"Huidige generatie beschouwt veiligheid en gezondheid meer als een vanzelfsprekendheid"
Woodwize stelt expertise inzake preventie en veiligheid gratis ter beschikking
Uit diverse statistische gegevens komt naar voren dat de houtsectoren bovengemiddeld scoren in het aantal arbeidsongevallen, al dan niet met blijvende letsels of arbeidsongeschiktheid. De statistische gegevens waarnaar verwezen wordt, worden door Woodwize, opleidings- en kenniscentrum voor de houtindustrie, gebruikt om de sector te sensibiliseren. Schrijnwerk had een boeiend gesprek met Stefan Hinnekens die binnen Woodwize optreedt als consulent veiligheid en welzijn.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wie is Stefan Hinnekens?
Stefan Hinnekens: "Ik ben gepokt en gemazeld in de houtsector. Ik heb inderdaad de diverse stadia binnen de sector doorlopen, gaande van jobstudent tot productieleider. En in al die stadia heb ik gemerkt dat er heel wat belang dient gespendeerd te worden aan de preventiehiërarchie.
De officiële hiërarchie is de volgende:
- Risico’s elimineren;
- Risico’s vervangen door minder gevaarlijke risico’s;
- Risico’s bestrijden aan de bron/collectieve beschermingsmaatregelen (CBM’s);
- Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) voorzien;
- Organisatorische maatregelen treffen (opleiding, toolboxen, EHBO, noodplan);
- Risico’s signaleren/waarschuwen (via pictogrammen, waarschuwingsborden …).
Het is immers een wettelijke verplichting voor de onderneming om aan preventiebeleid te doen: medewerkers moeten behoed worden voor arbeidsongevallen en beroepsziektes. Van zodra er één medewerker, of die nu vast in dienst is of als uitzendkracht, stagiair of jobstudent, actief is naast de zaakvoerder, is het wettelijk vereist om een Interne Dienst Preventie en Bescherming (IDPBW) te organiseren. De leiding ervan is in handen van de interne preventieadviseur."
"Verder is de onderneming ook verplicht zich aan te sluiten bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW). Tot 20 werknemers mag de zaakvoerder zelf de taak van preventieadviseur op zich nemen. Ligt het personeelsaantal hoger, dan moet er een interne medewerker aangesteld worden als preventieadviseur. Tot 50 medewerkers volstaat een basisopleiding preventieadviseur. Van 50 tot 200 medewerkers moet de interne preventieadviseur een meer intensieve opleiding gevolgd hebben."

Hoe begin ik als onderneming aan een adequaat preventiebeleid?
Stefan Hinnekens: "Een goed preventiebeleid is gebaseerd op een georganiseerde aanpak. Dit gebeurt in de vorm van een ‘Dynamisch Risico Beheer Systeem’ (DRBS)."
"Preventiebeleid is vaak de appendix van de bedrijfsorganisatie. Er wordt maar aandacht aan besteed als de appendix springt"
"De basis om te weten aan welke veiligheids- en gezondheidsissues er moet worden gewerkt is de risicoanalyse. Bij ons kunnen bedrijven aankloppen om die organisatie op poten te zetten, zonder meteen met de vinger te worden gewezen. Inmiddels is Woodwize voor de pijler veiligheid en welzijn al negen jaar een betrouwbare partner voor onze bedrijven. Beetje bij beetje, via infomomenten, workshops en preventiecampagnes – ook binnen scholen, hebben we gewerkt, en werken we nog steeds, aan sensibilisering. Alle informatie is – na registratie – vrij beschikbaar."
Wat zijn nog eventuele werkpunten voor PBM’s en CBM’s?
Stefan Hinnekens: "Eerst moet er gewerkt worden aan collectieve beschermingsmaatregelen (stofafzuiging, geluidskasten rond de machine, belijning en afbakening …) en pas daarna – als de CBM’s niet voldoende beschermend zouden zijn – het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (ademhalingsbescherming, gehoorbescherming …)."
"Bij Woodwize merken we vaak dat er wel CBM’s aanwezig zijn, maar dat die in de loop der jaren niet meer afdoende zijn, bijvoorbeeld door de uitbreiding van het bedrijf in kwestie of de installatie van nieuwe en performantere machines. Wat de PBM’s betreft, worden er dikwijls foutieve beschermingen gebruikt, of worden deze verkeerd gedragen, waardoor er een vals gevoel van veiligheid gecreëerd wordt."
"Tot 20 werknemers mag de zaakvoerder zelf de taak van preventieadviseur op zich nemen. Ligt dat aantal hoger, dan moet er een interne medewerker aangesteld worden als preventieadviseur"
Ik veronderstel dat de excuses om niet of niet voldoende te voorzien in CBM’s en PBM’s legio zijn?
Stefan Hinnekens: "Dat klopt inderdaad en we hebben we allemaal al eens gehoord: ‘Ik moet maar voor korte duur een werk uitvoeren’, ‘Het is niet de moeite om de veiligheidsinrichtingen van de machine correct af te stellen of mijn PBM’s boven te halen’, enzovoort."
"Maar als deze manier van denken enkele keren per dag wordt gehanteerd, gedurende verschillende dagen, weken, maanden, jaren, door verschillende medewerkers, dan is de kans op arbeidsongevallen tientallen keren groter of ontstaan er beroepsziektes."
"Met Woodwize staan we garant voor een sectorale benadering. We reiken preventie- en documentatiemateriaal aan en we organiseren opleidingen en infosessies. Het zijn de bedrijven die er al dan niet op ingaan. En daar zien we dat, net als in andere sectoren, het schoentje wringt. Preventiebeleid is vaak de appendix van de bedrijfsorganisatie. Er wordt maar aandacht aan besteed als de appendix springt. Een negatieve gebeurtenis doet zich voor en dan haast men zich om externe hulp en ondersteuning in te roepen."
Wat zijn de concrete gevaren van houtstof?

Stefan Hinnekens: "Houtstof kan op korte termijn, maar zeker op lange termijn, ernstige veiligheids- en gezondheidsproblemen veroorzaken. Houtstof dat in hoge concentraties aanwezig is in de lucht kan, in een niet goed geventileerde ruimte, een stofexplosie veroorzaken met alle gevaren van dien. Deze stofconcentratie hoeft niet veel te zijn om een explosierisico te vormen. Elk jaar doen er zich wel explosies voor in houtverwerkende bedrijven. Een goede stofhuishouding en het regelmatig reinigen van de werkplaats (ook de hoger gelegen vlakken en gebinten) zijn daarom belangrijke preventiemaatregelen."
"Daarnaast veroorzaken bepaalde houtsoorten op korte termijn irritaties aan luchtwegen, slijmvliezen, ogen en huid. Voorbeelden hiervan zijn allergische reacties, huidirritaties en een verstopte en/of lopende neus. Op langere termijn kan een inadequate bescherming tegen houtstof ook leiden tot neus- en sinuskankers. Loofhout en tropische houtsoorten produceren het meest houtstof. Naaldhoutsoorten hebben minder negatieve eigenschappen, maar zijn zeker niet risicoloos. Het goede nieuws is evenwel dat houtbewerkers zich perfect kunnen beschermen tegen al dat onheil."
Hoe zit het met rapporteren van bijna-ongevallen en incidenten? Zijn er op dit vlak werkpunten?
Stefan Hinnekens: "Een bijna-ongeval is hetzelfde als een incident. Accidenten zijn de werkelijke arbeidsongevallen. Als een incident niet wordt gemeld, is dit vergelijkbaar met een dominospel. De omvallende steentjes zijn achtereenvolgende verschillende incidenten, met name negatieve gebeurtenissen zonder verdere gevolgen, tot deze finaal leidt tot het omvallen van de dominosteentjes, en resulteert in een ongeval met gevolgen. Een goed rapport en een correcte opvolging van een incident kan een kwalijk accident voorkomen."
Ergonomie is nog nooit zo belangrijk geweest als vandaag de dag. Hoe wordt een ergonomische risico-analyse uitgevoerd in het atelier en hoe kunnen medewerkers worden betrokken bij het verbeteren van de ergonomie op de werkvloer?
Stefan Hinnekens: "Om te beginnen moeten we óveral aan ergonomie denken. Het klinkt vreemd, maar mensen besteden veel aandacht aan een goede matras voor een optimale nachtrust. Ze vergeten dan vaak tijdens de dag enkele eenvoudige aandachtspunten te respecteren met betrekking tot een optimale werkhouding."
"Ergonomie heeft een sterke wetenschappelijke basis, maar daarnaast is het belangrijk om de theorie op een pragmatische manier in de praktijk te brengen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat werknemers in ploegverband werken op dezelfde werkpost. Voor persoon X kan de hoogte perfect ingesteld zijn, terwijl dat niet het geval is voor persoon Y. De werkgever of leidinggevende moet hiervoor oog hebben, maar ook de medewerker moet dit melden. Een ander voorbeeld bij het gebruik van handgereedschap: voor de ene persoon zal het handvat perfect in de hand liggen, terwijl dit voor een andere medewerker totaal niet goed aanvoelt."
"In een risicoanalyse ergonomie zal met alle verschillende facetten rekening gehouden worden: hoogte van de werkvlakken, gewichten van goederen en machines, boven en/of onder de normale houding werken, bewegingsvariatie in het werk, en dergelijke. Voor alle ergonomische risico’s bestaan op vandaag heel wat degelijke preventiemaatregelen zoals schaartranspalletten en -tafels, vacuüm hefsystemen, rollenbanen of exoskeletten."

Wat is een goede indeling van de werkplaats voor een veilige en efficiënte workflow?
Stefan Hinnekens: "Orde en netheid zijn het begin van veiligheid en gezondheid. Maar ook niet te vergeten: orde zorgt voor veel meer efficiëntie en tijdswinst. De kwaliteit van het afgewerkte product zou een verlengstuk moeten zijn van de organisatie en de uitstraling van de werkplaats."
"Een vaste, indien noodzakelijk brandvrije, opslagplaats van de goederen en machines, afbakening en belijning, gebruik van schaduwborden, vrije elektriciteitskasten en -borden, vrije doorgangen, procedures en afspraken voor reinigen en onderhoud … Het zijn allemaal factoren die een directe, gunstige invloed hebben op een goed georganiseerde werkplaats. De theoretische benadering zou moeten zijn dat een potentiële klant de werkplaats op elk moment kan bezoeken."
"Orde en netheid zijn het begin van veiligheid en gezondheid. Maar ook niet te vergeten: orde zorgt voor veel meer efficiëntie en tijdswinst"
Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van ongevallen op de werkplaats?
Stefan Hinnekens: "Er zijn heel wat oorzaken die aan de basis van een werkongeval kunnen liggen. Voorbeelden zijn het verlies van controle over een machine, voertuig of voorwerp. Of uitglijden, struikelen, vallen, stoten, knellen, een verkeerde beweging maken …"
"De gevolgen zijn vaak niet min: snijwonden, beschadigde ledematen, infecties (splinters), amputaties, brandwonden, kneuzingen en verstuikingen, breuken, rugblessures, noem maar op. Aan de basis van dergelijke incidenten kunnen onwetendheid, vermoeidheid, onoplettendheid, haast, of andere externe factoren liggen. Het voorkomen van arbeidsongevallen start dus bij de aanpak van de redenen. Daarom zetten we bij Woodwize zo sterk in op sensibiliseren, informeren, degelijke opleidingen, documenteren …"

Wat zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in de schrijnwerksector?
Stefan Hinnekens: "Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel, maar wij zien een positieve evolutie in het aandacht besteden aan het preventiebeleid in een organisatie. We stellen op vandaag toch vooral vast dat de huidige generatie jonge bedrijfsleiders en leidinggevenden veiligheid en gezondheid meer als een vanzelfsprekend onderdeel van het bedrijfsleven beschouwt. Ze werden er zelf uitvoerig mee geconfronteerd tijdens hun opleiding en houden de aandacht ervoor levendig."
Veiligheid op de werf is niet hetzelfde als veiligheid in een werkplaats. Wat zijn verplichte en aanbevolen PBM’s op de werf? En wat is het verschil met het atelier?
Stefan Hinnekens: "Alles hangt af van het soort werk, de gebruikte machines en producten. De lijm in het atelier kan perfect dezelfde zijn als op de werf; de handcirkelzaag op de werf is dezelfde als in het atelier. En is dit niet het geval, dan zijn er wederom de risicoanalyses die uitmaken welke preventiemaatregelen er moeten gekozen worden voor welk soort risico’s."
"Het grootste verschil tussen werf en atelier zit hem in de volgende factoren. In het atelier worden voornamelijk stationaire (zwaardere) machines gebruikt, terwijl op de werf voornamelijk lichtere machines of handgereedschap worden gebruikt. Op werven zijn er dan ook minder collectieve beschermingsmaatregelen mogelijk, en dit moet worden opgevangen met persoonlijke beschermingsmiddelen. En vaak zien we ook dat door de mindere zorgzaamheid voor het gereedschap en de materialen, de veiligheidsinrichtingen op deze werfmachines (deels) defect of niet aanwezig zijn."
"Op werven wordt bovendien niet zelden op hoogtes gewerkt. Een correct gebruik van (rol)stellingen en valharnassen is dan ook een absolute must. De klimatologische omstandigheden zijn op werven soms ongunstiger of veel meer uitgesproken: warmte, koude, tocht, regen … Op vandaag is het aanbod aan aangepaste werkkledij en PBM’s zodanig groot, dat er voor elk weertype aangepaste oplossingen bestaan."
"Ten slotte ben je op werven vaak ook met werknemers van andere bedrijven gelijktijdig aan de slag. Dit brengt meer risico’s met zich mee. Een goede verstandhouding onder de verschillende bedrijven, het kennen van hun specifieke risico’s en het maken van onderlinge veiligheidsafspraken zijn dan ook een wettelijke bepaling."

Welke communicatiehulpmiddelen voor veiligheidswaarschuwingen kunnen op werven gebruikt worden?
Stefan Hinnekens: "De stelregel voor een goede communicatie is elkaar begrijpen. De zaakvoerder heeft hier een cruciale rol te vervullen. Je moet je ervan vergewissen dat mensen die een andere taal spreken, de opdrachten en de uitleg die ze krijgen, begrijpen. Geef opleidingen en toolboxen in de taal van de werknemer en herhaal regelmatig de aandachtspunten. Er bestaan verschillende tools en vertaalapps om technische woorden en termen toe te lichten."
"Veiligheidsbriefings en werfvergaderingen liggen in handen van de werfcoördinator(en) en de preventieadviseurs van de aanwezige bedrijven. Een van de basisprincipes op deze besprekingen is het benadrukken van de risico’s en preventiemaatregelen. Deze worden vooraf duidelijk gebrieft naar alle werfmedewerkers."
Hoe zit het proces van het identificeren en evalueren van risico's op de bouwplaats in elkaar?
Stefan Hinnekens: "Voor de risicoanalyse op de werf bestaan er eveneens verschillende tools en ondersteuningsmogelijkheden. Een foutieve benadering is dat de preventieadviseur alles moet weten. Hij heeft de coördinerende rol en brengt de verschillende insteken van risico’s en preventiemaatregelen samen. Het zijn de leidinggevenden en de werknemers die mee helpen screenen en zoeken naar oplossingen. Opnieuw komt het woord betrokkenheid hier naar voor. Een goede risicoanalysetool voor op werven is OiRA Bouw. Vanuit de OiRA Hout-tool kunnen de belangrijke werfmodules van de OiRA Bouw ook opgeroepen en ingevuld worden."
Wat is die OiRA-Hout-tool concreet?
Stefan Hinnekens: "OiRA staat voor Online Interactive Risk Assessment. Het is een online tool die ter beschikking gesteld wordt door het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid en die door de lidstaten overgenomen wordt."
"OiRA wordt op maat van een bepaalde sector aangeboden. In 2014 werd OiRA voor de houtsector geïntroduceerd. Via het Belgische focal point OiRA heb ikzelf diverse verbeteringen gesuggereerd die ook werden geïntegreerd. De eerste versie bleef immers te veel steken in de theorie en was met andere woorden niet pragmatisch genoeg. Omdat ik verschillende decennia met beide voeten in het terrein stond, kon ik vrij snel de tool meer toepasbaar maken. Immers, hoe sterker OiRA mensen in het veld aanspreekt, hoe meer hij zal gebruikt worden."
WOODWIZE
Woodwize is het sectorale kennis- en opleidingscentrum en preventie-instituut voor de
hout- en meubelsectoren in België. De sector stelt ongeveer 25.700 werknemers tewerk, verdeeld over zo’n 2.000 bedrijven. Woodwize is rond vier pijlers gestructureerd: opleidingen, HR-beleid, onderwijs en veiligheids- en welzijnsbeleid. De organisatie telt vijftien medewerkers.