EI1-deuren op vandaag wettelijk gezien de veiligste optie
Wegwijs in de bepalingen en verantwoordelijkheden
Brandwerende deuren spelen een onmiskenbare rol in het waarborgen en optimaliseren van de brandveiligheid van een gebouw. Enerzijds helpen ze, als onderdeel van de compartimenteringswanden, om de voortplanting van een brand doorheen het gebouw te beperken, anderzijds faciliteren ze de veilige evacuatie van gebruikers.
De plaatser draagt in deze een grote verantwoordelijkheid. Hij moet immers, op basis van het bestek, de juiste deur kiezen én staat in voor de vakkundige montage ervan. Een goede kennis van de normen en wettelijke verplichtingen, alsook een oog voor detail, zijn daarom essentieel.

Wanneer is een brandwerende deur verplicht?
Hoewel de plaatser niet verantwoordelijk is voor het voorschrijven van branddeuren, dient hij wel op de hoogte te zijn van de wettelijke verplichtingen inzake dit onmisbaar bouwelement. Die worden in hoofdzaak bepaald door het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994, de latere aanpassingen ervan en haar bijlagen. Volgens het KB is de toepassing van brandwerende deuren verplicht in alle compartimenteringswanden en andere scheidingsconstructies met een verplichte brandweerstand, zoals de afbakening van technische ruimtes, evacuatiewegen, trappenhuizen …
Elke schrijnwerker mag een brandwerende deur plaatsen
Dergelijke wanden komen voor in nagenoeg alle gebouwen, met uitzondering van eengezinswoningen, waarvoor de Basisnormen niet gelden. Uiteraard kan een opdrachtgever ook in dergelijke projecten, los van de wettelijke verplichtingen, een branddeur eisen.
Aan welke eisen moet een brandwerende deur voldoen?
Het KB schrijft niet alleen voor waar brandwerende deuren geplaatst moeten worden; het bepaalt ook aan welke prestatie-eisen de deuren in kwestie minimaal moeten voldoen. Let wel: prestatie-eisen omschreven in het KB
zijn de minimale wettelijke eisen. Zowel gewesten als opdrachtgevers kunnen – wettelijk dan wel contractueel – strengere eisen opleggen! Tevens bestaan er specifieke reglementeringen voor rusthuizen, hotels …

Gebruiksgeschiktheid
Brandwerende deuren moeten alle klassieke functies van een deur kunnen vervullen. Het gaat onder andere om de gebruiksfrequentie, mechanische sterkte, vlakheid …
Brandweerstand
De brandweerstand van een deur heeft, in België, betrekking op haar vlamdichtheid (E) en haar thermische isolatie (I) en wordt uitgedrukt in minuten. De minimaal vereiste weerstand is, net zoals die van compartimenteringswanden, afhankelijk van en evenredig met de hoogte van het gebouw. Toch is ze niet noodzakelijk gelijk aan de brandweerstand van de wand waarin de deur zich bevindt. In de meeste gevallen bedraagt ze slechts de helft, al moet er steeds rekening gehouden worden met een minimum van 30 minuten én zijn er een aantal uitzonderingen.
Zelfsluitendheid
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij toegangsdeuren tot trappenhuizen in hoge en middelhoge gebouwen, kan bijkomend nog een zelfsluitendheidscriterium (C) gelden. Dat bepaalt dat de deur ofwel na elke opening, ofwel in geval van brand automatisch moet sluiten. Zelfsluitendheid moet dan in alle gevallen gevrijwaard worden, ook wanneer de elektronische hoofdvoeding wegvalt.
Wie mag een brandwerende deur plaatsen?
Tot 2004 mochten brandwerende deuren enkel geplaatst worden door zij die daarvoor een erkenning van de FOD Binnenlandse Zaken hadden ontvangen. In 2004 werd de betreffende paragraaf echter uit het KB geschrapt, met als gevolg dat vandaag elke schrijnwerker in principe een brandwerende deur mag plaatsen. Toch wordt in de praktijk in heel wat bestekken opgenomen dat de brandwerende deuren door een gecertificeerde plaatser geïnstalleerd moeten worden. In dat geval is de certificatie een contractuele verplichting.
Een dergelijke certificatie wordt verleend door het ISIB en kan op vrijwillige basis aangevraagd worden. Hiervoor dient de plaatser een opleiding te volgen in een door ISIB erkend opleidingscentrum en een praktische proef te doorstaan. Een gecertificeerde plaatser wordt onderworpen aan steekproefsgewijze controle op de werf en opgenomen in een door ISIB gepubliceerde lijst.

Hoe kies ik de juiste deur?
De plaatser is, zoals reeds gesteld, niet verantwoordelijk voor het bepalen van de exacte eisen waaraan de brandwerende deur moet voldoen; de keuze voor een specifieke oplossing behoort wél tot zijn taken. Daarbij heeft hij de keuze tussen verschillende deurtypes, materialen, afmetingen, eventuele beglazingen …
De plaatser moet ervoor zorgen dat er aan de wettelijke en prestatie-eisen voldaan wordt
Hoewel de meeste brandwerende deuren als geheel verkocht worden – inclusief deuromlijsting – kan de plaatser er in sommige gevallen ook voor opteren om enkel de deurvleugel aan te kopen en het deurgeheel zelf, volgens de voorschriften van de fabrikant, te fabriceren. Wie op zoek gaat naar de gepaste brandwerende deur, dient in ieder geval met een aantal zaken rekening te houden.
Keurmerken en classificaties
Het spreekt voor zich dat alle geplaatste deuren aan de wettelijke eisen en de specifieke prestatie-eisen, opgenomen in het bestek, moeten voldoen. Aandachtspunt voor de plaatser is dat de prestaties van de geselecteerde producten ook effectief op de juiste manier geattesteerd zijn. Aangezien de brandweerstand en gebruiksgeschiktheid van deuren en poorten de voorbije decennia al op verschillende manieren uitgedrukt en beproefd zijn, is dat niet altijd even evident.
Op vandaag zijn de eisen en wettelijke verplichtingen als volgt:
- Brandclassificatie
Sinds de wijziging van het KB in 2022, zullen alle nieuwe bouwaanvragen ingediend vanaf 1/07/2022, gerealiseerd moeten worden met deuren die aan de EI1-normering voldoen.
Waar moet je rekening mee houden?
- Bij renovaties waarvoor geen bouwaanvraag nodig is, wordt er gekeken naar de datum van de bouwaanvraag van het oorspronkelijke gebouw.
- Voor renovaties waarvoor een nieuwe bouwvergunning moet worden aangevraagd, geldt de datum van aanvraag van de nieuwe bouwvergunning. Ingeval een bestaand gebouw uitgebreid wordt, moet het nieuwe gedeelte ook uitgerust worden met EI1-deuren.
Samengevat:
- Projecten waarvan de bouwaanvraag ingediend werd vanaf 1/07/2022 of later, mogen uitgevoerd worden met EI1-deuren volgens EN 13501-2.
- Projecten waarvan de bouwaanvraag dateert van vóór 1/07/2022, mogen uitgevoerd worden met Rf-deuren volgens NBN 713.020 of EI1-deuren volgens EN 13501-2.
- Projecten waarvoor geen bouwaanvraag vereist is, mogen uitgevoerd worden met Rf-deuren volgens NBN 713.020 of EI1-deuren volgens EN 13201-2.
Wordt de aanlevering van brandwerende deuren met EI1-label problematisch?
Op vandaag zijn de EI1-labels beschikbaar. Fabrikanten motiveren hun klantenbestand momenteel volop om ook met die EI1-labels aan de slag te gaan. Het is dan ook zo dat indien men voor een EI1-deur kiest, dat deze onafhankelijk van de datum van de bouwaanvraag (indien nodig), dat deze als enige in elke omstandigheid wettelijk in orde is.
Een Belgische Rf-deur daarentegen, is enkel nog in bepaalde gevallen mogelijk. EI1-deuren zijn dus op vandaag wettelijk gezien de veiligste optie.

- CE-markering: Aan de basis hiervan liggen de geharmoniseerde Europese productnorm voor brand- en rookwerende prestaties EN 16034 enerzijds, en de verschillende productnormen voor deuren zonder brandwerende eigenschappen anderzijds. Om een CE-markering te bekomen, moet een brandwerende binnendeur met andere woorden voldoen aan zowel EN 16034 als EN 14351-2. De CE-markering is verplicht voor ramen en buitendeuren en voor industriële garagedeuren en -poorten.
- BENOR/ATG: Jarenlang mochten enkel brandwerende deuren met BENOR/ATG-keurmerk geplaatst worden. Sinds de betreffende bepaling in 2004 uit het KB werd geschrapt, geldt die verplichting niet langer. Het label zelf is echter niet verdwenen, maar blijft in voege als vrijwillig keurmerk, dat – zeker bij het ontbreken van een CE-markering – de nodige zekerheid biedt. Het wordt daarom nog regelmatig als vereiste in de bestekken opgenomen.
- Zelfsluitendheid: Wordt er in het bestek zelfsluitendheid vereist, dan gebeurt dat in termen van een C-klasse. Deze moet volgens NBN EN 1154-A1 geattesteerd zijn. De duurzaamheid van zelfsluitendheid wordt aangetoond op basis van proeven volgens EN 1191 (voetgangersdeuren) of EN 12605 (industriële deuren).
Gebruiksvoorwaarden
Naast conformiteit met de verschillende normen, moet elke brandwerende deur ook specifiek afgestemd zijn op de bijzonderheden van haar plaatsing. Niet elke brandwerende deur is bijvoorbeeld geschikt voor montage in een lichte scheidingswand, en voor elk product gelden maximale afmetingen. Referentie hiervoor is de CE-markering of het
classificatierapport.
Daarin staan het toepassingsgebied voor de brandproefresultaten en de bijzondere gebruiksvoorwaarden van het product volledig beschreven. Staat hierin bijvoorbeeld niet expliciet vermeld dat de deur
in een lichte scheidingswand gebruikt kan worden, dan mag ze enkel in metselwerkmuren met een voorgeschreven minimumdikte – doorgaans 9 cm – gemonteerd worden.