingen toe. “Kiezen voor software die bij het bedrijf past en een samenwerking met open communicatie is een combinatie die werkt", zei hij.
Verschillende partijen (architect, ingenieursbureau, installateur, aannemer, gebouwbeheerder,…) werken tijdens verschillende fasen met verschillende software. Een studie door TNO toonde aan dat men de keuze voor bouwpartners beter maakt op basis van competentie dan op (gelijke) software. Uitwisseling van informatie zonder verlies van data gebeurt via IFC. IFC (Industry Foundation Classes) is een universeel uitwisselingsformaat tussen BIM-pakketten met bijvoorbeeld informatie over brandwerendheid, U-waarde, enz. Zo werkt iedereen met de software die geschikt is voor zijn discipline.
Voor een betere communicatie tussen de partijen kan men met BCF (BIM Collaboration Format) tekstcommentaren, screenshots en meer toevoegen aan het IFC model. Zo wordt de communicatie gescheiden van het actuele model. Met BCF kunnen berichten, actiepunten, viewpoints en snapshots binnen het model worden aangemaakt en buiten het model om overgedragen worden naar andere partijen. Hiermee ligt de focus op het proces en hoe verschillende BIM software samenwerkt, in plaats van op de features van één specifiek gereedschap. Bimcollab en BCF communicatie zijn ook in het Havenhuis toegepast.

Wanneer bouwpartners samenwerken binnen een openBIM omgeving is het nodig om goede afspraken te maken voor een soepel verloop. Wie zijn de BIM co-makers? Welke software wordt er gebruikt en hoe? Wat is het gezamenlijk nulpunt van de BIM modellen? Welke partij levert een specifiek aspect-model? Welke output leveren de verschillende partijen? Welke informatie is niet van belang en voor welke partij? etc.
Het IPDP Startdocument (Integrated Project Delivery Protocol) van Kubus geeft een overzicht van dergelijke vragen en afspraken.
Via een ILS (Basis InformatieLeveringsSpecificatie) worden dan weer afspraken gemaakt om informatie eenduidig uit te wisselen, bijvoorbeeld de projectstructuur.
Internationale stand van zaken
Op dit moment is BIM op internationaal niveau niet vergelijkbaar. Op landelijk niveau zijn er lobbygroepen die hun eigen standaard trachten te bepalen. Het is zeer belangrijk om afspraken vast te leggen, zodat er éénvormigheid ontstaat.
Belgische constructeurs en gevelbouwers moeten zeker opletten dat we hierin niet op snelheid worden gepakt door de buitenlandse gevelbouwers. Andersom is er, door het gebrek aan afspraken, wellicht een extra moeilijkheid voor buitenlandse partijen om te voldoen aan de verwachtingen van de klant.