Grote uitdagingen voor industriële lichtstraten
Lichtkoepels en -straten zijn een dankbare oplossing voor industriële panden. Ze laten toe om grote hallen op een efficiënte en goedkope wijze van natuurlijk daglicht te voorzien. Door de steeds strenger wordende eisen onder andere op vlak van thermische prestaties en brandveiligheid worden fabrikanten van lichtstraten vandaag echter met grote uitdagingen geconfronteerd. Welke oplossingen bieden zij hiervoor?

DAGLICHTVOORZIENINGEN
De impact van daglicht in een werkomgeving valt niet te onderschatten. Het heeft een positief effect op zowel de productiviteit van de werknemer als op diens gemoed en welzijn.
Een daglichtvoorziening kan overigens ook de verlichtingskosten drukken. Daglicht kan de nood aan kunstlicht fors terugdrijven, en overdag soms volledig vervangen.
Het is daarom niet alleen interessant voor grote productiehallen met veel menselijke activiteit, maar ook voor opslagruimtes waarin er doorgaans slechts een paar werknemers aan de slag zijn.
Het aanbod van lichtstraten is vandaag betrekkelijk groot en er bestaan oplossingen in allerlei maten en uitvoeringen, zowel voor de particuliere als voor de industriële markt. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen de vlakke – doorgaans glazen – lichtstraten en de gebogen lichtstraten uit kunststof.

zowel voor de particuliere als voor de industriële markt
UITDAGINGEN
Bouwknoop
De aandacht voor thermische prestaties en EPB-eisen is in industriële gebouwen doorgaans beperkt. De grootste prioriteit ligt immers nog steeds bij een oplossing die de meeste functionaliteit biedt tegen de beste prijs.
Toch spelen die thermische prestaties een rol; je moet ook voor industriële gebouwen de nodige normen halen. Lichtstraten op zich worden dan wel niet met naam vernoemd in de actuele EPB-eisen maar worden beschouwd als een glazen scheidingsconstructie en dus met een maximale U-waarde van 1,5 W/m²K en een maximale Ug-waarde van 1,1 W/m²K voor de industriële sector.
Bovendien is het financiële argument relatief ten overstaan van de energiekost om een gebouw te verwarmen. Het loont om de prijs van een goed isolerende lichtstraat af te wegen tegen de energiebesparing die zo’n lichtstraat kan opleveren.
De lichtstraat kan niettemin bijdragen aan een betere EPB van een gebouw. Zo kun je inzetten op meer zontoetreding met noordgeoriënteerde lichtstraten. Lichtstraten waar veel rechtstreeks zonlicht op valt, worden met hittewerende beglazing gecombineerd. Dit draagt bij tot een beter binnenklimaat.

De grootste uitdaging ligt echter niet enkel bij de beglazing en het product – tal van fabrikanten zorgen voor oplossingen die beantwoorden aan de huidige eisen – maar bij de uitvoering, en dan vooral de aansluiting op de dakopstand. Al te vaak loopt het mis met de aansluiting van de opstand en de lichtstraat, of worden (aluminium) profielen onvoldoende geïsoleerd, wat zorgt voor een koudebrug. Dit laatste kan verholpen worden met het gebruik van thermisch onderbroken profielen, eventueel met extra isolatie, zodat het profiel aan de binnenzijde niet in contact staat met het profiel aan de buitenzijde. Zulke profielen worden meer en meer de standaard in het aanbod van verschillende fabrikanten.
Daarnaast zijn er glazen lichtstraten met profielen uit een speciaal composietmateriaal met een lage thermische geleidbaarheid (0,3 W/mK). Het materiaal geniet ook een kleinere uitzettingscoëfficiënt, maar is minder sterk dan aluminium waardoor het gelimiteerd is in de breedte en enkel in standaardafmetingen beschikbaar is.
Bij gebogen lichtstraten – zowat altijd uit kunststof – wordt er gewerkt met U-waardes van 1,2 W/m²K. Die zijn echter enkel voor de beglazing, niet voor het kader omdat die niet thermisch onderbroken of geïsoleerd is. Bijgevolg wordt hier gewerkt met meerwandige platen, soms in combinatie met een tussenspouw om die U-waarde te halen.
De grootste uitdaging ligt niet bij het product maar bij de uitvoering
Lichtstraat is geen dakraam
Hoewel er niet meteen een normatief kader is voor de lichtstraat, zijn er toch enkele zaken die de nodige regels moeten volgen. Zo wordt wel degelijk gekeken naar de correcte bepalingen inzake doorbuiging, met berekeningen omtrent statica. De noodzaak hieraan wordt gestaafd door de realiteit, waarin plaatsers geconfronteerd worden met lichtstraten die als verticale beglazing zijn bedoeld – en dus bevestigd zijn met glaslatten aan de binnen- of buitenzijde. Absoluut te vermijden: bij de glaslatten aan de binnenzijde kan het glas na verloop van tijd uit het kader vallen. Bij glaslatten aan de buitenzijde faciliteer je als het ware insijpeling en een lichtstraat dat niet waterdicht en niet inbraakveilig is.
Rook- en warmteafvoer
In de industriebouw geldt dat men de rook- en warmteafvoer moet voorzien over minimaal 2% van de grondoppervlakte. In glazen lichtstraten kunnen er hiertoe speciale opengaande delen geïntegreerd worden die voldoen aan alle eisen voor RWA-systemen. In gebogen lichtstraten is de integratie van RWA doorgaans minder evident. Soms wordt er aan het uiteinde van de lichtstraat nog een aparte, vlakke RWA-installatie geplaatst - een performante en budgetvriendelijke, maar weinig esthetische ingreep. Intussen bestaan hier ook mooiere geïntegreerde systemen die vrij gepositioneerd kunnen worden.
Met dank aan Dynamic Daylight Services, Lamilux, Luxlight en Skylux