OPBOUW

De opbouw van een retentiedak loopt gelijk met dat van een groendak, met een systeem opgebouwd uit meerdere lagen.
Zo moet je steeds een wortelvaste dakdichting hebben die zorgt voor waterdichting. Daarnaast heb je de beschermings- en absorptielaag, die zowel de onderliggende dakbedekking beschermt als het water vasthoudt. De bufferlaag bestaat uit de retentiekratten of een drainagemat die als opslagruimte voor het water dient. De filterlaag zorgt ervoor dat fijne deeltjes of organisch materiaal uit het substraat in de bufferlaag kan komen. Hierbovenop komt een substraatlaag en ten slotte de vegetatielaag.
Bij het ontwerp van de dakopbouw moet je steeds rekening houden
met het gewicht
Indien de afdichting moeilijk bereikt kan worden, bepaalt TV215 van het WTCB dat een volgekleefde tweelaagse of gecompartimenteerde uitvoering aan te bevelen is boven een losse of deelgekleefde afdichting, opdat eventueel lekwater zich niet kan verspreiden over de dakvloer. Daarnaast moet het retentiedak zelf volledig afgeschermd zijn van zonlicht.
Bij het ontwerp van de dakopbouw moet je steeds rekening houden met het gewicht, dat zich niet enkel bevindt in het water, maar ook en vooral in de dikte van het substraat en de bijhorende vegetatie. Een van de vuistregels is hier dat het substraat zowat een derde is van de vegetatiehoogte. Voor een boom van 3 m hoog heb je dus 1 m substraat nodig.
Dat zorgt al voor behoorlijk wat gewicht. Daarom moeten studiebureaus stabiliteit een grondige studie maken van hoezeer het dak belast kan worden; dat is niet aan de ontwerper of uitvoerder van het retentiedak om te bepalen. Daarom moet de onderconstructie steeds goed geanalyseerd worden.
Ook de aanwezige isolatielaag moet voldoende drukvastheid bezitten.
Daarnaast is het raadzaam om de oppervlakte van grotere daken te compartimenteren, ter hoogte van de dakisolatie. Bij eventuele lekken wordt schade zo beperkt en hoeft de afdichting slechts plaatselijk hersteld te worden.
Algengroei wordt voorkomen door ervoor te zorgen dat de permanente bufferlaag niet in contact staat met de buitenlucht. Er komt dus een laag substraat (of bestrating) over het volledige oppervlak waar zich water bevindt. Ook ter hoogte van de afvoerpunten wordt een inspectierooster gebruikt dat contact met de buitenlucht onmogelijk maakt.
Ten slotte moet je rekening houden met een maximale hellingsgraad van 2°. Bij voorkeur is die tussen 0 en 2° voor de goede werking van het waterretentiesysteem.
Het is raadzaam om de oppervlakte van grotere daken
te compartimenteren

bij de aanleg van het dak dus. Een correctie installatie
is dan ook onontbeerlijk
Materialen
Er wordt duidelijk voorkeur gegeven aan een systeem van twee lagen met bitumen, waarbij de toplaag volledig op de onderlaag gehecht moet worden. Ook bij EPDM wordt een bitumineuze onderlaag aangeraden. Pvc kan in principe ook, al kan de ontwikkeling van micro-organismen een nadelige invloed hebben op sommige pvc-membranen.
Stalen daken moeten doorgaans verstevigd worden. Bij houten daken heb je meer mogelijkheden, al zijn verstevigingen hier ook op hun plaats. Betonnen daken hebben de grootste draagkracht maar ongeacht het dakmateriaal moet die steeds gecontroleerd worden op de maximale belasting van de dakconstructie.
Bij gewapende EPDM-dichtingen geldt een minimale dikte van 1,1 mm. Ongewapende EPDM-dichtingen zijn minstens 1,5 mm dik.
Als je gaat kijken hoe je de overlapverbindingen wil uitvoeren, moet je je ervan bewust zijn dat die geregeld onder water zullen staan; lasverbindingen worden dan ook aangeraden.
Onderhoud
Een retentiedak – of daktuin – laat zich niet anders onderhouden dan de tuin op begane grond. Daarnaast komt wel het onderhoud of nazicht van specifieke elementen als de waterafvoer. Dat wordt vaak geregeld met (semestriële) onderhoudscontracten.
Retentiedaken met dynamische afvoer bevatten enkele bewegende delen; die moeten dus meerdere keren per jaar gecontroleerd worden.
Lekken moet je aanpakken voor ze zich kunnen vormen; bij de aanleg van het dak dus. Daarom is het belangrijk om een soort ‘oplevering’ te hebben als de dakwerken ten einde zijn en voor de hovenier aan het werk gaat. Ten slotte moeten de uitvoerders het nodige respect tonen voor het werk van de dakdekker en moeten dus voorzichtig werken op de dakbedekking.
Met dank aan IKO, Optigrün en ProBitumen