STERKTES EN ZWAKTES VAN INTEGRALE ENERGIESYSTEMEN OP CO2
Het integraal aanbieden van alle energiestromen door middel van een integraal koel- en verwarmingssysteem op CO2 kent een aantal sterktes, maar ook zwaktes. Als referentie geldt een klassieke installatie op basis van het koelmiddel R404A met een apart verwarmings- en aircosysteem.
Sterktes
- Het energiebesparingspotentieel. Het integraal aanbieden van de benodigde energiestromen heeft een groot besparingspotentieel in zich. In plaats van te koelen, te vriezen en de ruimte te klimatiseren (waarbij er condensorwarmte naar de buitenlucht wordt afgevoerd en er gas wordt verbrand om verwarming te realiseren), kan dat alles geïntegreerd worden in één systeem (waarbij de restwarmte nuttig aangewend kan worden voor verwarming of tapwaterproductie). Met een eerste generatie CO2-boostersysteem kan in het noorden van Europa (koude klimaat) worden aangetoond dat het totale elektriciteitsverbruik daalt met 11%. In een mild klimaat stijgt dat verbruik echter met 9-15% en in een warm klimaat met 12 tot 20%. Het toevoegen van een parallelle compressor (tweede generatie CO2-boostersysteem) leidt tot een verhoging van de efficiëntie voor ruimteklimatisatie (airco) met ≈ 65% (COP airco) en ≈ 7% (COP totaal) globale efficiëntieverbetering. Het leveren van warm tapwater (aan een temperatuur van 55 à 60 °C) en ruimteverwarming (aan een maximale temperatuur van 45 °C) gebeurt met een efficiëntie (COP-verwarming) van 4 à 6, wat een belangrijke besparing is in vergelijking met klassieke gas- of stookolieverwarming. Het belang van centrales van de derde generatie is vooral relevant in landen met een warm klimaat.
- Het gebruik van een natuurlijk en milieuvriendelijk koelmiddel.
- Eén installatie voor alle noden. De integrale uitwerking van de installatie leidt tot de realisatie van een relatief compacte, all-in-one installatie die alle energiestromen beheerst. Daardoor is er niet langer nood aan aparte systemen voor gebouwklimatisering.
- Lage onderhouds- en exploitatiekost. Het CO2-systeem behoeft geen verplichte periodieke lekdichtheidscontroles voor de koeling/diepvries, geen verplicht onderhoud voor verwarming en geen verplichte periodieke lekdichtheidscontrole voor de airco. Het bijvullen van koelmiddel is goedkoop en hoeft niet opgenomen te worden in de koelmiddelenboekhouding.
Zwaktes
- Complexiteit/kennisgebrek. Een gebrek aan gekwalificeerd installatie- en onderhoudspersoneel wordt door de industrie als een belangrijke belemmering erkend. Het is ook niet zo dat elke koeltechnieker die vandaag de dag werken uitvoert aan de koelinstallatie van een supermarkt, dit ook onmiddellijk zal kunnen doen bij de integrale CO2-systemen. Dat heeft te maken met: de bijzonderheden die gekoppeld zijn aan het gebruik van CO2 als koelmiddel, de ongebruikelijke installatiecomponenten en het ingewikkelde koelcircuit. Bovendien is er nog geen verplicht opleidingsschema (naar analogie van ‘het certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek’). Op dit moment mag iedereen werken aan een koelinstallatie met natuurlijke koelmiddelen.
- Kostprijs. De integrale CO2-systemen hebben een meerprijs in vergelijking met de klassieke oplossingen zoals een HFK-systeem. Er is een meerkost van de koeltechnische apparatuur van 10 à 25%, maar de installatiekost is wel kleiner (-15 à 20%). Dat maakt dat de totale meerkost wordt beperkt tot 5 à 10%. Door een besparing op de energiefactuur zou deze meerkost in drie à zes jaar terugverdiend zijn.
- Redundantie. De integratie van alle energetische functies in één energiesysteem maakt dat bij storingen ook onmiddellijk alle energiestromen in gevaar komen. Dat is bij decentrale installaties niet het geval.
- Beperkingen bij kleine koelinstallaties. CO2 kan perfect gebruikt worden voor installaties met grotere vermogens. Voor kleinere en eenvoudigere systemen is het nog even wachten naar resultaten op het vlak van efficiëntie. Wel is er nog steeds heel wat onbenut potentieel in termen van bredere toepasbaarheid en extra energiebesparingen.