Buitenisolatie meest voordelige isolatie
Aandachtspunten bij de uitvoering van bepleisteringen en harde bekledingen op isolatie
Buitengevelisolatiesystemen bieden tal van voordelen in de context van energieprestaties, en kennen de laatste jaren een sterke opmars. Bij de systemen die in dit artikel besproken worden, wordt een bepleistering (ETICS) of harde bekleding zonder luchtspouw op de isolatie aangebracht. Belangrijk is het om te letten op enkele aandachtspunten bij de uitvoering ervan.
Verbetering energieprestaties
Om de energetische prestaties van bestaande gevels te verbeteren komen zowel binnen-, buiten- als spouwisolatie in aanmerking.
Buitenisolatie
Buitenisolatie biedt bouwfysisch de meeste voordelen, onder meer doordat grotere isolatiediktes mogelijk zijn, koudebruggen gemakkelijk kunnen worden weggewerkt en de thermische inertie van de bestaande structuur optimaal wordt benut.

Combinatie van isolatietechnieken
In sommige gevallen kan een combinatie van isolatietechnieken aangewezen zijn. In het geval van buitenisolatie bij spouwmuren, is het aangeraden om eerst de bestaande spouw na te vullen om convectiestromingen tegen te gaan. In het geval buitenisolatie om stedenbouwkundige redenen niet toegelaten is, kan men opteren om spouwisolatie te combineren met binnenisolatie om de binnenoppervlaktetemperatuur van de afwerking ter hoogte van koudebruggen te verhogen.
Potentieel tot energiezuinigheid
Thermische isolatie van bestaande gevels biedt een belangrijk potentieel tot energiezuinigheid en nodigt uit tot innovatieve toepassingen die de energetische prestaties van gebouwen verbeteren. Een geïntegreerde aanpak is evenwel vereist om tot een doeltreffend resultaat te komen (daarbij rekening houdend met bouwknopen). Een aangepaste ventilatie mag tevens niet ontbreken.
Keuze van de buitenisolatietechniek
Voor de keuze van een buitenisolatietechniek zal men zich baseren op esthetische mogelijkheden (materialen, uitzicht, kleur, textuur, en hun duurzaamheid) en ook op functionele eisen (regendichtheid, vorstbestendigheid, thermische vervormingen, schokweerstand, onderhoud…). De buitenisolatietechnieken kunnen opgedeeld worden in systemen met en zonder luchtspouw.
Systemen met luchtspouw
Systemen met luchtspouw hebben een luchtspouw van minstens 2 cm achter de bekleding. Hierdoor beschikken deze systemen over een dubbele barrière tegen waterinfiltratie. De luchtspouw vormt een capillaire onderbreking en kan een decompressiekamer vormen. Voorbeelden zijn houten gevelbekledingen, metalen platen, natuursteen, leien, etc.
Systemen zonder luchtspouw
Bij systemen zonder luchtspouw wordt de afwerking rechtstreeks op de isolatie aangebracht. Het buitenisolatiesysteem vormt de enige barrière tegen de weersomstandigheden. Het hygrothermische gedrag van het volledige systeem is bijgevolg van groot belang.
Buitenbepleisteringen en harde bekledingen op isolatie
Bij buitengevelisolatie wordt de thermische isolatie bevestigd aan de buitenzijde van de dragende muur. De isolatie kan enerzijds afgewerkt worden met een bepleistering uit een gewapende grondlaag en afwerklaag. Zulke systemen worden vaak afgekort met ETICS, wat staat voor External Thermal Insulating Composite System. Anderzijds ziet men de laatste jaren een evolutie naar het toepassen van harde op isolatie verlijmde bekledingen (zoals bv. baksteenstrips, keramische tegels, natuursteenplaten... ). Men kan een onderscheid maken tussen prefabsystemen en harde bekledingen die in situ worden aangebracht. Bij in situ verlijmde systemen kan de harde bekleding ofwel direct op de aangepaste (waterdichte) isolatie aangebracht worden, ofwel op een gewapende grondlaag (die de rol van waterdichtheid op zich neemt).
Verenigbaarheid van de componenten
Voor zowel geprefabriceerde systemen als voor in situ aangebrachte materialen, dient de verenigbaarheid van de componenten (isolatie - bepleistering/harde bekleding - verlijming/mechanische bevestigingen - toebehoren) geëvalueerd te worden.
Uitvoering
In de volgende paragrafen worden de voornaamste aandachtspunten voor, tijdens en na de uitvoering van ETICS besproken.
Aandachtspunten vóór de werken
- Ondergrond: de 'ondergrond' in ruime betekenis (dragende muur met schrijnwerk…) moet aangepast worden, zodat die geschikt is voor het aanbrengen van het buitengevelisolatiesysteem. Voor de werkzaamheden te kunnen aanvatten, moeten buitenschrijnwerk, raamdorpels, dakafdekkingen, waterafvoer… geplaatst zijn.
- Dragende muur: de dragende muur moet stabiel, zuiver en samenhangend zijn (geen vervuiling, algen, uitbloeiingen, scheuren of dergelijke). Deze mag geen abnormale bevochtiging vertonen; eventuele vochtproblemen moeten eerst opgelost worden. De ondergrond moet de toegelaten afwijkingen, zoals vlakheid, respecteren. Grote oneffenheden kunnen weggewerkt worden door het aanbrengen van een raaplaag. Hierbij is op te merken dat de bijkomende werken om de ondergrond aanvaardbaar te maken, niet tot het normale takenpakket van de buitengevelisolatie-aannemer behoren, en aanleiding zullen geven tot een meerkost.
- Afvoer water: de nodige maatregelen moeten genomen worden om het water zo goed mogelijk uit het gevelvlak af te leiden. De raamdorpels moeten voorzien zijn van zijdelingse opstanden (U-vorm) en van een druiplijst die minstens 3 cm uit het gevelvlak uitsteekt. De dakafdekking moet niet enkel een 3 cm uitstekende druiplijst hebben, maar ook de rand over een hoogte van minstens 5 cm beschermen.
- Buitenschrijnwerk: het buitenschrijnwerk wordt bij voorkeur terugliggend geplaatst ten opzichte van het buitenvlak van het buitengevelisolatiesyteem. Indien het gelijk liggend met het systeem wordt geplaatst, moet men rekening houden met groter risico op scheurvorming, waterinfiltratie of vorming van koudebrug.
- Muurvoet: het buitengevelisolatiesysteem start minimaal 30 cm boven het maaiveld of buitenverharding ter bescherming van schokken, spatwater en capillaire opzuiging. Voor de muurvoet bestaan er specifieke oplossingen. Vooreerst wordt een aangepaste, vochtbestendige isolatie gebruikt waarop een plintafwerking of eventueel een aangepast pleistersysteem komt. De plint ligt ongeveer 2 cm terugliggend ten opzichte van het voorziene buitengevelisolatiesysteem. Aangeraden wordt om rondom het gebouw een drainagezone met kiezels te voorzien.

Aandachtspunten tijdens de werken
Enkele algemene opmerkingen gaan uit naar het respecteren van de menginstructies, nodige laagdikte en droogtijden tussen de verschillende lagen. De klimatologische omstandigheden moeten in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant, en dit zowel tijdens de uitvoering als enkele dagen na de werken. De uitvoering wordt afgeraden tijdens extreme omstandigheden zoals temperaturen boven 30 °C of onder 5 °C, volle zon, slagregen, etc.
- Plaatsing van isolatie: de plaatsing van het buitengevelisolatiesysteem start doorgaans met het bevestigen van een startprofiel voorzien van een goed werkende druiplijst. De isolatieplaten worden afhankelijk van het isolatiemateriaal en de vlakheid van de ondergrond bevestigd door verlijming, door mechanische bevestigingen of een combinatie van beide, rekening houdend met de richtlijnen van de fabrikant. In geval van twijfel, bv. bij oudere gebouwen, dient men trekproeven uit te voeren op de lijm of ankers en/of advies van de leverancier in te winnen. De voegen tussen de isolatieplaten moeten steeds verspringen en mogen niet samenvallen met aansluitingsvoegen tussen verschillende materialen. Men moet opletten dat er geen kleefmortel tussen de isolatieplaten komt. Openstaande voegen tussen de isolatieplaten moeten gedicht worden met PUR-schuim of isolatiemateriaal.
- Aansluitingen: bij aansluitingen tussen de isolatie en elk ander materiaal (schrijnwerk, afvoerbuizen…) dient men een afdichtingsstrip (gecomprimeerde zwelband) aan te brengen. Ter hoogte van hoeken van gevelopeningen (bv. raam) moet de isolatie uit één stuk bestaan. De isolatieplaten moeten een vlak geheel vormen; eventuele oneffenheden kunnen worden weggeschuurd indien het isolatiemateriaal dit toelaat. Aanbrengen van pleistersysteemHet pleistersysteem bestaat uit een grondpleister met wapeningsweefsel, eventueel een voorstrijklaag en vervolgens een afwerkpleister. Gezien het verhoogde risico op scheurvorming ter hoogte van hoeken en openingen, worden eerst de nodige toebehoren (hoekprofielen, stopprofielen, uitzetvoegen…) geplaatst door verlijming met het grondpleister. Ter hoogte van hoeken van gevelopeningen moeten extra wapeningsweefsels van ongeveer 30 x 30 cm² onder een hoek van 45° voorzien worden. Bewegingsvoegen in de ondergrond moeten worden overgenomen in het buitengevelisolatiesysteem. Tussen het buitenschrijnwerk en de pleister worden ofwel een stopprofiel en een elastische geschikte kitvoeg voorzien ofwel enkel een geschikte kitvoeg. Daarna kan het grondpleister over het hele oppervlak aangebracht worden waarin het algemeen wapeningsweefsel wordt ingebed. De wapeningsweefsels moeten zich over een afstand van ongeveer 10 cm overlappen. Tot slot kan het afwerkpleister, al dan niet voorafgegaan door een voorstrijklaag, aangebracht worden.
- Aanbrengen van pleistersysteem: het pleistersysteem bestaat uit een grondpleister met wapeningsweefsel, eventueel een voorstrijklaag en vervolgens een afwerkpleister. Gezien het verhoogde risico op scheurvorming ter hoogte van hoeken en openingen, worden eerst de nodige toebehoren (hoekprofielen, stopprofielen, uitzetvoegen…) geplaatst door verlijming met het grondpleister. Ter hoogte van hoeken van gevelopeningen moeten extra wapeningsweefsels van ongeveer 30 x 30 cm² onder een hoek van 45° voorzien worden. Bewegingsvoegen in de ondergrond moeten worden overgenomen in het buitengevelisolatiesysteem. Tussen het buitenschrijnwerk en de pleister worden ofwel een stopprofiel en een elastische geschikte kitvoeg voorzien ofwel enkel een geschikte kitvoeg. Daarna kan het grondpleister over het hele oppervlak aangebracht worden waarin het algemeen wapeningsweefsel wordt ingebed. De wapeningsweefsels moeten zich over een afstand van ongeveer 10 cm overlappen. Tot slot kan het afwerkpleister, al dan niet voorafgegaan door een voorstrijklaag, aangebracht worden.

Aandachtspunten na uitvoering
Na de uitvoering van het buitengevelisolatiesysteem moet de bouwheer erop toezien dat deze correct onderhouden wordt. De onderhoudsfrequentie is in grote mate afhankelijk van het gekozen systeem, het ontwerp van de details en de uitvoering ervan, de omgeving en de blootstelling aan vocht. Vooral om technische redenen (waterdichtheid) wordt een regelmatige controle (bij voorkeur jaarlijks) aanbevolen. Indien nodig, zal een behandeling worden uitgevoerd in overleg met een gespecialiseerde firma. Eventueel kan men opteren voor een opfrisbeurt indien nodig (bv. nieuwe geschikte verflaag). Beschadigingen aan het systeem of toebehoren (bv. kitvoegen) zouden het best zo snel mogelijk hersteld worden om waterinfiltratie en uitbreiding van de schade te beperken.
Optimalisatie
Bij renovatie geniet de techniek van het isoleren aan de buitenzijde, indien mogelijk en toegelaten, de voorkeur. Buitengevelisolatiesystemen, zoals bijvoorbeeld de hier besproken systemen waarbij een bepleistering of harde bekleding zonder luchtspouw op de isolatie wordt aangebracht, bieden tal van voordelen in de context van de energieprestaties en kennen de laatste jaren een sterke opmars.
Voorwaarden
Om de voordelen maximaal tot uiting te laten komen moet er aan volgende voorwaarden voldaan worden. Vooreerst staat de ontwerper/architect in voor een aangepast ontwerp (met de nodige aandacht voor detaillering) en het nazicht van de ondergrond. De keuze van een goedgekeurd systeem met ATG (Technische Goedkeuring voor België) wordt sterk aanbevolen. Een correcte en zorgvuldige uitvoering met aandacht voor de detailleringen door de aannemer is vereist. Verder is een geschikt onderhoud na de uitvoering door de opdrachtgever sterk aan te raden.
Innovatieve oplossingen
Buildwise doet onderzoek naar opkomende innovatieve oplossingen: www.brusselsretrofitxl.be/projects/innov-etics/.
Referentiedocumenten
Voor meer informatie over de uitvoering en detailleringen kunt u als aannemer een beroep doen op de volgende referentiedocumenten in België.
- Het BUtgb Informatieblad 'Buitengevelisolatiesystemen met pleisterafwerking: Plaatsingstechniek en uitvoeringsdetails, 2003/2';
- De Technische Voorlichting 209 'Buitenbepleisteringen' (WTCB, 1998). Een nieuwe Technische Voorlichting specifiek gewijd aan ETICS (met bepleistering) is in opmaak (publicatie in 2014);
- De WTCB- Infofiche n° 37 met een videofilm die de uitvoering van ETICS in de praktijk toont;
- De WTCB-Infofiche n° 47 geeft een checklist, die de aandachtspunten voor, tijdens en na deuitvoering opsomt;
- Artikel 'Harde op de isolatie verlijmde bekledingen', WTCB-Dossiers 2011/4;
- Het technisch handboek over ETICS van de ETICS Vereniging (www.ivp-coatings.be/etics.aspx).